38 Versiering

139 14 4
                                    

Ik laat expres een ruimte tussen mij en Harry, en hij laat het bewust toe. Zijn grote lichaam gaat richting de secretaresse. Ze zeggen iets en ze lacht; ik wou dat mijn gehoor beter was. Harry lijkt zelfverzekerd, en tegelijkertijd ook gevoeliger. Hij lacht met haar en knipoogt waardoor ze weg kijkt. Ik leun onopvallend tegen de balie aan. Alsof ik er niet bijsta.
"Dan zie je me dus nog een keer?" Haar stem klinkt zelfs hoopvol.
"Gelukkig wel. Je lijkt me een enorm aangenaam persoon." Ze glimlacht en bloost.
"Wel, de afspraak is pas volgende maand, ik weet niet of je zo lang nog kan wachten." Harry glimlacht zoals alleen hij dat kan.
"Voor iemand speciaal, kan ik een eeuwigheid wachten." Zijn ogen flitsen kort doorheen de ruimte, ik heb de indruk dat hij mijn blik opzoekt, maar de planten zitten in de weg. Hij herpakt zich echter. "Maar, hoe sneller, hoe beter natuurlijk." Zijn stem is een hese opwindende fluistering die me ook even mijn adem doet inhouden. Kan ze dat weerstaan? Het is stil, maar ik merk hoe ze met een verleidelijke grijns een kaartje naar hem toe schuift, en een officieel afsprakenkaartje.
"Ik hoop dat ik niet zomaar iemand ben."
"Natuurlijk niet, Vanessa." Ze ziet er tevreden uit. Ik grijns, maar voel ook iets anders na ongeloof en mank richting de uitgang. Harry volgt me snel. Ik grijns naar hem, maar probeer niets opvallend te doen, dit is een druk openbaar stuk.
"Ongelooflijk jij." Hij lacht en schudt zijn krullerige haar.
"Ik zei toch, als ik zou willen, zou ik een vriendin hebben."
"Ik snap echt niet dat je dat niet wilt." Mijn blik dwaalt doorheen de straten. We wachten voor een verkeerslicht dat met op rood gesprongen is, om naar de parkeergarage te gaan. Wel, Harry gaat en hij pikt mij op. Achteraan springt het verkeerslicht ook op rood, maar een oude vrouw steekt roekeloos over en schuift uit over de natgeregende tegels. Ik hoor de auto's rijden en zonder dat ik het besef sprint ik naar haar toe. Ik weet niet hoe, ik voel enkel blinde pijn en de drang haar overeind te helpen. Naast me vertrekt al een ongeduldige auto terwijl zij kijkt alsof ze niet weet wat er gebeurt; of alsof ze het beseft en weet dat ze dood kan gaan. Ik help haar snel overeind en trek haar mee aan de kant van de weg zodat ze weg is van de gevaarlijke auto's. Ik hoor niets en voel niets als ik haar bestudeer. "Bent u oké?" Ze glimlacht niet, daar is ze te verbaasd voor, maar knikt dan.
"Dat was gevaarlijk van je." Ik knik en kijk kort naar de overkant van de weg, waar Harry staat met mijn krukken en een zware frons. Achter me hoor ik een jongen roepen.
"Dat was echt geweldig Louis!" Ik frons en draai me om. "Je bent praktisch op een been naar haar gelopen en toch!" Ik knik en glimlach uit beleefdheid. Door het groene licht is Harry al snel bij me en overhandigt hij me mijn krukken.
"Idioot!" Hij gromt het laag en enorm dreigend, maar het komt niet aan. Ik voel slechts hoe mijn enkel begint te zwellen en pijn doet.
"Ik ga haar niet om ver laten rijden." Harry schudt zijn hoofd en zegt niets. Hij wandelt de parkeergarage in terwijl ik wacht aan de ingang. Was het zo verkeerd? Door mijn mentale afwezigheid lijkt het alsof Harry snel terug is, ik stap in.
"Ik kon haar daar niet laten omverrijden Harry. De eerste zag het, maar de volgende zou het niet gezien hebben en haar omver gereden hebben." Harry bijt op zijn eigen tanden waardoor zijn sterke kaaklijn en aders bij zijn voorhoofd tevoorschijn komen.
"Je bent roekeloos Louis. Je bent meer waard dan dat." Verbaasd door dat valt mijn mond open.
"Iedereen is even veel waard Harry, voetballer of niet."
"Een jongen heeft je gefilmd." Hij kijkt strak voor zich uit, alsof dat mijn straf is. Hij is koud voor me.
"Ik kan je echt niet geloven." Gefrustreerd drink ik wat water waarna ik de drang om uit te stappen negeer.
"Zelfopoffering is niets waard Louis." Ik zwijg lang voordat ik over mijn koppigheid heen geraak.
"Dat was dat helemaal niet." Boos op zijn reactie zwijg ik. Hij lijkt te willen reageren daarop, maar doet het niet. "Je mag me bij Niall afzetten." Ik stel het adres in bij de gps, maar Harry reageert niet. "En als je zin hebt, Vanessa bellen." Ik weet dat ik even gemeen doe, maar als je me kwaad maakt, ben ik ook echt kwaad. Ik frons als Harry een duidelijk bevel van de gpsstem negeert en verder naar mijn huis rijdt. "Dus, je brengt me niet naar hem?" Agressief verhef ik mijn stem als hij de gps uitzet en even koppig voor zich uit staart.
"Ik moet met je praten."
"Wel, doe dat nu dan?!" Ik kan niets controleren en dat maakt me wanhopig en kwaad. Als hij parkeert, stap ik onmiddellijk uit en loop ik zonder krukken, met mijn enkel die het net wel, net niet begeeft, naar de lift. Ik ga zonder hem naar boven en sluit de deur waarna ik met een snelle ademhaling door de spanning me tegen de deur aan laat zakken.
"Louis doen open!" Zijn stem is bars en laag. Ik negeer hem, doe alsof hij er niet is. Op een of andere manier weet hij de code waardoor ik mezelf tegen de deur zet om tegen te gaan duwen. Mijn verzwakte lichaam dat maar 1 verankering heeft verliest echter onmiddellijk. Hij is groot en dreigend terwijl ik gewoon blijf staan waar ik stond.
"Ik wil niet praten." Ik spuug het laatste woord uit en versper de doorgang voor hem.
"Laat me verder komen." Ik schud mijn hoofd, hij draait het zijne. Als ik niet op zijn aandringende blik reageer, zetten zijn stevige handen zich tegen mijn middel aan een duwen ze me opzij, of dat wil hij toch. Ik vloek en duw hem terug achteruit, mezelf ervan weerhoudend om geweld te gebruiken. Zijn gefrustreerde blik zegt genoeg, maar ik duw hem opnieuw achteruit waardoor hij me in een plotse beweging tegen de muur aan duwt en de deur toe duwt. Met een arm houdt hij me makkelijk op mijn plaats; hoe kan hij zo sterk zijn?
"Offer jezelf niet zo op Louis!" Mijn hart klopt luid en opgejaagd, maar zijn groene ogen brengen kalmte, of dat willen ze toch.

Close contact. Furious contact.

Link'sWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu