74 Afwachten

147 11 9
                                    


"Hoe ging je les?" Net zoals vroeger haal ik Phoebe op. Ze glimlacht braafjes en legt haar tas op de achterbank.
"Wel goed. Alles ging soepel vandaag."
"Dat gevoel ken ik." Ik grijns en rijd haar naar huis waar ik haar afzet en even check of er eten is. Lottie staat met een chagrijnig gezicht achter een pot, dus het zal wel goed zijn zeker? Ik geef haar een korte kus op haar wang.
"Alles goed?" Ze knikt en haalt haar ene arm van haar zij.
"Wat rugpijn." Hoe vaak ik dat al niet gehoord heb. "Eet je mee?" Ik schud mijn hoofd, beseffend dat de toon in haar stem dat antwoord ook wou. Waarschijnlijk heeft ze niet genoeg gemaakt voor iemand extra.
"Ik eet thuis wel, het is goed." Ik omhels haar kort en ga dan terug naar buiten. Daisy zit toch te oplettend naar een soap te kijken. In plaats van naar mijn appartement te rijden zoals gezegd, rijd ik naar een groot appartement met glazen bekleding. Ik merk Harry's gestalte al op als ik de parking oprijd en parkeer ook vlak naast zijn auto. Hij omhelst me kort, ik glimlach en ga snel naar binnen omdat het verrekes koud is vandaag.
"Heb je honger?" Ik geef hem een blik.
"Dat je dat nog moet vragen. Ik heb zelfs bijna een Niall-honger." Harry glimlacht charmant en stapt uit de lift met me. We zitten op de bovenste etage, een privétafel en privé-etage waarbij er netjes een glas water klaar staat. "Wat eten we zelfs?"
"Jij eet, bedoel je." Hij grijnst en gaat tegenover me zitten. Ik moet niet raden naar de substantie in zijn glas.
"Misschien had ik toch maar die dokter moeten kiezen." De man wiens haar lichtjes krult, glimlacht en slaat zijn portie alcohol in één keer achterover.
"Zij kan het niet zo gezellig maken als ik." Ik knik en merk dat mijn rechterpink begint te trillen, iets later voel ik me duizelig en draaierig. Misselijkheid komt opzetten en Harry's stem klinkt van ver. "Louis? Kijk me aan." Mijn ogen zoeken naar zijn gestalte, maar ik voel zijn aanwezigheid pas als zijn armen zich rond me slaan en me zittend houden. Alles voor mijn ogen wordt zo enorm wazig, wat is dit?
'Je moet hem verzorgen Louis. Dat had je beloofd. Voor altijd bij hem.' Een vrouwelijke stem schalt doorheen mijn hersenpan en doet me ineen krimpen. Harry's gezicht voor het mijne is totaal onscherp terwijl ik probeer te ademen.
'Je hebt hem zo vaak verlaten dat je het nu goed moet maken, lieverd. Ik vind je nog steeds een geweldige man.' Ik slik onbewust en proef iets bitter. Mijn tong gaat opzoek naar waar het vandaan komt. Harry's pols drukt stevig tegen mijn mond aan. Ik proef het en deins even terug, maar de zoete aroma's die erna komen doen me van hem drinken. Als ik terug scherp zie, laat ik hem verschrikt los. Plotseling. Mijn mond is open, opzoek naar adem terwijl mijn hoofd opzoek is naar een zakdoek. Harry veegt bezorgd een pluk haar uit mijn gezicht.
"Gaat het Lou?" Ik knik, lichtjes klam van de inspanning en zoek steun bij hem. Mijn redder.
"Er was een vrouwenstem. Ze beschuldigde me." Harry knikt loom, alsof hij niet compleet verbaasd is.
"Ze gebruikt je als je zwak bent." Ik frons en haal Hars hand van mijn wang af, maar blijf hem wel vasthouden.
"Ze?" Hij kucht. Groene ogen zoeken de mijne, voorzichtig.
"Mijn moeder. Ze mag je, maar ze mag je ook niet zo gebruiken." Ik zwijg kort en observeer hem, maar veel kan ik niet afleiden uit zijn open heldere blik en bezorgde houding.
"Waren jullie close?" Hij knikt zwijgend, mijn hersenen maken de klik met de boodschap van daarnet; het ging over haar geliefde zoon, Harry dus. "En waarom ik?" Harry lacht en komt vanaf zijn hurken terug overeind. Het is een cynische lach die me mijn rug tegen de leuning van de stoel doet zetten. Mijn honger is over, mijn ogen branden op zijn gezicht.
"Die vraag heb ik mezelf ook al duizend maal gesteld. Waarom jij? Telkens een arme jongen met een groot hart die opklimt in de maatschappij en daar gaat preken voor de armen alsof God je gestuurd heeft, om dan door goddeloze mensen gedood te worden." Ik slik, volgens mij heb ik Harry nog nooit zoveel woorden in een luttele warme adem horen zeggen. Zijn ogen staren onwennig naar mij voordat hij weer gaat zitten, tegenover me. Met een schuldbewust blik. "Dat had ik niet moeten zeggen." Ik kan geen woord uitbrengen. Meer dan fascinatie voel ik niet. Het is zo simpel, maar toch krijg ik geen woord over mijn lippen.
"Hoe komt het dat jij niet sterft dan?" Mijn stem is pieperig en klein vergeleken met zijn lage sterke stem.
"Omdat ik telkens degene ben die jou moet zien sterven. Deze keer niet. Deze keer blijf ik bij je." Ik frons en haal mijn lippen opnieuw van elkaar.
"En wat als er een auto-ongeval is ofzo? Daar kan jij toch niets aan doen." Een cynische grijns en een opgetrokken wenkbrauw doen opnieuw mijn haar omhoog staan.
"Zo werkt het lot niet, Louis." Ik lach kort omdat hij het lot wijt aan alles, maar dat stopt snel als Har serieus blijft.
"Dat meen je niet? Het lot? Dat is net alsof je een arm pimpelmeesje gaat zeggen dat hij niet daar mag zitten, want die tak kan wel eens afbreken, net als alle anderen." Harry schudt zijn hoofd en haalt kort zijn tong over zijn volle lippen, Ik neen een slok drinken in mijn mond, het koelt af, maar mijn blik blijft gefocust op de man voor me.
"Nee, het lot bepaalt of het vogeltje net op tijd kan wegvliegen, of niet." De deur wordt geopend. Een ober draagt een grote schaal met allerlei groenten en kleine gezonde hapjes. Ik mompel een dankjewel en houd het staargevecht met Harry vol totdat de deur opnieuw dicht gaat. Dan krijg ik honger en neem ik een stuk wortel om die te dippen in een sausje. "Snap je wat ik bedoel Louis?" Ik knik, zijn stem klinkt zo bazig dat ik wel moet knikken. Toch staan zijn groene ogen zachter, hij wil mijn oprechte mening.
"Ja, het blijft absurd. Dit hele circus."
"Circus." Harry lacht nadat hij het uitsprak als een nieuw, vreemd woord. "Ik kan wel kunstjes ja, maar dat kan een hond ook."
"Eindelijk eens een keer dat je jezelf niet met een beest vergelijkt." Ik grijns en knabbel verder aan een stuk bloemkool. Harry snuift en knikt dan.
"Gelijk heb je wel altijd, Louis." Zijn groene oogjes blinken en doen mijn hart kort zweven. Als hij ooit vertrekt, ga ik me zo leeg voelen.

Hoe lief zijn ze?

Er waren zoveel leuke reacties op het vorige hoofdstuk! Ik mag niets verklappen uiteraard... ;)

Link'sWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu