Hoofdstuk 107

156 5 2
                                    

Wolfs

Eva lijkt niet te stoppen met aaien, bijna in trance strijkt haar trillende vinger over Thoms wang. Ze wil het niet. Ik leg voorzichtig mijn hand op haar onderarm, ze negeert mijn aanraking en gaat stoïcijns verder. Ze durft hem niet los te laten, ze kan het niet. 'Eef', zeg ik zachtjes. Ik duw haar met lichte dwang opzij en stap naar voren, er ontsnapt een hese snik uit haar keel. 

'Nee', snikt ze en ze probeert mij aan de kant te duwen. 'Eef', mijn stem klinkt hulpeloos. 'Flo', paniekerig kijkt ze me aan, 'dit kan niet, dit mag niet'. Ik trek haar tegen me aan, ze stribbelt tegen en ik hoor haar piepende ademhaling. Er komen dierlijke geluiden uit haar keel. Mijn hart breekt. Ze is zo in de war en overstuur, ze is helemaal kapot

Eva is zo in paniek dat haar ademhaling razendsnel en oppervlakkig is geworden. Gealarmeerd vouw ik mijn handen om haar gezicht en dwing haar om me aan te kijken. De blik in haar ogen is hartverscheurend. Een mengeling van verdriet, radeloosheid en woede. 'Eef je bent aan het hyperventileren, rustig', ik probeer mijn eigen emoties onder controle te houden en beheerst over te komen.

Eva's handen schroeven zich om mijn polsen en haar ogen flitsen nerveus heen en weer. Ik leg mijn voorhoofd tegen dat van haar, 'diep door je neus inademen en uit door je mond. Luister maar naar mij', probeer ik haar te kalmeren. 'Rustig Eef, ik ben hier. Ik heb je vast', ik spreek de woorden nadrukkelijk uit. Langzaam voel ik haar weer kalm worden, met hangende schouders staat ze verslagen voor me. Ik heb haar nog nooit zo verloren gezien.

Ik zet een stapje naar achter en buig me over het ledikantje. Voorzichtig vouw ik mijn armen om het kistje. 'Kom', fluister ik tegen Eva, 'het is tijd, het moet'. Ze knikt en loopt stilletjes achter me aan naar beneden. Daar wacht een propvolle woonkamer op ons. Het moment dat we in het trapgat verschijnen wordt het stil. 

We lopen tussen de mensen door naar de keukentafel, waar ik het kistje neerzet. Eva en ik zetten een stapje achteruit. Ik voel hoe Marion een kneepje in mijn schouder geeft, 'lief met nijntje zo', zegt ze. 'Het was zijn bijnaam' fluister ik, 'Nijn was zijn bijnaam'. Ik kijk haar aan, er staan tranen in haar ogen. Ze doet haar mond open om iets te zeggen, maar er komen geen woorden. Aarzelend doet ze haar mond weer dicht.

Terwijl Eva nipt aan een kopje thee en mensen bedankt voor het komen. Sta ik als versteent in de hoek van de keuken, met een kop koffie. Mijn keel zit dicht geschroefd, besluiteloos zet ik het kopje weer op het aanrecht. Mijn ogen glijden door de keuken. 

De begrafenisondernemer houdt zich op verzoek van mij en Eva op de achtergrond. Fleur en Rafael staan met hun huisgenoten te praten en Maurice bouwt met Sepp en Frits een blokkentoren. Ik zie Kalle, Louis en Chris bij elkaar staan en verder zijn er nog een aantal fijne collega's aanwezig. 

In het midden van de kamer staan Romeo en Danai in gesprek met Mechels. Mijn ogen worden als magneetjes naar Danai's dikke buik getrokken, ze is bijna uitgerekend. Haar handen zijn losjes om haar bolle buik gevouwen, Romeo's hand rust op haar heup. Het is confronterend om te zien, ik krijg het er benauwd van.

Hun leven krijgt binnenkort een gouden randje, terwijl onze wereld gehuld is in een dichte zware mist omgeven met een dikke rouwrand. Waarom zij wel, waarom wij niet. Waarom mocht Thom niet bij ons blijven. Ik voel een steek van jaloezie. 

Zij hebben straks wel een kleine baby. Wel trappelende voetjes en een warm lijfje. Wel de schattige geluidjes, wel de poepluiers, wel de gebroken nachten. Zij hebben straks alles waar wij nu zó intens naar verlangen. En wij. Wij hebben enkel de herinnering aan onze kleine zoon en een gebroken hart. 

'Gaat het pap', hoor ik zachtjes achter me. Ik draai me om. Fleur kijkt me aan met tranen in haar ogen. Ik schud mijn hoofd, 'nee, het gaat niet Fleur', fluister ik hees. 'Ik vind het zo erg', zegt ze en ze geeft me een stevige knuffel, ik laat mijn hoofd op haar schouder rusten. Terwijl mensen één voor één afscheid nemen van Thom, ben ik helemaal in mezelf gekeerd. 

Fleva Forever AfterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu