47 Neergestoken

141 13 4
                                    

Ik vervloek mezelf gedurende de rest van de nacht. Verschillende kasten liggen inmiddels op de grond door mijn toenemende wanhoop die resulteert in pure agressie. De slaap komt enorm laat en voelt als onbestaande aan wanneer ik de volgende morgen naar mijn training rijd. Ik voel weinig of niets, James merkt het ook; hij probeert zelfs wat te dollen met me, maar het lukt hem slecht om me even de leegte te doen vergeten. Ik bekijk de teamtraining kort en haal Phoebe op van haar danslessen, om daarna alleen in mijn appartement in slaap te vallen. In de avond besluit ik terug even te gaan zwemmen, maar niets doet me de vorige avond vergeten.

Het is laat en ik lig half te slapen op de bank, kijkend naar een fucking saaie biljartmatch. Mijn maag is leeg en mijn hersenen zijn sober, maar toch twijfel ik even of de bel daadwerkelijk ging. Ik frons en bekijk kort de klok, het is één uur 's nachts, of moet ik 's morgens zeggen. Zonder na te denken doe ik open in slechts een trainingsbroek. Ik merk pas wie het is als ik een paar volle lippen op de mijne voel en mijn lichaam daar onmiddellijk op reageert. Ik kreun kort en duw Harry van me af, de deur sluitend en verdwaasd kijkend. Dit is een droom. Nee. Mijn lippen branden, mijn buik ook. Mijn zicht is pas laat scherp door mijn slapende toestand. Ik mopper in mezelf om vervolgens te gaan zitten en bestuderend de man te bekijken.
"Ik was aan het slapen."
"Ik was dat gisteren van plan." Zijn ogen priemen in de mijne, zijn lippen zien er nog vochtig uit van de mijne waardoor ik de neiging heb met mijn vingers over mijn brandende lippen te gaan; was dat echt? Is dit zelfs echt? Is dit geen nachtmerrie? Of een natte droom?
"Ik dacht dat je me wou laten gaan." Het klinkt als een beschuldiging en dat is het ook, Harry zucht enkel en gaat ver genoeg van me op de bank zitten.
"Willen en kunnen is jammer genoeg een groot verschil Louis." Ik zwijg en probeer mentaal wakker te blijven, wat wil hij nou?
"Zeg wat je komt zeggen." Harry zwijgt een lange tijd waardoor ik hem fronsend aankijk.
"Je bent moe, ik praat morgen wel met je." Zijn blik valt op de propere keuken en de tv waarbij de Ierse kerel het biljartspel gewonnen heeft. Op een of andere manier voel ik me moe als hij dichterbij komt, verlies ik dan ook het bewustzijn.

Ik kreun als ik wakker word door het ochtendlicht. Mijn hoofd voelt licht aan doordat ik een keer niets gedroomd heb. Als ik rond kijk, verward door gisterenavond, vind ik Harry's schaduw terug in een stoel. Hij glimlacht kort, ik niet. Zijn sterke lichaam is te ver weg van het mijne.
"We gingen praten." Mijn stem klinkt nog rauw van de korte nacht.
"Je moet eerst eten en-" Ik sta abrupt op, grijp me vast bij de muur en praat ondertussen al verder.
"Nu Harry, geen excuses. Mijn hart is er erger aan toe dan mijn maag." De man knippert kort een paar keer met een zielige blik in zijn ogen en knikt dan. Ik wandel naar de keuken en ga in het zonnetje zitten op het terras, Harry lijkt het daar niet eens mee te zijn aan zijn twijfel te zien.
"Kunnen we dit binnen doen, alsjeblieft?" Ik open mijn mond al om 'nee' te zeggen, maar als ik de oprechte smekende blik zie, slik ik zelf kort en ga ik dan toch tegenover hem staan in de woonkamer, ongemakkelijk.
"Waarom ben je teruggekomen...voor me?" Harry's grasgroene ogen benemen me de adem.
"Je missen deed me meer pijn dan ik wou." Hij kijkt me niet aan, zijn hese stem wil duidelijk romantische dingen zeggen, maar door de plotseling nervositeit lukt het niet helemaal. Zijn ene hand draait met de ringen aan de andere. "Louis, ik ben zo slecht met mensen, maar laat me tonen dat ik het meen." Hij smeekt, o God, de knappe halfgod smeekt voor mij, om mij. Mijn buik kan dit even niet aan. "De gedachte dat iemand anders je zou krijgen, heb ik lang proberen te accepteren, maar ik krijg mezelf er niet over gezet." Hij slikt en werpt een korte blik op me. "Plus, echt goed zie je er niet uit zonder mijn zorg." Hij zucht kort en komt dichterbij, zijn grote handen raken me net niet aan, maar zijn geest omsingelt wel mijn hart en knijpt het geleidelijk aan samen zodat mijn hartslag onder zijn gevoelige blik dramatisch stijgt. "Je verdient iemand die je met elke hartslag die je hebt, van je houdt. Ik zou dat kunnen doen, maar ik ben niet goed voor je, Louis." Ik frons; gaat hij na heel deze liefdesrede zichzelf nog verdoemen? "Ik ben niet goed voor je." Hij fluistert het opnieuw, ik frons dieper en schud wanhopig mijn hoofd.
"Nee Har, luister naar me!" Bij die naam kijkt hij nog gevoeliger op waardoor ik even naar adem en woorden zoek. "Jij bent degene die voor mijn eerste nachtrust zonder nachtmerries gezorgd heeft. Jij maakt me blij, jij doet me genieten, jij leert me leven!" Hij schudt zijn hoofd, ik kom dichterbij, maar Harry lijkt te panikeren en gaat juist achteruit. Wat doet hij toch?
"Je was gewoon eenzaam Lou, iedereen kan dat gat voor je opvullen." Ik schud mijn hoofd opnieuw, hij gebruikte weer die naam. "Ik moet gaan. Hoe langer ik hier blijf, hoe langer ik lijd om dingen waar ik niets aan kan veranderen."
"Wat bedoel je?" Ik loop voor hem uit en blokkeer zijn doorgang naar de lift. Harry aarzelt even en blijft staan. Hij tuit zijn lippen en komt dichterbij, mijn hart stopt met kloppen en mijn wangen worden vuurrood.
"Zoals ik al zei Louis: ik ben niet goed voor je en ik kan het je niet uitleggen. Neem het van mij aan: je bent beter af zonder mij." Zijn lippen raken kort mijn slaap waarna hij zonder enige moeite mijn lichaam aan de kant zet en van me weg stapt.
"Harry-" De tranen zitten ondertussen in mijn ogen en keel waardoor het geluid verstikkend klinkt. "Har...niet doen!" Ik tril hevig waardoor er al snel tranen biggelen, ik zie zijn figuur wazig als hij zich nog kort naar me toe draait.
"Offer jezelf nooit meer op Louis, je bent meer waard dan dat." Hij aarzelt, maar als ik naar hem toe wil stappen, duwt hij snel op het liftknopje en sluit de deur voor mijn ogen. Een gepijnigde kreet verlaat mijn mond terwijl ik vloekend op het liftknopje duw, zo vaak en zo snel en zo boos als ik kan, maar als ik eindelijk met de trap naar beneden gelopen ben, is hij al weg. Mijn snikken worden luider, mijn hart schreeuwt pijnlijker.
"Ik begrijp het niet Harry! Dit is zo oneerlijk!" Ik jammer en vloek op mijn weg naar boven, mijn hart voelt aan alsof er zonet een dolk ingestoken is en ik die er zelf moet uittrekken; hij laat me achter met een steekwonde waarvan ik zelf de ergste pijn maar moet doorstaan.

Wie weet nog wat hij/zij voelt hier? Louis en Harry zijn de weg naar elkaar kwijt.

Link'sWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu