XX

543 60 3
                                    

Tien jaar geleden

Het gips om zijn arm is blauw. Alle kinderen op school schrijven hun naam erop. Josef doet alsof hij alle aandacht leuk vindt, maar ik zie in zijn ogen dat hij het niets aan vindt. De pijn waar hij doorheen moest voordat hij een blauwe arm kreeg is groter dan het plezier aan de tekeningetjes. En ik geef hem groot gelijk. Als ik in Josefs ogen kijk denk ik even dat ik zijn gegil nog door mijn hoofd hoor galmen, maar dat slaat natuurlijk nergens op en dus negeer ik het. Met een zwarte stift schrijf ik ook mijn naam op Josefs gips. Josef schenkt me een glimlach. Ik zie dat het een terecht glimlachje is. Een glimlachje dat zegt: 'Gelukkig ben jij er ook nog, gelukkig ben ik niet de enige die wel beter weet.'
Iedereen denkt dat hij uit een boom is gevallen. Mama heeft het de juffen en meesters verteld, thuis zei ze dat ze óók mijn armen zou breken als we zouden vertellen wat er echt gebeurd is. Alsof we dat van plan waren... Wat er thuis gebeurd, is ons geheim en als de juffen en meesters het weten, wordt het alleen maar erger. Dat weet Josef zeker en ik geloof hem.
"Cloé, ga je ook met de klas terug naar het lokaal? Iedereen heeft zijn naam op het gips geschreven en ik denk dat je broer het nu wel weer zelf af kan, de denk je niet?" Ik draai me om naar de meester die het zei en knik gewillig. Josef kan het wel zelf af, ik daarentegen...
Ik loop achter mijn klas aan naar het lokaal terug. Ik kijk nog even om en zie dat Josef me nakijkt. Zijn blauwe ogen boren dwars door me heen. Zouden anderen dat ook voelen? Of zijn Josef en ik de enige die door elkaar heen boren met onze blauwe kijkers? De meester geeft me een duwtje richting het lokaal. Ik ben de laatste. De juf zit al binnen en de meester stapt achter mij het lokaal in. Snel drentel ik naar mijn plek. Voor me, licht het rekenboek. Rekenen, pff, saai. Maar om eerlijk te zijn doe ik drie keer liever rekenen, dan dat ik thuis zit. Met mijn vingers strijk ik over de bladzijdes tot ik bij het goede hoofdstuk ben. Hoofdstuk zeven al. Het gaat over rekenen met geld. Ik snap nooit waarom mensen zo raar doen als het op geld aankomt. Geld is helemaal niet zo belangrijk. Het is veel belangrijker dat je een lieve broer hebt die je beschermt. Geld is waardeloos als je in een kooi zit.

Ons geheim Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu