Hoofdstuk 130

757 33 7
                                    

Hoofdstuk 130: Dag des oordeels

De volgende morgen word ik vroeg gewekt door mijn tante. 'Wakker worden...' Ik knipper met mijn ogen. Meteen ervaar ik een pijnlijke kramp in mijn maag. Nerveuze krampen. Vandaag is het zover. De rechtszaak begint... Ik zucht. Ik ben echt nerveus. Dit is allemaal erg nieuw voor me. Tante Isabella schuift de gordijnen opzij, waardoor ik kan zien dat het buiten nog donker is. Het is zo te zien erg vroeg. Ik sta langzaam op. 'Ik heb je pakje al gewassen en gestrijkt voor je,' knikt ze nog. Ik glimlach dankbaar en mijn tante loopt mijn kamer uit, waarschijnlijk om Cat wakker te maken. Mijn ogen glijden even door mijn kamer. Op mijn stoel tref ik mijn frisse outfit aan. Even heb ik het gevoel om heel hard weg te willen rennen. Waarheen boeit me niet eens, ik wil gewoon weg. 'Nee! Dit is zo oneerlijk! Mijn slaap is niet eens compleet!' hoor ik Cat opeens schreeuwen. 'Opstaan! Dit is een belangrijke dag! We moeten gaan om tante Elisabeth en Valentina te steunen!' Ik hoor luide gekreun. 'Ik wil gewoon even verder slapen,' hoor ik haar dan jammeren. 'Opstaan!' schreeuwt haar moeder kwaad. Ik grinnik even.

Na mijn ochtend-routine loop ik lichtjes opgemaakt naar de eetkamer toe. Cat zit er al en ziet er werkelijk waar prachtig uit. Ondanks haar zure gezicht. 'Zie je deze wallen, Valentina? Die gaan nooit meer weg!' roept ze meteen naar me terwijl ze naar haar wallen-loze gezicht wijst. 'Ja, Cat.' En ik neem tegenover haar plaats. 'Ik snap echt niet waarom ik een dramatische dochter heb,' schudt mijn tante afkeurend met haar hoofd. Cat kijkt mopperend weg. 'Maar goed, Valentina...' En ze neemt naast me plaats. 'Alles oke? Heb je je zenuwen onder de controle?' Ik kijk mijn tante zuchtend aan en laat haar mijn trillende handen zien. 'Ik ben bloednerveus, tante, wat als ik de verkeerde getuigenis geef?' Mijn tante grijpt naar haar beker koffie. 'Dat gaat niet gebeuren, je hoeft alleen maar te vertellen wat je die avond hebt gezien. De openbare aanklager doet de rest voor je.' Ik kijk naar mijn bord vol eten. 'Ja maar alsnog. Ik sta voor een jury van twaalf mensen en ik sta ook nog eens voor een zaal vol mensen!' Mijn tante neemt een slok van haar koffie. 'Gewoon ontspannen, Valentina, alles komt heus wel goed...' En ze neemt nog een slokje. 'Ja, anders kijk je gewoon naar mijn lelijke gezicht,' moppert Cat.

-

In de trein naar Manhattan voel ik me allesbehalve gemakkelijk. Ik heb me nog nooit zo in mijn hele leven bekeken gevoeld. Normaal kijken jongens helemaal niet naar me, af en toe misschien een te lange blik, maar zoals nu heb ik nog nooit meegemaakt. Niet alleen kijken ze me veel te lang na, ze proberen vaak ook mijn aandacht te trekken. Aan Cat's zelfverzekerde blik te zien is ze er gewend aan geraakt. Geen wonder. 'Niks voor jou?' fluister ik snel in haar oor. Cat kijkt me grinnikend aan. 'Ik vind die jongen daar met de kaaklijn wel een goede voor jou...' Ik verslik me net niet in mijn eigen speeksel. 'Cat, ik heb een vriendje!' Cat haalt ongeïnteresseerd haar schouders op. 'Nou en? Je hebt toch ruzie met hem?' Ik kijk Cat geschokt aan. 'En wat dan nog? We zijn nog steeds samen,' sis ik dan boos. 'Nou, in mijn ogen niet. Maar kom op, geef de jongen een kans. Hij kijkt de hele tijd naar je!' Ik brom wat, maar mijn ogen glijden langzaam naar de jongen toe. Hij zag er inderdaad niet lelijk uit. 'Nee, ik ben bezet,' grom ik naar Cat en ik kijk nors naar het raam. In de verte zie ik de skyline van Manhattan al...

Eenmaal in Manhattan wachten we eerst op mijn moeder. Helaas heeft ze net mijn tante gebeld dat ze vertraging op heeft gelopen. Dus zitten we met z'n drieën in de drukke ontvangsthal te wachten. 'En? Kan je het allemaal nog aan?' vraagt Cat, als we na een kwartier wachten, beginnen te vervelen. 'Beetje,' reageer ik moeilijk. Mijn buikpijn heeft zich namelijk 100x verergerd. Cat knikt en neemt een hap van haar broodje, die ze in het stationswinkel heeft gekocht met haar moeders geld. 'Wil je ook?' vraagt ze dan. Ik schud snel mijn hoofd. Als ik bloednerveus hoef ik echt niks te eten. 'Dan niet,' moppert Cat en neemt zelf een grote hap.

'Hehe, daar is ze!' roept tante Isabella opeens en ze wijst naar een donkerharige vrouw met een nette mantelpakje. We staan meteen allemaal recht. 'Hier!' roept ze dan terwijl ze als een gek begint te zwaaien. Hier en daar kijken sommige voorbijgangers even raar op. Maar mijn moeder ziet haar zwaaien en loopt meteen naar ons toe. 'Hallo iedereen,' groet ze iedereen beleefd. Mijn tante geeft haar meteen een knuffel. 'Alles oke? Heb je jezelf nog?' Mijn moeder lacht geforceerd. 'Het gaat wel...ik wil gewoon dat de rechtszaak snel achter de rug is...' En ze kijkt kort naar mij. 'Hoi mam,' groet ik haar een tikkelje ongemakkelijk. Ze glimlacht even ongemakkelijk terug en richt haar aandacht dan op mijn kleding. 'Staat je goed, zakelijke kleding,' zegt ze dan. Tante Isabella vergroot meteen haar ogen. 'Nee, echt niet!' En ze begint te klagen over mijn kledingsmaak. Cat rolt geïrriteerd met haar ogen.

Misschien kan je het niet aan haar hoofd zien dat ze slaaptekort heeft, maar je kan het wel merken aan haar chagrijnige bui. 'Ma,' probeert ze haaar moeder te onderbreken. 'Ik ben in gesprek met je tante,' reageert haar moeder even geërgerd terug. 'Kan dat dan niet wat later? We moeten over een uur bij de rechtbank zijn!' sputtert Cat tegen. Haar moeder kijkt haar even boos aan, maar geeft haar dan toch gelijk.

'Goed, waarom sta je daar dan? We moeten een stomme taxi halen!' En ze loopt alvast naar de uitgang. Mijn moeder volgt haar meteen, maar Cat eet eerst haar laatste stukje brood op. 'Nu kunnen we gaan,' knikt ze dan terwijl ze haar mond afveegt met een servetje. En ze kijkt me triomfantelijk aan...

CHANGEWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu