XXXVII

519 62 3
                                    

Ik staar naar de dampende pan gekookte eitjes voor me op de ontbijttafel en vraag me af wanneer de laatste keer was dat ik echt zo met een gezin aan het ontbijt heb gezeten. Ik kom tot de conclusie dat dat was toen ik nog in de kinderstoel zat en papa nog leefde, lang geleden dus. De moeder komt aanlopen met thee en zet zwijgend voor iedereen een kop neer. Ik bedank haar vriendelijk, maar eigenlijk alleen om een goede indruk te maken. Als de vader aanschuift is iedereen compleet.
"Goedemorgen." Zegt hij opgewekt. Ik groet hem terug met een knikje. De jongen, die Andy bleek te heten, knikt op dezelfde manier en daar maak ik uit op dat die manier van groeten hier algemeen geaccepteerd is.
"Tast toe." Zegt de moeder. Ik wacht even tot de anderen eerst gepakt hebben en smeer dan een boterham voor mezelf, in stilte. Net als altijd wordt dat opgevat als ongemakkelijk en misschien wel verlegen. En net als altijd probeert dan iemand een praatje maken. De vader in dit geval. Ik had het na zoveel jaar moeten weten...
"En Cloé, vertel eens iets over jezelf." Ik haal zuchtend een hand door mijn Ariël-rode haar.
"Ehm," Moet dit nu? "Nou, ik denk dat jullie mijn dossier gelezen hebben..." Ik glimlach naar de vader, maar ik besef me dat het waarschijnlijk alleen maar cynisch overkwam.
"Ja, maar daar staat niet in wat je hobby's zijn, of wat je lievelingskleur is." Zegt de moeder geïnteresseerd. Ik staar in de verte. Als gemechaniseerd antwoord ik op die standaard vragen, net als vroeger.
"Mijn lievelingskleur is Ariël-rood." Zeg ik in de verte starend.
"Ariël-rood?" Vraagt Andy. Ik draai me naar hem om en knik.
"De kleine zeemeermin heeft rood haar." Verzucht ik. "En ik heb rood haar en..." Ik glimlach vertederd bij de herinnering. "Josef heeft het bedacht." Ik neem een hap van mijn boterham. Het is al bijna kwart over acht, maar ik doe er vanaf hier nog geen tien minuten over om naar school te fietsen.
"Zullen we samen naar school fietsen?" Vraagt Andy dan vanuit het niets. Ik knik instemmend. Ik mag Andy wel, hij mag dan twaalf wezen, hij is een best intelligent ventje en ik had gisteravond nog een heel leuk gesprek met hem. Misschien dat ik het door hem nog een beetje naar mijn zin zal krijgen hier... Al moet ik bijna lachen bij het idee. Alsof dat gaat gebeuren: Ik kan de moeders sterke uitstraling nu al slecht uitstaan en of ik het met de vader kan vinden is ook nog maar de vraag: Het ligt er maar net aan of ze autoritair gedrag vertonen of me behandelen als een gelijke.

Op de fiets kletsen Andy en ik wat. Ik kom te weten dat zijn vader alcoholist is en dat zijn moeder teruggegaan is naar Spanje, waar hij oorspronkelijk vandaan kwam. Ik houd mijn mond maar over mijn eigen kindertijd en laat hem lekker kletsen. Tot hij plotseling zijn mond houd. Ik merkte al dat hij minder begon te praten naarmate we dichter bij school kwamen, maar zo'n plotselinge stop zag ik niet aankomen.
"Wat is er Andy?"
"Sssst." Sist hij.
"Wat is er?" Vraag ik opnieuw, nu zachter.
"Ach het zijn die twee jongens." Verzucht hij. Als we van de fiets stappen zie ik dat de jongens op hem wachten.
"Hey Andy, wat leuk, heb je een roodharig vriendinnetje gevonden?" Zegt eentje spottend. Andy zucht.
"Dat is mijn nieuw zus." Verzucht hij.
"Je nieuwe zus nog wel." Grapt de andere. Ik bijt op mijn lip om de jongen niet nu al aan te vliegen.
"Och je snapt het toch niet Peter." Bijt Andy hem toe.
"O jawel hoor." Fronst de andere jongen weer. Langzaam begint mijn bloed te koken... "Want jou mammie heeft je in de steek gelaten hè? En wat deed je pappie ook al weer? Oja, niets, die is aan de drank! Andy is een zielig pleegkindje, heb ik het goed?"
"Genoeg!" Donder ik. Ik duw de jongen omver. De andere jongen, die Andy Peter noemde, deinst achteruit. "Hoe oud zijn jullie?" Vraag ik de jongens. "Twaalf? Misschien net dertien?" Ik kijk ze een voor een aan, maar ze zeggen niets. "Andy is misschien even oud als jullie, maar hij heeft zeker weten meer levenservaring dan jullie bij elkaar. Pleegkind zijn is helemaal niet grappig! Hij maakt genoeg hel mee zonder jullie. Rot toch op, kleuters..."
"Sorry, jij bent natuurlijk ook..." Stottert de jongen die ik op de grond smeet.
"Ja, die link had je net iets eerder moeten leggen! Ik zei rot op toch, of had je me niet verstaan?" Peter en de andere jongen lopen mokkend weg. Waarna het pad vrij is voor Andy en mij.
"En nu maar hopen dat ze wegblijven." Zegt Andy angstig.
"Dan roep je mij maar weer, ik kan die klootzakken nog genoeg andere lesjes leren." Mompel ik. En ik meen het, want pleegkind zijn, is helemaal niet grappig.

Ons geheim Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu