53 Slaap-wel

150 13 0
                                    

Harry laat me met rust als ik in het bed wil gaan liggen. Het ziet er naar uit dat hij niet bij me gaat komen. In het donker stap ik naar hem toe. Als je zijn silhouet met zijn sterke lichaam zo ziet, begrijp je wel dat hij anders is. Ik moet op de tast gaan en vloek ook kort wat waardoor ik meen een snuif te horen.
"Jij ziet in het donker?" Als ik met mijn hand iets zij-achtig raak glimlach ik, maar wacht eerst op zijn hese stem.
"Beter dan in het licht Louis." Hij neemt mijn hand vast en kust mijn knokkels. Mijn hart slaat een paar slagen over waarna ik tot tegen hem aan loop.
"Gevonden." Harry's licht glimmende ogen doen me kort twijfelen, is dit wel wat hij wil? "Ben je er oké mee dat ik gewoon...?" Ik voel mijn hart kloppen in mijn keel. Ik zie geen steek en voor me staat een dodelijk wezen, dat ik zou moeten kennen.
"Ja Lou, kalmeer alsjeblieft." Ik voel zijn ruwe handen langs mijn gezicht gaan en slik als hij verder spreekt. "Ik ruik je angst. Er is niets om bang voor te zijn." Ik geef hem een zenuwachtig lachje.
"Wel, eigenlijk is er dat wel." Mijn wenkbrauwen schieten veelbeduidend de lucht in. In tegenstelling tot wat ik zei, sla ik mijn armen rond zijn hals. Ik voel hem kort verstrakken onder die beweging, maar als ik mijn vingers door zijn haar laat gaan, ontspant hij met een zuchtje. "Ga je niet mee slapen? Ik wil nog wel eens een goede nachtrust." Ik mompel het zachtjes terwijl mijn lichaam tegen het zijne aanleunt, hij is zo sterk dat hij het zelf aanbiedt.
"Ik blijf in de buurt." Zijn stem klinkt dik, ik schud mijn hoofd maar voel hem als reactie daarop verstrakken. "Nee Louis, ga maar slapen." Zijn adem kriebelt tegen mijn slaap net voordat ik een kus voel. Ik smelt meteen en grinnik als ik probeer op te maken waar zijn mond juist zit door met mijn handen zijn gezicht te omvatten.
"Een beetje hulp?" Harry lijkt zelf ook te grijnzen.
"Ik vind het wel prima zo." Als ik zijn warme adem dichterbij voel, kus ik hem teder. Het is er maar half op, maar Harry vindt snel mijn gehele lippen en zoent me teder en kort. Voordat ik mijn ogen kan opendoen; draagt hij me doorheen de kamer.
"Har-" Zijn ontspannen ademhaling en sht-geluidje doet me iets meer ontspannen. Als ik een bed onder me voel en zijn geur overal ruik, frons ik lichtjes. Het is even doodstil. "Als je je bedenkt, altijd." Ik murmel het waarna hij mijn voorhoofd onverwacht kust en de kamer verlaat. Hier lig ik dan.

Ik hoor gordijnen openschuiven en mompel wat lelijke verwensingen, mijn lichaam is uitgeput, denk ik toch. Maar mijn hersenen voelen even zwaar aan, alsof ik een hele nacht heb liggen tobben. Geen dromen gehad, diep aan een stuk geslapen, eigenlijk moet ik niet klagen. Kon ik die verdomd mooie Harry nu maar bij me in bed krijgen hier, zonder mezelf te verplaatsen.
"Ik hoor je hartslag versnellen, Louis." Ik negeer hem en houd mijn ogen gesloten, ondanks dat zijn stem klonk alsof hij op zijn minst glimlachte. "Het is tijd om wakker te worden, ook al haat je dat tot in de eeuwigheid." Ik reageer weinig op de geprobeerde mop, open enkel een oog.
"Kom langs me liggen." Ik zucht vermoeid en steek mijn hand uit naar zijn lichaam dat bij het voeteinde staat. Het duurt niet lang voordat ik een koude hand tegen de mijne voel en frons. "Je bent koud."
"Ik ben altijd al koud geweest." Ik schud mijn hoofd, mijn beide ogen zijn nu geopend, ik bekijk hem.
"Niet waar. Je bent altijd warm geweest."
"De voorbije maand voor jou om menselijk over te komen, klopt." Ik frons.
"Zijn vampiers normaal koud?" Hij knikt en leidt me enorm af door met zijn volle roze lippen langs mijn knokkels te glijden en kussen. "Hoe word je dan warm?" Harry zucht niet, maar ik zie aan de blik in zijn ogen dat hij hier liever niet over praat.
"Ik ben veranderd sinds jouw eerste bestaan. Deels mens, deels vampier. Vampiereten houdt me een vampier." Er zitten verschillende ringen rond zijn slanke lange vingers, maar toch is er eentje die ik de mooiste vind, vooral omdat ik de kleur erin herken.
"Die blauwe, is dat-"
"Jouw vroegere oogkleur." Hij beaamt het met een glimlachje en kust opnieuw mijn handrug. Eigenlijk heb ik nog steeds dezelfde oogkleur als toen. "Je moet opstaan." Ik kom overeind en sla mijn armen om zijn lichaam heen. Als ik naar achter wil vallen en hem zo mee wil trekken, lukt het echter niet. Hij blijft gewoon zitten met dat sterke lichaam van hem. Ik vloek, mijn borstkas is strak tegen de zijne en toch wint hij zo makkelijk van me; hij lijkt niet eens moeite te doen met die ontspannen blik op zijn gezicht.
"Dit is geen strijd voor me Lou." Hij kust teder mijn slaap en trekt me mee overeind met hem. Ik duizel, maar hij laat me pas los als ik me terug steviger voel.
"Om te ontbijten, zijn je broer en zijn vrouw daar nog?" Op een of andere manier lijkt het alsof ik maar een paar woorden moet zeggen of hij weet al wat ik ga vragen, dus moet hij elke keer geduldig wachten tot ik klaar ben met de hele zin uit te spreken. Hij knikt dan ook te snel voor een mens.
"Je zult geen last van ze hebben, beloofd." Ik glimlach als hij met me opstaat en verras hem door hem tegen de muur aan te duwen en mijn vingers achteraan in zijn onderrug koel naar beneden laat glijden. Zijn ogen zijn donker en zijn ademhaling klinkt gejaagd als hij me zonder enige verlegenheid vol zoent, begerig naar meer. Ik grijns en probeer zijn veel sterkere lichaam op zijn plaats te houden door het mijne er tegen aan te duwen. Als ik mijn vingers vooraan bijna in zijn hoge V-line schuif trilt hij onder mij en proef ik koper. Meteen duwt hij me met onmenselijk grote kracht naar achteren. Onbewust ga ik met mijn vingers naar mijn lippen, daar bloed het. Hij heeft waarschijnlijk met zijn hoektanden per ongeluk mijn onderlip opengescheurd en nu zijn, zijn ogen bloedrood en vecht hij met zichzelf.

En wat gaat Harry nu doen?

Link'sWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu