Hoofdstuk 70

1.1K 43 1
                                    

Hoofdstuk 70: Geen hoop

Buiten adem kom ik thuis aan. Ik heb zonet voor het eerst in mijn leven gerend naar huis. Het was eigenlijk nooit mijn bedoeling geweest om naar huis te rennen. Maar toen ik na mijn lessen Hazeal in de kantine zag wachten, moest ik wel iets verzinnen. 'Ik moet naar de dokter!' had ik tegen hem geschreeuwd toen ik als een idioot langs hem rende. Je had zijn stomverbaasde blik moeten zien. Ik gooi zuchtend mijn tas neer en loop naar de woonkamer toe. Waar ik tot mijn grootste verbazing mijn moeder zie zitten. 'Hey ma, wat doe jij thuis?' Mijn moeder kijkt langzaam op van haar laptop. 'Oh, ik had net een afspraak met de rechercheurs.' Ik kijk haar meteen benieuwd aan. Maar mijn moeder schudt haar hoofd al. 'Er is nog geen nieuws uit Venezuela, maar ze hebben wel veel bewijzen gevonden, alleen mogen ze het nog niet aan ons vertellen.' Ik rol verveeld met mijn ogen. 'Dit hebben we al eerder meegemaakt,' zucht ik dan. Mijn moeder kijkt me zuchtend aan. 'We moeten blij zijn, Valentina, blij zijn dat zij ons nog een kans willen geven om ons te helpen. Ben je dan niet benieuwd of je zus nog leeft?' Ik neem langzaam plaats op de bank. 'Het is tien jaar geleden, ma, ik heb de hoop allang al opgegeven!' Mijn moeder klapt haar laptop dicht. 'Diep in mijn hart heb ik nog hoop. Misschien voor je vader niet meer, maar wel voor Angelina.' Ik haal mijn schouders op. 'Dan heb je nog hoop. Ik heb bewust gekozen voor zekerheid, niet hoop.' Mijn moeder schudt haar hoofd. 'Wat als je ongelijk hebt?' Ik kijk mijn moeder diep in haar ogen aan. 'Dan zien we dat wel...'

-

Na het gesprek met mijn moeder heeft ze me naar de supermarkt gestuurd om pasta te kopen. Want ze wilde per sé pasta eten. Ik had even gemopperd dat ze die zelf mocht halen, maar toen keek ze me zo dreigend aan... Zuchtend pak ik een winkelwagen en duw ik het de winkel in. Pasta...en nog wat stomme producten. Terwijl ik langs elke schappen loop, op zoek naar onze avondeten, merk ik niet op Taylor me volgt. Pas als ik me omdraai zie ik hem staan. 'Taylor?' Taylor laat een zuinig glimlachje zien. 'Ze houdt de baby, hé?' Ik slik meteen. 'Eh, dat moet je aan haar vragen...' Maar Taylor zucht geergerd. 'Kom op, Valentina, jij bent haar beste vriendin. Vertel me op z'n minst of ze het houdt of niet!' Ik kijk even snel om me heen, naar mogelijke toeschouwers. 'Taylor, praat met haar!' fluister ik dan scherp. Taylor schudt ongelovig zijn hoofd. 'Best!' En hij loopt kwaad weg. Ik kijk hem even kort na. Dan loop ik weer verder. Ik begrijp zijn zorgen, geloof me! Taylor heeft het al zo zwaar en nu krijgt hij ook nog eens een baby met zijn stiefzusje. Ik loop met mijn halfvolle winkelwagen naar de kassa toe. Ik heb medelijden voor hem en Vanessa, maar toch vind ik ook dat het hun eigen schuld is. Terwijl ik snel mijn producten op de band zet, denk ik aan het heerlijke avondeten. Nadat ik heb afgerekend loop ik met twee volle zakken de winkel uit. Met grote stappen loop ik zonder treuzelen door, geloof me, ik heb honger gekregen van al het eten in de supermarkt.

Uiteindelijk kom ik bij mijn straat aan. In de verte zie ik mijn deur al staan. Maar ik zie ook een donker figuur voor mijn deur staan. Ik begin langzamer te lopen. Zou mijn moeder weten dat er iemand voor onze deur staat? Langzaam verstop ik me achter een auto, die precies goed geparkeerd staat voor mijn huis, waardoor ik de vreemdeling beter kan bekijken. Hij draagt een zwarte hoodie en een gescheurde broek. Even herken ik meteen wie het is. Snel verstop ik me weer achter de auto. Het is Hazeal! Wat in hemelsnaam doet hij helemaal hier?  Staat hij me nou op te wachten? Snel grijp ik naar mijn telefoon en app ik mijn moeder.

Valentina: Ma ben je thuis? 

Voor het eerst reageert ze super snel.

Mami: Ja mija, ik ben thuis. Ben je al onderweg? Ik heb trek!

Mami: Er was hier nog een jongen langs geweest. Die ene die jij leuk vindt!

Ik vloek zachtjes. Hij heeft dus aangebeld en mijn moeder heeft hem vast verteld dat ik even weg ben om boodschappen te doen. Typisch....Ik kijk even voorzichtig op. Hij staat nog altijd nietsvermoedend met zijn telefoon te wachten. Ik kreun vermoeid en verstop me weer. Hoe kom ik stiekem het huis binnen? Net als ik een plan begin te krijgen, hoor ik de voordeur weer opengaan. Geschokt kijk ik voorzichtig weer op. 'Wat doe jij nog hier?' hoor ik mijn moeder verbaasd vragen. Even hoop ik met heel mijn hart dat ze hem nu wegjaagt. 'Ik wacht op uw dochter, mevrouw,' reageert Hazeal en hij doet zijn capuchon af. Meteen weet ik weer hoe knap hij is. 'Oh, ze duurt vandaag wel erg lang. Kom anders binnen wachten. Het gaat zo regenen,' glimlacht mijn moeder. Ik vergroot mijn ogen. Nee! Dit heeft ze zojuist niet gedaan! 'Bedankt,' knikt Hazeal en hij loopt MIJN huis binnen. Nee! Nee! Ik sla nijdig tegen mijn been aan. Nu wordt het helemaal fantastisch! Straks begint hij nog over de kus waar mijn moeder erbij is. Geloof me, ik loop weg. Naar Ohio, ofzo. Ergens hoor ik de voordeur weer dichtgaan. Ik sluit mijn ogen.

Hij is nu binnen en ik ben hier buiten. Met twee tassen vol boodschappen. Achter een auto. Ik heb net mijn buurman raar zien opkijken. Ik kan van geluk spreken dat hij twintig is en niet een oud chagrijnig mannetje die voor alles gelijk de politie belt. Ik kijk even naar de lucht. Het gaat inderdaad zo regenen, dus als ik niet nat wil...

Maar verder hoef ik niet te piekeren, want uit het niets begint het keihard te regenen. Wauw, ik weet dat het leven me haat, maar dit laat het gewoon duidelijk zien. Ik til mopperend mijn twee zakken boodschappen op. Ik moet mezelf wel overgeven, ik kan niet heel de avond achter een auto verstoppen. Ik hoop gewoon dat Hazeal zich even kan inhouden, anders....Ik doe snel het kruisteken. Anders ga ik echt naar Ohio.

CHANGEWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu