92 Verzen

147 9 1
                                    

Ik lach als ik Harry's gezicht terug zie en ga langs hem zitten. Zijn krullen zien er enorm slordig uit en dat versterkt mijn innerlijke, romantische gevoel.
"Dan zou ik dat voortdurend moeten zeggen, knappe lieve sterke Beer." Hij trekt zijn wenkbrauwen lichtjes op, ik wil hem zoenen, maar hij grijnst enkel stom.
"Is dat alles wat je over me te zeggen hebt?"
"Moet ik aan een heuse liefdesverklaring beginnen?" Zijn groene ogen verzachten kort, vernauwde pupillen flitsen heen en weer waarna de witte tanden voorzichtig doorbreken en zijn stevige schouders zakken.
"Dat mag altijd." Ik begin onhandig te lachen als ik aan alles denk wat ik zou willen zeggen.
"Dat is zo raar om te zeggen."
"Vindt de generatie van nu." Hij glimlacht charmant en zet zich nog iets comfortabeler in mijn bank. "Vroeger hoorde je niets anders dan dat."
"Tijdens de middeleeuwen ja; hoofse minne." Ik geef hem een blik die wil zeggen dat ik het wel allemaal weet uit de boeken, maar dat is eigenlijk onbeleefd. Ik heb een pratend geschiedenisboek naast me zitten. "Nee, vertel."
"Over jou?" Hij grijnst, zijn groene ogen beginnen te blinken waardoor ik mijn blik kort afdraai en opnieuw lach.
"Wat jij wilt, schatje." Hij draait zich meer naar me toe, met zijn lange benen onhandig gebogen en zijn rug tegen de leuning aan. Op deze manier staan zijn schouders parallel met de mijne en kan hij me nog indringender aankijken, alsof ik nog geen kippenvel had.
"Ik vind je zo mooi om je puurheid. Geen poespas en gezever, je handelt rechtuit en spontaan. Je blik op de maatschappij en respect voor elke medemens en natuur is iets wat anderen vanzelfsprekend vinden, maar niet zo kunnen toepassen als jij. Je humor en positiviteit, ondanks dipjes waar je snel uitkomt. Je vastberadenheid om dat te bereiken wat jij wilt, of dat nu seks of twee uur lopen is." Hij glimlacht, ik niet meer. Het is enorm raar om iemand zo'n dingen over je te horen zeggen. Waarschijnlijk heeft hij gelijk, maar zo beleef ik de wereld om me heen niet.
"Ik probeer de wereld gewoon voor iedereen wat mooier te maken." Harry glimlacht en buigt zich naar me toe, zijn armen bungelen tussen ons in terwijl zijn lippen duidelijk op zoek zijn naar die van mij.
"Dat is net wat ik je probeerde uit te leggen." Ik kus hem toch maar kort en wrijf eens door zijn wilde haardos. Het steekt letterlijk alle kanten uit en doet me glimlachen.
"Op een negatievere manier."
"Jij bent de positieve hier."
"Dan zijn we zoals magneten." Ik ga terug zitten en bekijk de man; ben ik nu verplicht om ook zulke dingen te zeggen? Want die gedachte zou me enorm nerveus maken, zoals ik nu al ben, en ik word rood, ja, ik voel het... Blik afwenden en doen alsof je die lichtjes in de bosgroene ogen niet zag. Misschien was ik er even in verdwaald. Ik doe alsof ik anders ga zitten, beland in dezelfde houding, en voel mijn mond opengaan als ik weer naar Harry kijk.
Hij zit met een brede grijns me aan te staren en lacht dan.
"Ik heb je zo ongemakkelijk gemaakt." Ik weiger te knikken en negeer die opmerking gewoon waardoor hij nog harder begint te grijnzen en uiteindelijk in de lach schiet. Nu hebben we beiden rode wangetjes. "Komaan Loulou..." Ik gooi een kussen naar zijn hoofd, mijn tanden knarsen op elkaar van concentratie en frustratie.
"Absoluut niet Loulou, Harold!" Zijn blik bevriest bij die naam, maar hij ontdooit al snel als hij het kussen terug op mijn schoot gooit / legt (zijn armen zijn gewoonweg te lang).
"Niet spotten met echte namen, William." Ik grom bij die naam en schuif meer naar achter zodat onze voeten elkaar niet meer raken, eigen schuld. Nu trekt de krullenbol zijn wenkbrauwen omhoog. "Ik zal ook nog eens iets liefs tegen je zeggen, hoor." Ik doe mijn uiterste best om mijn opkomende grijns te onderdrukken en koel in die ogen te staren, maar hij is zo geamuseerd dat het moeilijk is en ik toch een soort van slechte glimlach op mijn gezicht krijg.
"Als ik dat ook bij jou had gedaan, was het nog raarder geweest."
"Voor de moderne mens, ja." Opnieuw dat oude accent uit dat jonge lichaam. Ik schud mijn hoofd.
"Dan schrijf je maar liefdesbriefjes, dat is véél romantischer." Ik rol bijna met mijn ogen om de spot ermee te drijven, maar Harry knikt en knipoogt dan.
"Deal. Mijn brievenbus is...", zijn ogen zoeken doorheen de kamer naar een bruikbaar voorwerp, "de krantenbak." Ik glimlach als ik zijn getuite roze lippen zie en dan de blik als hij me terg aankijkt.
"Dan kies ik de frigo, want vlammen moeten geblust worden." Harry lacht niet waardoor ik mijn hoofd naar hem schudt en mijn wenkbrauwen optrek.
"Ha ha." Dus niet.
"Wat een geweldig meelevende partner ben je toch..." Nu glimlacht hij wel, voordat ik iets kan doen, leunt hij voorover en klemt hij me tussen die extreem sterke armen van hem. Ik span me op en verzet me speels. Hij klemt me tussen zijn sterke bovenbenen en doet mijn buik stevig samentrekken. Ik lach, maar stop daar snel mee, overdonderd door de heftigheid van de opkomende verliefdheid. Harry grijnst en kust me in mijn hals, waardoor ik opnieuw lach en me verder verzet.
"Wat is er, Tomlinson?" Ik probeer me onder hem uit te wringen, mijn sterke benen krijgen me iets meer overeind waardoor ik op ongeveer gelijke ooghoogte kom en me op hem kan laten vallen. Hij zakt niet achteruit, maar vangt me simpelweg op. "Waar ligt je briefpapier?" Ik lach opnieuw en duw tegen zijn schouders, het werkt niet, hij grijnst.
"Goed verstopt." Ik trek plagend mijn wenkbrauwen op en laat het puntje van mijn tong tussen mijn lippen rusten. Meneer ziet het als een uitnodiging en zoent me vol op mijn mond. Ik bijt hem en doe hem zo lachen. Voor eens ben ik eens degene die de vampier bijt. Ik grijns maar kus hem snel terug op zijn roze lippen. "Ik denk niet dat het nu het moment is om te gaan schrijven." Harry pruilt, ik aai eens door zijn krullenbol.
"Jij wilt altijd stoute dingen doen, Boo." Ik raak kort zijn wang aan en glimlach dan.
"Jij stuurde er ongelofelijk op aan."
"Ongelofelijk." Hij draait met zijn ogen en grijnst, ik negeer de draai.
"Volgens mij moet ik trouwens eerst een brief schrijven, als repliek op jouw verzen." Die overigens helemaal niet rijmden, maar goed. Hij knikt en prutst verleidelijk met mijn vingers, ik glimlach en geef hem de blik, hij glimlacht terug.

Met een kloppend hart in mijn keel neem ik de vele trappen naar boven. Het is acht uur, binnen een uur begint de training pas, maar de e-mail van Ludwig verplichtte me om al veel eerder hier te zijn. Alsof mijn biseksualiteit bespreken zo lang kan duren. Ik ben zelfs iets te laat, expres. Wachten voor een gesloten deur zou mijn zenuwen alleen maar verergeren.
"Louis, kom binnen..." De combinatie van trappen en stress zorgt ervoor dat ik duidelijk rode wangen heb als ik snel in het raam mijn eigen reflectie zie. "Zet je. Het is niets ernstigs, hoop ik?" Ik haal mijn schouders op en probeer te glimlachen, volgens mij ziet het er niet uit. Vannacht heeft me overtuigd om dit toch door te zetten. Ik zie Harry veel te graag, zonder hem zou er een eeuwig aanwezig gemis zijn; ik weet niet hoe hij zich vroeger gevoeld moet hebben.
"Voor mij niet, in ieder geval." De man trekt zijn brede wenkbrauwen op en is plotseling duidelijk minder ontspannen.
"Voor jou? Waar zit je mee?" Hij is bezorgd om me, ik ben dan ook een van zijn lievelingsspelers. "Is het die adviseur?" Ik knik en bijt op mijn lip, besluit ermee te stoppen en besef dat ik dit gesprek wou...en wil.
"Ik ben er achter gekomen dat ik biseksueel ben." Het is stil. Hij leunt achterover in zijn stoel, ik besluit verder te praten om gekke gedachten in zijn hoofd te kunnen intomen. Of dat lukt... "Ik ben verliefd geworden op mijn adviseur, voor het eerst ooit op en man. Ik zit ermee dat ik niet met hem in het openbaar kan omgaan zoals een vriend. En dan de pers die foto's heeft gelekt..." Ik wil mijn blik afwenden naar de zwarte bureautafel, maar het lukt me niet. Ik zet hem onbewust onder druk want Ludwig opent zijn mond, maar zegt kort niets.
"Wel Louis, ik weet niet of ik de juiste persoon ben om zoiets aan te vertellen..."
"Ben je homofoob?" Het komt er bruter en onhandiger uit dan had gemogen, hij verplaatst zich dan ook ongemakkelijk. Mijn hart bonkt wild in mijn keel die bijna dicht geknepen is van de spanning.
"Neen..." Ik hoop dat hij altijd zo klinkt, want erg overtuigend was het niet. "Ik begrijp niet goed wat je van me wilt." Zijn ogen rusten kort op het bureaublad, ik besluit iets minder aanvallend te gaan zitten en zet me terug achteruit in mijn stoel die even ongemakkelijk kraakt.
"Ik zou graag je toestemming hebben om dit te vertellen aan de ploeg. Eerst de nabijste spelers, dan kijken naar reacties. Ik wil er voor uit komen, maar ben bang voor de reacties van mijn omgeving... Het is als een soort test...die dan beslist wat ik ga doen." Hij trekt zijn wenkbrauwen op en knikt dan, een vingernagel bevindt zich al bij zijn mond om zenuwachtig te gaan knabbelen.
"Ik wil jou gevoelens en toekomst niet bepalen, Louis. Ik heb je graag, maar dit kan je carrière kosten. Volgens mij ben je je daar wel bewust van..." Hij ademt even diep in en schuift dan met zijn stoel. "Oké, ik waardeer je dapperheid. Ik geef je mijn woord dat ik je zal steunen in je beslissingen en vecht voor een gelijke behandeling." Ik zucht opgelucht en merk nu pas hoe klam mijn handen zijn en hoe pijnlijk stram mijn schouders aanvoelen. "Je verwittigt best eerst de staf voordat je het aan de hele ploeg vertelt." Ik knik en weet niet goed hoe te reageren, mijn hoofd lijkt dan ook veel te enthousiast heen en weer te gaan waardoor ik er snel mee stop.
"Ik ben je echt ontzettend dankbaar."
"Jij hield ons in de Europa League, Louis. Je vecht minuut per minuut voor mijn team, en dat verdient zijn beloning en weder verdienste."" Ik grijns en sta dan op. Buiten lijkt het zachtjes te miezeren, mijn wangen zijn nog steeds rood en ik maak een verwarde indruk.
"Ontzettend bedankt." Ik grijns en schud de man zijn hand waarna hij mee naar buiten loopt en de deur achter ons sluit.

Hij heeft de eerste stap gezet. Spannend.

Link'sWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu