Hoofdstuk 5

1.7K 57 2
                                    

Hoofdstuk 5: Een ongelukje

Ik knipper met mijn ogen. Een witte tl-lamp schijnt recht in mijn ogen. Ik kreun lichtjes als ik pijnscheuten voel in mijn hoofd. 'Je hebt een harde klap gekregen,' zegt een vrouw opeens die op mijn netvlies verschijnt. Ik kijk haar suffig aan. 'Wat?' De vrouw helpt me overeind. 'Je hebt een harde klap gekregen met een rugbybal,' zegt ze weer. Ik kijk haar top tot teen. Ze heeft een lange witte jas aan en op haar borstzakje prijkt haar pas met haar foto en naam. 'Verdomme,' vloek ik meteen als ik merk dat ik bij een schoolarts zit. 'Let op je taalgebruik, jongedame,' knikt de arts streng terwijl ze iets opkrabbelt in een dossier. Ik zucht diep en grijp daarna meteen naar mijn hoofd. 'Mag ik naar huis?' De schoolarts schudt haar hoofd. 'Ik heb je moeder al gebeld. Ze is al onderweg. Hier, druk dit op je hoofd. Ik ga even wat pijnstillers pakken.' Ze overhandigt me een zak ijs. Zuchtend hou ik het tegen mijn achterhoofd aan. De schoolarts loopt daarna meteen weg, de deur laat ze op een kiertje staan. 'Valentina!' De deur wordt haast meteen weer open geduwd en een knappe gezicht met blauwe ogen verschijnt voor de deuropening. 'Vanessa,' reageer ik suf. Vanessa stapt meteen de witte kamer binnen. 'Het was allemaal een ongelukje geweest,' zucht ze terwijl ze naast mij op het bed gaat zitten. 'Wat?' vraag ik verward. Vanessa kijkt me aan. 'Hazeal. Hij schoot de bal per ongeluk jouw kant op. Hij wil graag zijn excuses geven daarvoor...' Ik rol met mijn ogen. 'Kan hij dat niet zelf doen? Hoezo stuurt hij jou?' Vanessa haalt haar schouders op. 'Misschien een beetje ongemakkelijk met dit soort dingen.' Ik zucht geërgerd. 'Mag je nu naar huis?' vraagt ze dan. Ik schud mijn hoofd terwijl ik op mijn lip bijt tegen de pijn. 'Mijn moeder is gebeld en ik krijg pijnstillers. Ik heb blijkbaar een harde klap gekregen.' Vanessa knikt begrijpelijk. 'Ik ga dan maar eens. Ik hoop je morgen te zien.' 'Inderdaad, je hoopt het!'  mompel ik. Vanessa geeft me nog snel een knuffel en loopt dan weg. De deur laat ze wagenwijd open staan. Ik zucht vermoeid. 'Waarom staat deze deur zo wijd open?' vraagt de arts als ze na twee minuten weer binnenloopt. Ik haal mijn schouders ongeïnteresseerd op. De arts schudt haar hoofd en overhandigt mij een bekertje pillen. 'Hier, ze moeten meteen werken tegen de hoofdpijn.' Ik neem dankbaar haar beker aan. Net als ik mijn pillen wil nemen, gaat de deur weer open. 'Mija!' roept mijn moeder meteen bezorgd uit. Meteen voel ik mijn hoofdpijn erger worden...

-

Eenmaal thuis word ik meteen in bed gestopt. Aangezien de arts mijn moeder adviseerde om me elke twee uur te controleren, kon ik maar niet in slaap raken. Want elke keer als ik bijna in slaap was gevallen, hoorde ik mijn moeder mijn kamer inlopen. Nu is het twee uur s 'nachts en is mijn moeder niet meer komen kijken. Waarschijnlijk is ze in slaap gevallen. Ik pak mijn telefoon erbij. Het licht laat mijn ogen branden en mijn hoofd begint weer zeer te doen. Vloekend zet ik het licht wat lager en doe ik gelijk een blauwe filter erop. Ik besluit mijn berichten te checken. Na twee beterschapjes gewenst van Vanessa en Joey heb ik niks meer binnenkregen wat me boeide. Ik doe mijn telefoon weer weg en probeer in slaap te vallen. Wat heel erg moeilijk en langzaam gaat...

-

De volgende morgen is mijn hoofdpijn er niet minder op geworden. Mijn moeder heeft me meteen ziek gemeld voor de dag. Helaas moest zij gewoon wel gaan werken, dus ben ik de hele dag alleen. Wel heeft ze voordat ze wegging een heerlijke ontbijtje voor me klaargemaakt. Terwijl ik van mijn ontbijtje geniet, gaat de bel. Ik kijk snel naar de klok. Het is negen uur. De meeste mensen die ik ken zitten nu op school. Ik loop naar de hal toe en open de deur. 'Goedemorgen schat!' glimlacht Joey terwijl hij een teddybeer omhoog houdt. Ik glimlach. 'Wat lief, kom binnen!' Ik hou de deur uitnodigend voor hem open. Joey glimlacht en loopt langs me heen naar binnen. Snel doe ik de deur achter me dicht. Joey is ondertussen naar de woonkamer gelopen. 'Ik dacht ik kom even langs wandelen, aangezien ik uitval heb gekregen,' knikt Joey terwijl hij aan mijn ontbijtje snoept. 'Dat is lief, waar is Vanessa dan?' Joey grijnst even moeilijk. 'Ze is bij Hazeal...' Ik zucht. 'Ze is echt geobsedeerd door hem, hé?' Joey schudt snel zijn hoofd. 'Niet van hem, nee! Zijn vriend. Hij blijkt een knappere vriend te hebben, volgens haar.' Ik schud lachend mijn hoofd. 'Dat is Vanessa, eerst helemaal in de wolken van de ander en dan weer op een ander.' Joey moet ook in lachen uitbarsten. 'Maar ik zie dat het je oplucht...' Ik schrik van zijn woorden. 'Wat?' Maar Joey moet alleen harder lachen. 'Ik heb het wel door, misschien Vanessa nog niet want ja, wat weet zij van liefde, maar ik heb je blikken wel gezien. Bijvoorbeeld tijdens de lessen...' Ik lach ongemakkelijk. 'Ik weet niet waar jij het over heb...' Snel ga ik zitten en eet ik mijn ontbijt verder. 'Kom op, Val, ik kan misschien gay zijn, maar ik zie dat soort dingen meteen. Vooral bij de mensen die het tegenovergestelde willen bewijzen.' Ik rol met mijn ogen en kauw verder op mijn brood. 'Ik vind Hazeal niet leuk. Ik vind hem knap, dat vind jij zelf ook! Daarmee wil ik toch ook niet gelijk zeggen dat jij hem ook leuk vindt?' Joey wijst met een brede glimlach plots met zijn vinger naar mij. 'Aha, daar heb je het al!' Ik rol vermoeid met mijn ogen. 'Joey, alsjeblieft!' Joey knikt dan. 'Goed, ik neem aan dat je er vanzelf wel achter komt...' Ik schud mijn hoofd en neem een slok van mijn chocomelk. 'Nee, want ik vind hem niet leuk!' Joey loopt lachend naar de keuken.

'Dat is wat ze allemaal aan het begin beweren, schat!'

CHANGEWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu