| Deel 30

53 6 5
                                    

"Alles loopt zoals het hoort schatje. Maak je niet druk." Zei ik. We namen afscheid en ik leunde achterover terwijl ik een sigaret opstak. Ik hoorde ineens iemand de huiskamer binnen komen en wist meteen dat het Sophia was. Benieuwd als ik was vroeg ik hoe haar afspraak was geweest. Niet uit interesse, maar uit de stem van een persoon kun je veel halen. Ik probeerde te horen of ze daadwerkelijk de waarheid sprak.

Ik merkte iets op aan haar, maar ik kon mijn vinger er niet op leggen wat het precies was. Ik drukte mijn sigaret uit en liep vervolgens naar de badkamer om te douchen. Tijdens het douchen gleden mijn gedachten naar gisteren en nog wel naar de vrouw hiernaast in de logeerkamer. Sophia droeg altijd wijde kleren aan, maar gisteren zag ik iets wat ik niet had mogen zien. Onder al die lagen kleding had ze een prachtige lichaam. Ik sloot mijn ogen dicht en schudde de gedachte van gisteren uit mijn hoofd. Dat ze een prachtige lichaam had veranderde niet het feit dat haar vader me bestolen had. Het warme water draaide ik uit en het ijskoude water viel over mijn lichaam. Precies wat ik nodig had. Ik droogde me af en deed een handdoek om mijn middel. Het was nog steeds bloedheet in het land en de hittegolf leek maar niet op te houden. Ik liep naar de huiskamer om een glas drank mee te nemen naar mijn kamer toen ik op Sophia stuitte die net de logeerkamer uit liep maar ineens stil stond toen ze mij zag. Eerst had ze een glimlach op haar gezicht maar toen ze mij zag verbleekte haar gezicht en verdween die glimlach als sneeuw voor de zon. Ze knipperde met haar ogen en boog haar hoofd ietje voorover. Ik liep langs haar heen naar de huiskamer en hoorde haar achter mij lopen. Ik draaide me om en keek haar aan. "Wat is er?" Vroeg ik terwijl ik een glas pakte. Ze rekte haar hand uit en had wat briefjes geld in haar hand. "Voor de medicijnen." Zei ze. Ik trok mijn wenkbrauwen op en keek naar haar bevende hand. Ik nam een slokje van mijn drank en liep zonder een woord te zeggen richting mijn slaapkamer.

Eenmaal daar aangekomen trok ik mijn kleren aan en viel mijn oog op de witte jurk die op de stoel lag. Wederom gleden mijn gedachten naar haar lichaam maar dit keer irriteerde ik me eraan. Ik wil niet aan haar denken verdomme, laat staan haar lichaam. Ik liep uiteindelijk mijn kamer uit nadat ik me omgekleed had richting de tuin en zag haar op een stoel zitten. Ze had een glimlach van oor tot oor en keek dromerig voor zich uit. Er was echt iets anders aan die vrouw. Ze keek meteen op door het geluid dat ik kennelijk maakte en stond meteen op. Langzaam liep ze de huiskamer in met dit keer een sombere gezicht. "Vreemd." Zei ik. Ze stond stil en keek me vragend aan. "Heb je last van stemmingswisselingen?". Vroeg ik sarcastisch. Ze knipperde met haar ogen en schudde hoofd. Ik kon het niet laten om naar haar figuur te kijken die dit keer verstopt zat achter een boel lagen kleding. "Niet warm?". Zei ik terwijl ik haar aankeek. "Een beetje." Antwoorde ze. "Hm, een beetje...". Zei ik terwijl ik hoofdschuddend weg liep.

"Mag ik wat vragen?". Hoorde ik. Ik stopte en draaide me om. Haar lippen kwamen een beetje los van elkaar en toen keek ze naar de grond. Iets wat ze altijd deed, alsof ze de vloeren hier en op werk fascinerend vond. "Nou?". Vroeg ik ongeduldig. Ze keek me weer aan en knipperde met haar ogen. "Over... over je moeder. Als dit allemaal voorbij is, hoe wil je dan je moeder overtuigen dat jij en ik...". Ze stopte met praten want ik stak mijn hand op. Het laatste zinnetje wilde ik amper horen. "Simpel, jij verdwijnt uit mijn leven, ik vertel wel dat je het huwelijksleven toch niet zag zitten omdat je...laat me even denken..". Ik dacht kort na en trok mijn wenkbrauwen op. "..omdat je mijn behoeften niet kan bevredigen." Ze knipperde met haar ogen en werd een beetje rood. "Maar... ben je niet bang dat je haar hart breekt?". Vroeg ze. Ze keek me met glazige ogen aan en toen weer weg. Ik zuchte diep en liep naar haar toe. "Dat zijn niet jouw zorgen. Zolang jij je mond dichthoudt komt het allemaal goed." Zei ik. Ik keek naar haar gebalde vuisten en pakte een hand die ze stevig in een vuist hieldt. Toen ik haar gebaarde haar hand open te maken keek ik haar met verbazing aan. Ik heb weleens gezien dat ze littekens had in haar handpalmen door haar belachelijke gewoonte maar nu was het alleen nog erger geworden. "Je houdt op met deze idiote gewoonte." Zei ik terwijl ik haar hand liet vallen. "Je bent echt een rare vogel." Zei ik hoofdschuddend. "Dat ben ik niet. Jij behandelt mij als een rare vogel. Ik ben gewoon een vrouw die vrij wil zijn. Is dat teveel gevraagd?". Zei ze met betraande ogen. "Vrij? Wat is vrijheid in jouw ogen?". Vroeg ik oprecht nieuwsgierig. Ze beet op haar onderlip en zocht blijkbaar naar de juiste woorden. "Dat niemand mij verteld wat ik moet doen. Dat doe ik namelijk mijn hele leven al." Antwoorde ze. Ik moest lachen en keek haar aan. "Wat jij hebt meegemaakt in je miezerige leven, valt in het niet bij wat ik heb moeten doorstaan. En nog steeds..". Antwoorde ik. "Omdat je daar zelf voor kiest. Ik kies hier niet voor." Antwoorde ze. Ik keek haar verbaast aan en trok mijn wenkbrauwen op. "Jij hebt ervoor gekozen om..". Ik pauzeerde even en ze keek me nogal doordringend aan. Normaliter wende ze haar blik altijd weg maar dit keer bleef ze maar kijken. "Kijk me niet zo aan." Zei ik geïrriteerd. Ze knipperde met haar ogen en keek weg. "Dan moet ik je aankijken, dan weer niet." Zei ze binnensmonds. "Wat mompel je nou allemaal?" Zei ik terwijl de deurbel overging.

Haar naam is SophiaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu