Hoofdstuk 4

496 10 0
                                    

Wolfs

Vanuit mijn ooghoek zie ik Marion en Eva lachend mijn kant op lopen. 'Zo dames, wat is er zo grappig', vraag ik. 'Niets hoor', snuift Eva. 'Arme Romeo', grinnikt Marion nog. Ik besluit het er maar bij te laten. Als Marion en Eva een binnenpretje hebben, gaan ze dat echt niet delen met iemand anders. 

'Heb je nog wat', vraagt Eva met een knikje naar het beeldscherm van mijn computer. 'Nuh, niet echt', brom ik en ik sluit het kadaster op mijn computer. Terwijl Marion richting haar eigen bureau loopt, ploft Eva tegenover mij op haar eigen stoel. 'Nou lekker dan', puft ze, verveelt draait ze rondjes op haar bureaustoel. 

'Wat nu', vraag ik. Ze haalt haar schouders op, 'ik weet het even niet meer hoor', zucht ze. 'Mijn hoofd loopt een beetje vast, er lijkt geen einde aan deze week te komen'. Ze grist haar rubikskubus van het bureau en met bewondering kijk ik toe, hoe ze razendsnel de gekleurde blokjes op hun plaats draait. 

Met een schuin oog kijk ik op de klok. 17:30, nog een half uur, denk ik bij mezelf. Ik heb zin om naar huis te gaan, lekker koken en dan met de beentjes omhoog. 'Klaar', klinkt het triomfantelijk tegenover mij. Ik kijk op en met een grijns gooit Eva haar opgeloste rubikskubus met een boogje weer op het bureau. 

Ik sta op en loop naar haar stoel, terwijl ik met mijn handen haar schouders masseer. 'Ik vind intelligentie zo sexy', fluister ik in haar oor. Een giechel ontsnapt uit Eva's mond en ik buig me naar voren om haar een zoen te geven. Ruw duwt ze me weg, 'Wolfs', sist ze. Verbaasd kijk ik haar aan. 'Niet hier', mompelt ze bestraffend en ze knikt naar het kantoortje van Mechels.

Ik volg haar blik en zie hoe de twee priemende ogen van mijn chef, me vanachter haar bureau nijdig aankijken. 'Oopsie', fluister ik lachend. Eva grinnikt zachtjes. Ik trek mijn handen van haar schouders en steek ze verontschuldigend in de lucht richting Mechels, 'sorry', mime ik. Dreigend zwaait ze met haar vinger in onze richting, maar ik zie hoe een kleine glimlach om haar lippen speelt. 

'Ga je mee slimmerik', grijns ik naar Eva. 'Waarheen', vraagt ze verbaasd. 'Naar huis', antwoord ik, 'lekker ons hoofd leegmaken, kom je'. 'Maar het is nog geen tijd', knikt ze naar de klok. 'We kunnen de regels best een beetje oprekken, toch', knipoog ik. Een brede grijns trekt over haar gezicht en ze pakt mijn uitgestoken hand. Vrolijk zwaait ze naar Mechels en huppelt dan bijna het bureau uit.

*****

*Het is inmiddels een paar weken later. Wolfs en Eva hebben Mechels en Romeo inmiddels ook ingelicht over de baby. Het is tijd voor de eerste echo en om aan Fleur te vertellen dat ze een broertje of zusje krijgt.*

Eva

Het is dinsdagmiddag half vijf. Wolfs, Fleur en ik zijn op weg naar de verloskundige. Fleur weet nog niet waar we naar toe gaan en krijgt straks een blinddoek om. Wolfs en ik hebben lang nagedacht over de manier waarop we haar konden vertellen over haar broertje of zusje. En hebben uiteindelijk besloten dat de eerste echo wel een mooi moment is. We gaan straks voor het eerst de baby zien, en ik ben stiekem best wel nerveus. 

Een paar weken geleden zijn Wolfs en ik al bij de verloskundige geweest, voor een intake en om even kennis te maken, maar vandaag is de eerste serieuze afspraak. Ik ben inmiddels tien weken zwanger, dus het wordt ook hoog tijd om Fleur te vertellen wat er gaande is. Ze zal waarschijnlijk zeer verongelijkt zijn dat we zo lang hebben gewacht met haar het nieuws te vertellen, maar ik hoop dat haar blijdschap zal overheersen.

Ongeduldig zit Fleur op de achterbank van de auto, 'waar gaan we nou heen', zeurt ze. 'Het is een verrassing', antwoord Wolfs voor de derde keer deze autorit, 'nog even geduld'. Ik draai me om richting de achterbank, 'Fleur het is tijd, doe de blinddoek maar om'. 'Nog twee minuten en dan zijn we er', zegt Wolfs die via de achteruitkijkspiegel naar zijn dochter kijkt. 

Fleur rommelt wat met de theedoek en knoopt hem stevig voor haar ogen, 'ik zie niks meer'. Wolfs rijdt stapvoets door de straat op zoek naar een parkeerplekje. 'Daar', wijs ik naar een leeg parkeervak. We hebben geluk en kunnen vlak naast de deur parkeren. Wolfs imiteert de TomTom met een robotachtig stemmetje, 'bestemming bereikt'. 

Grinnikend duw ik het portier open en help Fleur uit de auto. 'Zijn we er al, waarom is het zo geheim', vraagt ze nieuwsgierig. 'Wacht maar af', zeg ik, 'je vindt het vast heel leuk'. Terwijl Wolfs zijn arm om Fleurs middel slaat en haar langzaam richting de ingang loodst. Loop ik snel naar binnen om te melden dat we er zijn. 

Als de baliemedewerkster vertelt dat ik nog even mag wachten, wenk ik Wolfs. Voorzichtig leidt hij een geblinddoekte Fleur over de drempel naar binnen. De medewerkster kijkt verbaasd naar het schouwspel, 'het is een verrassing voor haar', leg ik uit. De medewerkster knikt begripvol, maar de frons op haar voorhoofd verraadt dat ze het maar een gek gezicht vindt. 

We gaan zitten op de bank in de wachtkamer, ik zit naast Wolfs en Fleur zit naast hem. Ik voel hoe Wolfs even in mijn hand knijpt, 'spannend hè', fluistert hij in mijn oor. Ik knik nerveus. Mijn blik glijdt over de muur tegenover ons die bomvol hangt met allemaal geboortekaartjes. Nena, Ted, Lucas, Sem, lees ik zachtjes. 

Wolfs ziet me kijken, 'en, zit er al een naam tussen die je leuk vindt', vraagt hij zachtjes. Ik schud afkeurend mijn hoofd, 'niet echt'. Ik leg mijn hand op mijn buik en wrijf eventjes over mijn navel, 'gelukkig hebben we nog even'. Een zenuwachtige kriebel verspreidt zich door mijn buik. Na een tijdje gewacht te hebben, zijn we aan de beurt. 

De verloskundige gaat ons voor naar haar kamer en stelt zich voor als Suzanne de Graaf. Ze heeft een sportieve, vriendelijke uitstraling en ik schat dat ze ongeveer even oud is als ik. Haar blonde haren zitten in een slordige knot boven op haar hoofd en er hangen wat losse plukjes langs haar gezicht. Ze gebaart dat ik op de onderzoeksbank mag gaan liggen. 

Wolfs neemt plaats op één van de stoelen naast de bank en zet Fleur op de stoel naast zich neer. 'Doe je blinddoek maar af Fleur', zegt Wolfs. Voorzichtig trekt Fleur de theedoek van haar hoofd, ze schrikt als ze mij op de bank ziet liggen, 'is Eva ziek, dat is toch helemaal niet leuk'. Maar dan kijkt ze om zich heen en ziet de posters en echofoto's aan de muur hangen. 

'Wacht eens even', zegt ze dan glimlachend, 'is Eva zwanger'. Stralend kijken we haar aan, 'ja', knik ik grijnzend, 'vandaag precies tien weken'. 'Oh gefeliciteerd, wat superleuk en spannend', Fleur slaat enthousiast haar handen voor haar mond. 'Weten jullie het geslacht al', vraagt ze nieuwgierig. 'Nee nog niet, dat kunnen we op de 20-weken echo pas zien', antwoord Wolfs, de verloskundige knikt instemmend. 

'Hallo Fleur, ik ben Suzanne, de verloskundige. Gefeliciteerd met je broertje of zusje', zegt ze vriendelijk en ze schudt Fleurs hand. Dan richt ze zich weer op mij, 'maak je buik maar bloot Eva, dan gaan we eerst even luisteren naar het hartje. Volgens mij zijn jullie heel benieuwd'. 'Ja heel erg', flapt Fleur eruit. Ik grinnik, 'we zijn zeker nieuwsgierig'. 

Ik krijg wat koude gel op mijn buik en met de doppler zoekt ze naar het hartje. Mijn hand zoekt die van Wolfs, ik geef hem een klein kneepje, geruststellend knijpt hij terug. Gespannen wachten we af, er klinkt wat geruis uit de speaker van de doppler. Het klinkt eerst zachtjes, maar wordt steeds luider, tot de hele kamer gevuld is met de hartslag van de baby. 

Ik voel hoe er een glimlach op mijn gezicht verschijnt, opgelucht haal ik adem. Ik knipper hevig tegen de tranen die achter mijn ogen branden, ook Wolfs krijgt tranen in zijn ogen en Fleur zit glunderend naast hem. 'Alles klinkt goed hoor', zegt Suzanne, 'nette, regelmatige hartslag. Keurig'. 

'Laten we maar even gaan kijken naar de baby', glimlacht ze. De doppler wordt ingeruild voor de scanner en op de monitor verschijnt direct een klein springend wormpje. 'Nou de baby is in ieder geval sportief', knipoogt ze. Ik kijk Wolfs even aan, 'bijzonder hè', fluister ik. 'Ja heel bijzonder', glimlacht hij trots. 

'Kijk', wijst Suzanne, 'hier zie je al heel mooi het hoofdje en een armpje'. Ze draait de scanner een beetje, 'en hier kan je het ruggetje goed zien en de beentjes', ze omcirkelt een stukje op de monitor. 'Vijf centimeter lang al. Het kindje ligt ietsje voor op de groeicurve', zegt Suzanne terwijl ze op de knoppen van het echoapparaat klikt. 'Willen jullie ook een paar foto's', vraagt ze. Ik knik, terwijl ik ademloos naar het beeld blijf staren.


Fleva Forever AfterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu