| Deel 64

55 6 0
                                    

"Ik heb een raar voorgevoel."

Mijn vader keek me aan en zette zijn mobiel weg. "Raar voorgevoel?". Vroeg hij. "Ja, alsof er iets te gebeuren staat." Nu trok hij zijn wenkbrauwen op en keek hij me verbaast aan. "Sophia, je bent hier veilig." Zei hij. Ik schudde langzaam mijn hoofd. "Nee, niet ik. Liyam." Mijn vader stond op en liep naar mij toe. Hij keek naar Liyam die in een totaal andere wereld zat door om zich heen te kijken. "Moedersinstinct." Zei mijn vader ineens. Ik keek op en fronste mijn wenkbrauwen. "Heet dat zo?". Vroeg ik. "Ja, je bent bang dat er iets zal gebeuren met je kind. Alle alarmbellen in je hoofd gaan af en dat wordt ook nog eens gevoedt door angst. Maar je hoeft niet bang te zijn. Dit huis is beter beveiligd dan het koninklijke huis." Zei hij met een glimlach. Ik perste er met moeite ook een glimlach uit. "Over koninklijk gesproken.. ik heb zo een diner staan met de minister van binnenlandse zaken. Heel misschien schuift Zijne Hoogheid sjeik Mohammed aan." Zei hij zo normaal alsof het niks was. Mijn vader zag mijn verbaaste gezicht en moest even lachen. "Dubai en zijn rijkdom draait niet alleen door de olie..". Zei hij. Dat laatste begreep ik maar aan de ene kant verdomde ik het te willen begrijpen. Mijn vader streek met zijn wijsvinger over de wang van Liyam en drukte een kus op mijn voorhoofd.

Hij verdween en ik kon niet geloven dat zijn diners er zo uitzagen. Het was zo absurd abnormaal in mijn ogen dat ik dat rare voorgevoel vergeten was. Ik stond maar op en liep naar de keuken waar Fatima bezig was. "Selaam..". Zei ik. Ze glimlachte en liep naar mij toe. Fatima was iets ouder als mij en werkte blijkbaar al jaren voor mijn vader. Van oorsprong komt ze uit Yemen waar haar man overleden was. Ze is toen mee verhuist met een koppel die hier in Dubai zijn komen wonen maar al gauw aan de kant gezet waardoor ze op straat terrecht kwam. Ze vertelde me dat mijn vader haar als enige op straat aangesproken had. Daarna veranderde het leven totaal voor haar en al ben ik hier nog maar net, ik mocht haar graag. We spraken Engels met elkaar en soms Arabich. Ik moet het wel leren aangezien dit mijn nieuwe verblijf zou worden.

"Moet hij in bad?". Vroeg ze. Ik schudde mijn hoofd en glimlachte. "Nee hoor, ik verveelde me en wilde alleen even komen kijken." Zei ik. Ze glimlachte en keek ineens langs mij heen. Haar glimlach verdween een beetje en ze maakte haar hoofddoek die ze schattig naar achter droeg goed. Toen ik me omdraaide zag ik de rechterhand van mijn vader staan. "Selaam..". Zei ik. "Selaam." Antwoorde hij. Hij zei wat tegen Fatima en die excuseerde zich meteen. "Wat.. wat heb je gezegd?". Vroeg ik toch wel nieuwsgierig. Hij keek op en liep de keuken in. "Of de chef kok al begonnen is aan het diner." Antwoorde hij. "Oh..ok." Zei ik.

Tarik ging zitten op een barkruk aan de gigantische keukeneiland en legde zijn mobiel weg. Hij zei niks en ik dacht aan de woorden van mijn vader die zei dat hij een man van weinig woorden was. Net toen ik me wilde omdraaien om de keuken te verlaten dacht ik ergens aan en draaide ik me weer om. "Mag ik wat vragen?" Vroeg ik voorzichtig. Hij keek op en knikte langzaam. "Heb jij Alicia zo..toegetakeld?" Vroeg ik. Hij fronste zijn wenkbrauwen en keek me verbaast aan. "Alicia wie?" Vroeg hij. "De..vriendin van Badr." Antwoorde ik.

De verbazing in zijn gezicht maakte plaats voor iets anders. Hij leek haar ineens te heugen en trok een mondhoek omhoog. "Ja en nee." Zei hij. Ik keek hem verbaast aan. "Ja en...nee?". Herhaalde ik. "Ja, ik ben diegene die haar gevonden heeft en nee ik heb haar niet toegetakeld." Was zijn antwoord. Ik schraapte mijn keel en voelde me even niet goed worden. "Waarom?". Vroeg ik. "Ze heeft er niets mee te maken en heeft nog een jong kind." Zei ik met bijna glazige ogen. Ik dacht ineens aan de prachtige krullenbol waar niets meer van over was eergisteren. Tarik knikte langzaam en sloeg zijn armen over elkaar. " 'Waarom' kennen wij niet. We voeren alleen de opdracht uit." Zei hij.

Ik begon een beetje boos te worden. Het was verdomme iemands dochter, iemands moeder. Ik moest er niet aan denken Liyam alleen achter te laten. "Hij zal wraak komen nemen, dat weet je..". Zei ik. Tarik moest glimlachen en opeens was dit de eerste keer dat ik geconfronteerd werd met zijn prachtige glimlach. "Badr bedoel je? De vader van je kind?". Ik knikte langzaam en zijn prachtige glimlach verdween. "Laat hem maar komen. Hij zal eindigen zoals zijn vriendin." Antwoorde hij.

Haar naam is SophiaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu