Als mijn telefoon onderweg afgaat, neem ik niet op. Ik moet echt wel mijn twee handen aan het stuur houden en me volledig concentreren om nergens tegenaan te rijden. De windstoten zijn verschrikkelijk en mijn ruitenwissers gaan zo hard als het kan waardoor ik er hoorndol van word als ik er twee secondes naar durf te kijken. Als het verdomde toestel maar blijft gaan, niet een of twee keer, maar een keer of vijf, zet ik me halverwege op een verlaten parking van een of andere winkel.
"Met Louis!" En of dat boos klinkt. Ik zucht en adem eens diep in. Naast de irritatie komt er toch een beetje schuldbesef opzetten.
"Ik moest je gewoon aan de lijn krijgen. Waar ben je ergens? Toch niet in de auto?" Ik zucht en zet de airco aan zodat mijn voorruit niet helemaal aanslaat.
"Jawel. Nu sta ik aan de kant aangezien je me honderden keren bleef bellen." De gedachte aan de krullenbol die wel degelijk aan me denkt, kalmeert me beetje bij beetje.
"Ik wil niet dat je in zo'n weer rijd. Ik kom je halen."
"En mijn auto dan? Ik ben er echt bijna, Har." Het is gewoon een slecht plan. Hij geraakt niet droog hier en mijn auto laat ik hier absoluut niet staan.
"Ik kan tot bij je lopen."
"Doe niet zo gek." Ik start de auto terug en zet het geluid van de radio meteen af. "Ik zet nu de handsfree in zodat je me elke seconde kan horen en ik vertrek. Ontspan." Ik start langzaam en bol dan van de parking af om terug op de weg te gaan. Het kost me veel moeite om niet in de watersporen te belanden, want aquaplaning is echt niet aan te raden.
"Blijf praten."
"Ik heb mijn handen vol met de auto en het weer, lieverd." Ik frons en stuur nog net op tijd bij. Het kost me veel moeite om netjes recht te blijven bollen.
"Ik kom naar je toe."
"Dat is onzin, ik zit in een rijdende auto, Har. Leid me niet af!" Ik geef stiekem wat gas bij en moet dan weer stoppen voor een omspringend verkeerslicht; de vloeken rollen van mijn tong.
"Je zit ergens binnen, hoop ik?"
"Ik sta onder je parkeergarage. Hoe ver is het nog?" Hij staat niet stil. Ik hoor de weergalm van zijn voetstappen in de holle betonnen ruimte.
"Nog een straat, relax." Het is groen en ik draai af. Het kost me veel moeite om de auto aan het remmen te krijgen als ik naar beneden moet rijden in de garage, dus besluit ik om de handrem op te trekken op het einde; dit is echt niet normaal. Het is alsof de remmen niet meer werken met dat water.
"Je bent zo'n verschrikkelijke idioot, Tomlinson." Ik geef hem een blik vanuit mijn raam, duw het gesprek weg. Hij ziet er enorm boos uit. Dat veroorzaakt dat hij er ook nog enorm aantrekkelijk bij is. De zwarte strakke kledij lijkt hem nog zo veel mooier te passen als die roze lippen me toespreken bij het openen van de deur. "Nooit meer!" Ik glimlach om de echte tirannie in zijn stem.
"Het is oké, beloofd. Kom hier." Mijn armen ontvangen de twijfelachtige vampier, ik neem hem stevig vast. Hij is gewoon verschrikkelijk bezorgd, en dat snap ik absoluut, het is zelfs enorm lief en schattig. "Het is oké, Har." Ik wrijf kort door zijn krullerige haar, hij knikt traag. De grijze ogen worden terug groener als hij een stap van me wegzet en mijn tas uit de auto haalt.
"Was de reactie van Dele ook oké?"
"Niall heeft een beetje richting gegeven, maar het ging wel goed, denk ik." Ik adem eens in en wandel naar de lift, met mijn rug naar hem toe. Ik weet niet of het me nu echt helpt of niet om hem expres niet aan te kijken. "Zo'n dingen kan je toch nooit echt schatten. Hij zei van wel...maar goed." De intensiteit van zijn blik als hij me aankijkt, doet me kort een tweede keer stevig ademhalen, maar goed dat hij mijn tas draagt; anders lag die nu op de grond.
"Dat is goed." Ik knik en onderdruk de opkomende neiging om hem kei hard tegen de liftdeur aan te duwen en te zoenen. Bij Harry gaat er langzaam zijn rechter mondhoek omhoog, ik negeer het en draai mijn hoofd weg voordat ik aan die drang toegeef als een onbeschaafde. Het is gewoon verliefdheid, denk ik dan. Gewoon verliefdheid met zijn keiharde gevolgen in mijn leven. "En dat had ik wel gezien."
"Hou je mond." Ik murmel het tussen twee tanden door en zorg dat ik uit dat kleine hokje , waarin onze lichamen dicht bij elkaar stonden, ben.
"Zorg er zelf maar voor." Ik trek mijn wenkbrauw op en neem de tas uit zijn handen over.
"Cliché, Styles. Ik verwachtte meer van je." Hij grijnst en knipoogt kort waardoor ik zelf een grijns moet onderdrukken als ik mijn natte kledij in het wasmachine gooi. Geen zin in sorteren.
"Ik heb je brief gevonden. Er stond niet echt veel in."
"Inhoudelijk niet, nee." Ik weet verrekt goed wat er in stond, ik heb er zelfs een foto van gemaakt. In de enveloppe, die zoals afgesproken in de krantenbak lag, zat een tekening van hem. Wel, eigenlijk herken je hem gewoon door de wilde krabbelige lijntjes die zijn haar moeten voorstellen, en de volle roze lippen.
"Je hebt me een andere kant van je laten zien. Artistiek..." Ik snak naar adem als hij vanuit het niks zijn armen langs achteren om me heen slaat, zijn lippen rusten al tegen mijn oor aan. Mijn hart bonkt luid, en volgens mij is het dat ook dat zijn lippen omhoog doet krullen.
"Ik had een opwarmertje nodig."
"Nog steeds?" Ik grijns en maak me los van zijn greep; ja, dat wil ik. Zijn armen houden me tegen waardoor ik nu met mijn ribben tegen zijn buik aansta.
"Wel, jij hebt het duidelijk niet meer nodig." Hij lacht en weet waar ik op doel. Om dat niet te voelen, moet je wel echt gevoelloos of helemaal ondersteboven verward zijn.
"Daar kan ik absoluut niets aan doen. Je bent gewoon te mooi, te verleidelijk." Ik glimlach en ontvang het gewoon, om niet in te gaan in zijn uitnodiging naar mijn bed. Of ja, de activiteit die je daar meestal doet.
"Dankjewel, laat je me nu los, stalkertje?" Ik kus zijn lippen stevig en duw hem daarmee naar achteren. Hij lijkt het te appreciëren, maar ik ga er niet verder op in. Mijn lichaam is moe en verlangd naar welverdiende rust. "Ik ben moe Har, sorry." Als hij knikt met die gretige maar begripvolle blik in zijn ogen, kus ik hem opnieuw zachtjes in zijn enorm zachte hals. "Wat niet betekent dat ik niets romantisch met je wil doen." Ik merk dat hij begint te grijnzen bij dat woord. "Maar ik heb geen bubbelbad en doe de suggestie om alles met water te vermijden."
"Ik kan ook vuur maken."
"Ik ook." Ik grijns om die trotse blik in zijn ogen, de kachel aanmaken is echter een koud kunstje. "Maar jij mag het doen want ik verga echt van de honger. Jij?" Ik ben al op weg naar de keuken, en merk de korte verbazing om mijn vlotte opmerking over dat moeilijke onderwerp.
"Ik heb thuis al gegeten, bedankt, schat."
"Niet 'schat'", ik geef hem een verveelde blik. "Echt niet dat woord."
"Begrepen, Boo." Het woord klinkt nog steeds raar in mijn oren, zeker uit zijn mond. Die hese stem, het rauwe kantje en dan dat oude accent, zorgen ervoor dat het echt een uniek woord wordt, ik zal het daar dan ook mee moeten doen.
"Harry..." Ik kan geen twee seconden naar het wc gaan en er ligt al een briefje in mijn frigo. Maar goed dat ik net nu kaas nodig had, anders lag het er nog wel eventjes. "Je moet me geen brieven schrijven als ik er gewoon ben hoor."
"Dan kijk je toch gewoon nog niet." Zijn groene onschuldige ogen doen me grijnzen en de brief terug leggen, met veel tegenzin uiteraard. Ik brand van nieuwsgierigheid, maar mijn maag rammelt van de honger dus ga ik tegenover hem aan tafel zitten en eet mijn pasta op.
"Dan kijk je toch gewoon niet..." Ik herhaal hoofdschuddend zijn zin en doe hem daarmee glimlachen.
"Ik wil je wel afleiden...van die brief." Hij stopt met scrollen op zijn gsm, ik schud meteen mijn hoofd en trek mijn wenkbrauwen op.
"Dat was dus de reden dat je hem al gemaakt hebt in vijf seconden. Je hebt niet eens je tijd genomen." Het is geen verwijt dat ik meen, dat weet hij ook.
"Vijf menselijke seconden." Ik wacht bewust vijf seconden voordat ik opnieuw antwoord.
"Wat anders?" Hij glimlacht en legt zijn telefoon neer, ik heb zijn interesse gewekt, maar ben nog steeds aan het eten. "Heb je plannen voor vanavond ofzo? Je bent zo actief." Hij schudt zijn krullen, zijn schouders zakken plotseling ineen.
"Nee, de regen maakt me onrustig." Ik knik begrijpend en focus me kort op het neervallen en pletsen van de gigantisch vele regendruppels die gestuurd worden door fikse windstoten. Het giert gewoon in je ogen.
"Oh, dat wist ik niet. Ik snap het wel." Ik ruim mijn lege bord op en ga op de bank zitten met mijn benen geplooid onder mij. "Ik moet je dus bezig houden." Ik grijns als ik die onschuldige blik met verkeerde gedachte zie. "Passief uiteraard," hij lacht en staat plagend op. In plaats van langs me te komen zitten, gaat hij voor me staan. Aan de agressiviteit van zijn houding te zien is hij niet van plan zo te blijven staan. Ik begin te lachen als hij dat ook doet en zet me dieper met mijn rug in de zetel. "Nee, Harry...", ik kreun luid als hij met zijn volledige gewicht op mijn schoot gaat zitten. "Dikzak," ik kreun opnieuw en probeer mijn geplooide benen onder me uit te krijgen, zo kan ik zijn gewicht beter houden dan nu.
"Passief, zei je toch?"
"Voor een keer vervloek ik al je spieren." Als hij me in mijn hals begint te kussen, schiet ik opnieuw in de lach. "Har stop!" Hij grijnst en legt zijn hoofd in mijn hals, waarna hij me de ruimte geeft om beter te gaan zitten, om dan gewoon te blijven liggen. Ik wrijf zachtjes over zijn rug en hoor nu ook de neerstortende regen. Heeft hij nu zijn ogen gesloten? Ik grijns en probeer hem niet te storen terwijl hij zo volledig ontspannen en top zwaar op me ligt. De neiging om mijn eigen ogen ook te sluiten is enorm groot, dus doe ik het gewoon. Mijn benen zitten al in een comfortabele jogging die stiekem wat fleecevulling heeft aan de binnenkant. Harry slaapt eerder dan ik en geeft me de aanmoediging om zijn voorbeeld te volgen. Voor een keertje is hij als vampier wel vermoeid van het vele tikken en tokkelen op het dak.
Ze zijn zo schattig!
Ik heb een vraagje voor jullie! Na dit verhaal komt er nog een deel uit de reeks, maar niet meer met Larry. Dat verhaal is af. Nu is mijn vraag; hoe zien jullie de vampierreeks nog zitten? Zijn er nog geïnteresseerden in nog twee verhalen? Laat het me weten!Ik heb inspiratie genoeg voor vampierverhalen en niet-vampierverhalen :D
JE LEEST
Link's
FanfictionHeen en weer geslingerd worden tussen het heden en het verleden. Heen en weer geslingerd worden tussen droom en werkelijkheid. 'want tusschen droom en daad/ staan wetten in den weg en praktische bezwaren, / en ook weemoedigheid, die niemand kan verk...