Hoofdstuk 177: Geen gevoel
Als ik even later weer thuis ben, tolt mijn hoofd door het piekeren. Joey en Bella hebben een gevoelige onderwerp ter sprake gebracht en ik haat ze daarvoor. Waarom konden ze niet gewoon hun monden houden? Nu kan ik heerlijk heel de avond verder piekeren over wat precies mijn relatie met Hazeal verzuurde. Ik plof languit neer op mijn bed. Mijn gezicht begraaf ik in mijn kussens. Ik wil niet piekeren, ik wil geen leegte voelen in mijn hart. Wat zou het ideaal zijn als ik helemaal niks meer zou voelen. Geen verdriet, woede en zorgen. Gewoon emotieloos. Net als Hazeal's ogen op het veld. Net als een leeg velletje papier. Blanco. Ik til langzaam mijn hoofd op. Mijn ogen glijden automatisch naar mijn pot pillen op mijn nachtkastje. Mijn hand reikt er twijfelend naar. Alsof iemand anders mijn bewegingen heeft overgenomen. Mijn gezonde verstand lijkt volledig afgebrokkelt te zijn tot as. Met een beestachtige verlangen grijp ik dan naar mijn potje, draai de deksel open en schud er twee pillen uit. Ergens hoor ik nog een klein stemmetje in mijn achterhoofd die me waarschuwt voor de gevaarlijke bijwerkingen en dat ik al meer dan de voorgeschreven dosering op heb. Maar ik negeer mijn verstand en slikt ze alletwee in een keer in. Zonder water, op de automatische piloot.
Met een plof ga ik weer op mijn bed liggen. Mijn ogen richt ik op mijn witte plafond. Wachtend op het doffe gevoel, waar ik nu zo onmenselijk veel naar verlang. Geen verdriet om Hazeal, mijn situatie en mijn moeder, geen woede voor mijn vader, zijn stomme problemen en de gevolgen en geen angst voor mijn ontvoerder, die nog steeds vrij rond loopt. Ik sluit mijn ogen terwijl de tranen over mijn wangen glijden. Mijn hand glijdt naar mijn hart, die pijnlijk bonst. Ik wil het niet meer. Ik wil niet dat het nog bonst. Begrijp me niet verkeerd, ik wil niet dood. Maar ik wil dat mijn hart versteend, geen enkele emoties meer toelaat. Emoties maken me zwak. En ik haat zwak zijn...
Midden in de nacht word ik kotsmisselijk wakker. Mijn maag lijkt wel in oorlog te zijn en ik voel me dof, alsof ik niet meer mezelf ben. Ik sta meteen rechtop, maar mijn spieren lijken het meteen op te geven. Met een harde knal val ik neer op de grond. Ik probeer snel weer op te krabbelen, maar ik merk op dat ik mijn benen niet meer kan bewegen. Ik blijf even suffig voor me uit staren. Dan zie ik in de hoekje van mijn kleine kamer een emmer staan. Snel krabbel ik over de vloer naar de emmer, mijn benen meesleurend. Als ik mijn emmer heb bereikt, geef ik dan eindelijk over. Als ik volledig klaar ben, ga ik uitgeput op de grond liggen. Mijn hoofd tolt. Alles tolt. Het enige wat ik ervaar is een geluidloze ruis in mijn hoofd. Alles lijkt zich tien keer trager voort te bewegen. Ik knipper even. Ergens voelt het vreemd. Het voelt vreemd omdat ik niks voel. Normaal zou ik bang moeten zijn, bang dat ik mijn benen niet zo goed meer kan bewegen, maar het gevoel blijft uit. En nu zou ik ook blij moeten zijn, blij omdat ik eindelijk geen emoties meer kan voelen. Maar ook dat gevoel blijft uit. En wat ik nu ervaar is waas. Ik voel mijn oogleden zwaar worden...
Dan schijnt de zon plots in mijn gezicht. Langzaam open ik mijn ogen en merk ik op dat ik in een veld vol bloemen ben. De hemel is strakblauw en de lucht voelt licht en warm aan. Ik haal een diepe teug adem. Nog nooit heb ik me zo vredig gevoeld. Alles lijkt zo kalm. Ik ben in een wereld zonder zorgen. Ik voel het. Ik weet het. 'Het voelt goed, he?' hoor ik plots een stem zeggen. Ik kijk verbaasd naar rechts, waar een meisje zit. Haar lange zwarte haren glansen door het zonlicht, haar bruine ogen stralen alleen maar leven uit. Ik weet meteen wat haar naam is. Ik weet meteen wie ze is.
'Het voelt goed,' glimlach ik naar mezelf. Ze lacht en even lijkt ze te gloeien. 'Je kan hier zoveel mogelijk zijn. Je weet nu hoe je hier komt,' zegt ze dan en ze richt haar helderbruine ogen op de bloemen om ons heen. 'Dit is jouw plekje. Jouw ideale plek. De plek van je dromen,' gaat ze dan verder. 'Mijn plekje,' fluister ik zacht en ik raak even een zonnebloem aan. 'Ons plekje,' verbetert ze me lachend. Onze blikken kruisen elkaar aan. 'Goed, ons plekje,' knik ik voldaan en ik staar haar diep in haar ogen aan.
Zo volmaakt heb ik mezelf nog nooit gezien. Ik bespeur geen enkele verdriet of ernst in haar ogen. Zo wil ik ook zijn. 'Geen haast, je zal ooit net als mij worden. Heb geduld,' zegt ze plots, alsof ze mijn gedachtes kan lezen. Ik kijk haar een tikkelje geschrokken aan. Maar ze kalmeert me meteen door te lachen. 'Er is nog veel meer. Je zal zien,' knikt ze.
En ze zwaait even met haar armen. Een koel windje waait over ons heen. 'Je zal zien,' herhaalt ze haar woorden. En ik kan niks anders doen dan haar geloven op haar woorden.Ik glimlach weer en richt mijn blik op de horizon in de verte...
JE LEEST
CHANGE
RomanceValentina Sofia Gomes (17) heeft in het verleden iets traumatisch meegemaakt. Het heeft haar gevormd tot de persoon die ze nu is. Maar toch merk je er niks van. Ze gedraagt zich als een echte tienermeisje met veel te veel hormonen in haar lijf. Maar...