| Deel 29

45 6 3
                                    

Ik pakte de zak medicijnen en liep naar de logeerkamer. Dat ik ziek zou worden wist ik wel aangezien ik al dagen niets heb gegeten en op was van de spanning. Hoe ik aan een longontsteking kom was me een raadsel. Blijkbaar kan stress veel met een mens doen. Ik wilde helemaal niet naar het ziekenhuis. Ik had een trauma opgelopen met mijn moeder toen ze overleed in een ziekenhuis en ik hoor nog steeds de piepende apparaten die alarm sloegen. Plus, ik was inderdaad niet verzekerd. Ik wist amper wat er om mij heen was gebeurt. Badr zag ik in een waas en de artsen ook. Nu pas begon ik iets helder te worden. Doodmoe als ik was ging ik liggen en viel ik uiteindelijk in slaap..

De volgende ochtend werd ik gewekt door een felle straal licht die precies op mijn gezicht scheen. Ik knipperde slaperig met mijn ogen en kwam iets overeind. Gelukkig was de koorts zo goed als over en besloot ik maar op te staan en in ieder te gaan douchen. Ik pakte wat kleren en een handdoek en liep naar de badkamer. Het was weer doodstil in huis en de klok gaf acht uur in de ochtend aan. Ik nam een warme douche, trok mijn kleren aan en liet het föhnen van mijn haren maar zitten. Ik was weliswaar iets beter maar ik had totaal geen energie om iets te doen. Het douchen was al een hele opgave.

Ik liep naar de logeerkamer en maakte het bed op. Mijn medicijnen nam ik in en net toen ik het raampje van de kamer open wilde doen voor wat frisse lucht hoorde ik de deur open gaan. Ik draaide me om en keek naar Badr die enkel gehuld was in een joggingbroek. Zijn ontblote bovenlijf probeerde ik visueel te ontwijken. Ik knipperde met mijn ogen en keek naar de tas met medicatie. "Dank je wel voor...". Hij onderbrak me meteen. "Ja, ja.. prima. Daar kom ik niet voor." Zei hij. Hij liep de kamer in en overhandigde mij een formulier die er wel heel belangrijk uitzag. "Wat..is dit?" Vroeg ik. "Mijn verlossing." Zei hij. Ik begreep er nog steeds niks van en dat merkte hij op. "Het is een huwelijkscontract." Zei hij lichtelijk geïrriteerd. Ik keek door het contract heen en toen ik eindelijk zag wat hij bedoelde liet ik van schrik het contract vallen en keek ik hem geschokt aan. "Nee...". Zei ik. Badr trok zijn wenkbrauwen op en glimlachte even. "Het is een neppe contract Naciri. Dacht je werkelijk waar dat het een echte was?". Zei hij. Ik haalde opgelucht adem en greep zowat naar mijn borstkas waar mijn hart zo snel sloeg dat ik eraan zou bezwijken.

"Goed, over een uur sta je klaar." Zei hij terwijl hij zich omdraaide om de kamer te verlaten. "Wat gaan we doen?". Vroeg ik. Hij stopte met lopen en draaide zich om. "Mijn moeder het heugelijke nieuws vertellen. Hoe... verschrikkelijk het ook klinkt." Zei hij. "Nee...". Antwoorde ik. "Alsjeblieft, doe je moeder dit niet aan. Dit gaat te ver." Zei ik oprecht gemeend. Hij liep naar mij toe en keek me aan. "Wat was de afspraak? Je zwijgt totdat ik zeg dat je mag praten." Zei hij terwijl zijn ogen over mij heen gleden. "Doe wat aan jezelf. Je ziet eruit alsof je herezen bent uit een graf."

Meende hij dit? Ik was met stomheid geslagen! Wilde hij echt zo ver gaan om zijn zin te krijgen? Hij liep de kamer uit en ik liet mezelf op het bed vallen. Nee, dit is niet meedogenloos, dit is nog erger! Ik dacht aan zijn woorden van zonet en stond maar overeind om iets aan te trekken. Wat bedoelde hij met 'doe wat aan jezelf?'. Wat wilde hij dat ik deed? Ik kreeg totaal geen hoogte van deze man en zijn geheimzinnige, mysterieuze plan frustreerde mij enorm! Ik had niet eens veel kleren bij me, dus trok ik gewoon wat ik altijd aan deed. Een jeans en een truitje. Ik deed mijn haar in een hoge knot en voor de rest mocht hij het lekker bekijken. Het feit dat ik al met zijn belachelijke plan meedoe moet voldoende zijn vind ik.

In de huiskamer wachtte ik weer eens braaf op de bank totdat hij klaar was met wat hij ook aan het doen was. Een kwartier later hoorde ik voetstappen richting de huiskamer en stond ik meteen op. Hij bleef meteen in de deuropening staan en keek me aan. "Wat.. wat is dit?". Zei hij. Hij, die een strak maatpak aanhad liep naar mij toe en bekeek me alsof ik van Mars kwam. "Denk je dat ik je zo ga meenemen naar mijn moeder?". Zei hij zwaar geïrriteerd. "Ik heb niks anders." Zei ik. Hij fronste zijn wenkbrauwen en liep naar de logeerkamer. Ga vooral gerust kijken ellendeling, alsof ik aan jurken dacht toen ik vijf minuten de tijd had gekregen om snel mijn spullen te pakken!

Haar naam is SophiaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu