Hoofdstuk 29

273 3 0
                                    

*Vandaag is eindelijk de lang verwachte eerste afspraak met de verloskundige en hoewel het alleen nog maar een intakegesprek is, zijn Eva en Wolfs op van de zenuwen. Ze hebben Marion gestrikt om op Sepp te passen, die was na honderd knuffelmomentjes met Felice ook wel toe aan een date met haar bonusneefje. 

Wolfs en Eva vinden het heerlijk dat niemand nog weet van de zwangerschap en genieten enorm van alle stiekeme knipogen en inside jokes, die te pas en te onpas voorbijkomen. Hoewel ze gisterenavond in bed zelf een verwoede poging hebben gedaan om naar het hartje van de baby te luisteren, met de doppler, konden ze de hartslag nog niet vinden. Ze hopen dan ook dat ze die vandaag wel te horen gaan krijgen.*

Wolfs

'Floris Wolfs, schiet eens op', klinkt er bars vanonder aan de trap. 'Jaha ik kom eraan', brom ik terug, ik werp nog een laatste blik in de spiegel en haal vlug een hand door mijn haar. Dan knip ik het badkamerlicht uit en haast me naar beneden. Eva staat in de gang pontificaal voor de voordeur ongeduldig op mij te wachten. 

'Waarom duurde het nou zo lang', zucht ze, 'we hebben een afspraak'. 'Ik moet wel een beetje netjes voor de dag komen', leg ik uit en ik zoek mijn jas op de kapstok. 'Ijdeltuit', mompelt Eva hoofdschuddend, 'hier', en ze drukt mijn jas tegen mijn borst. Ze trekt de voordeur open en beent naar buiten. 'Rij jij of rij ik', roep ik haar na, terwijl ik de deur op slot draai. 

Ze steekt haar arm omhoog en zwaait uitdagend met de autosleutels, 'ik', roept ze beslist. Ik hoor het portier openen en weer dichtslaan, gevolgd door getoeter. Jezus Eef, doe eens rustig, denk ik bij mezelf. Ik slik mijn irritatie weer in en ren op een drafje naar de auto. Eva duwt het portier voor me open. 

'We kunnen het echt niet maken om te laat te komen', zeg ze nukkig, 'ze blijven speciaal voor ons een halfuur langer open'. 'Ik weet het, sorry', mompel ik, 'rij nou maar, anders komen we inderdaad te laat'. Er hangt een akelige sfeer in de auto, zwijgend zitten we naast elkaar. 'Eef', probeer ik dan voorzichtig. 'Ja', antwoord ze kortaf. 'Wat is er met je', vraag ik. 

'Er is niks', zegt ze stuurs. 'Kom op nou, doe niet zo eigenwijs. Ik zie toch dat er wat is, je doet anders', dring ik aan. 'Ik wil het er gewoon niet over hebben', sist ze nijdig. Ik besluit wijselijk om maar even mijn mond te houden, maar hou haar scherp in de gaten. Boze Eva is niet altijd wie ze lijkt dat ze is. 

Soms is ze echt boos, maar veel vaker is ze stiekem eigenlijk verdrietig of bang en houdt ze haar hoge façade nog even op. Bovendien verschuilt ze haar echte emoties graag achter haar woede. Boosheid is nou eenmaal een primaire reactie en mensen externaliseren hun gevoelens vaak, zo zijn we geprogrammeerd. 

Frustraties projecteren op anderen is ook gewoon veel makkelijker dan toegeven dat je zelf iets fout doet. Na een paar minuten begint Eva toch te pruttelen, 'ik ehm ik ben gewoon zenuwachtig'. De boosheid is verdwenen uit haar stem, ze klinkt bang en kwetsbaar. 'Maar dat is toch niet erg, voorkomen normaal zelfs', glimlach ik en ik knijp geruststellend in haar been. 

'Ik ben bang dat het mis is', perst ze dan over haar lippen. Ik schrik, 'hoezo Eef', vraag ik bezorgd. 'Dat we het hartje niet konden vinden gisteren... dat ehm', stamelt ze. 'Maar Eef dat ding werkt pas officieel vanaf twaalf weken en we zitten pas op negen weken', sus ik. 'Dat weet ik wel, maar gisteren had ik ook opeens bloedverlies', zegt ze kleintjes. 

Ik zie dat er tranen opwellen in haar ogen. 'Och Eefje toch', zeg ik meelevend en ik aai over haar schouder. 'Waarom heb je niks gezegd', vraag ik. Ze kijkt me snel even aan en richt haar ogen dan weer op de weg, 'ik wilde je niet ongerust maken', mompelt ze. 'Ik wil juist dat je me dit soort dingen verteld', zeg ik, 'we doen dit samen hè, jij en ik'. 'Het spijt me', zegt ze kleintjes. 

'Het is oké', glimlach ik, 'maar in het vervolg niet meer voor jezelf houden hè'. Ze knikt voorzichtig. Ik begrijp nu waarom ze zo gestrest is. Met opgetrokken schouders zit ze in de auto en ze knijpt zo hard in het stuur dat haar knokkels helemaal wit worden. Ik moet eerlijk zeggen dat haar bekentenis van zojuist, ook bij mij lichte onrust heeft doen ontwaken. 

Nerveus friemel ik aan mijn vingers en werp een blik op mijn horloge, nog vijf minuten, zie ik. 'Het is vast wel goed', prevel ik hardop, in een poging om Eva en mezelf wat gerust te stellen. De ijzige sfeer in de auto heeft plaatsgemaakt voor ongerustheid. Ik zet de autoradio zachtjes aan om me af te leiden van alle rampscenario's die door mijn hoofd schieten. 

Afwezig staar ik uit het raam en kijk naar de bomen die voorbijflitsen. Het laatste stukje zon zakt weg achter de huizen. Ik kijk weer op mijn horloge, 18:23, lees ik af. Echt winterweer, denk ik bij mezelf, je gaat in het donker naar je werk en komt in het donker weer thuis. Plots hoor ik het welbekende pingetje van mijn telefoon. 

Een berichtje van Marion zie ik op het ontgrendelscherm. Snel open ik het berichtje, er verschijnt een superschattige foto van een breed grijnzende Sepp met Felice op schoot. 'Wij zijn lekker aan het knuffelen met Felice', appt Marion. Mijn hart smelt en een deel van de spanning glijdt van me af. 'Sepp is met Marion bij Felice op bezoek', zeg ik tegen Eva, 'ze stuurt echt een hele lieve foto'.

'Echt waar, wat leuk. Sepp is vast door het dolle heen', antwoord Eva wat opgewekter. 'Wat een lieve foto, veel plezier daar', app ik terug naar Marion. 'Hoe is het bij jullie, geen gaatjes', appt ze terug. Ik frons mijn voorhoofd en lees het berichtje nog een keer, 'geen gaatjes', typ ik niet begrijpend. Dan valt het kwartje. Marion denkt dat we naar de tandarts gaan. 

Razendsnel vliegt mijn duim richting de backspacetoets om de tekst te verwijderen, maar mijn vinger schiet uit en ik druk per ongeluk op, "verzenden". 'Ahh nee fuck, dombo', sis ik. 'Wat is er, wat doe je', vraagt Eva verschrikt. 'Iets doms', zeg ik paniekerig, terwijl ik razendsnel probeer om het berichtje te verwijderen. 

Snel flitsen mijn ogen door de opties op whatsapp, vlug selecteer ik, "bericht verwijderen voor iedereen". Het appje verdwijnt uit de chat, ik slaak een opgeluchte zucht. 'Wolfs', vraagt Eva dringend. 'Ik had bijna onze smoes verpest', leg ik uit, 'maar ik heb het gefikst', voeg ik snel toe. 'Sukkel', grinnikt ze. 

'Ja wat kan ik eraan doen, dat ze die toetsen zo klein maken', protesteer ik 'dat is gewoon discriminatie voor mensen met dikke vingers'. 'Ah ja dikke vingers, dat zal het probleem zijn. Ouwe digibeet', proest ze. 'Niet zo gemeen', zeg ik gemaakt verdrietig. 'Ach sorry schat, ben je nu op je teentjes getrapt', antwoord Eva smalend. 

'Ik zal het nooit meer doen', zegt ze plechtig en ze steekt twee vingers in de lucht. 'Goed dan, maar daar hou ik je aan', lach ik en ik kriebel even in haar nek. 'Niet doen', giechelt ze terwijl ze de auto vlot indraait en kaarsrecht in het vak parkeert. Snel typ ik nog een nieuw berichtje naar Marion. 'We zijn nu aan de beurt, dus duimen voor geen gaatjes', app ik, 'we komen Sepp over ongeveer een uurtje oppikken'. 

Eva zit nog steeds naast me in de auto, 'ik dacht dat jij al wel binnen zou zitten, mevrouwtje ongeduld', grap ik. Maar dan zie ik haar gezicht, de grijns van net is verdwenen en ze heeft haar lippen stijf op elkaar geklemd. De spanning is van haar gezicht af te lezen. Ik stap de auto uit en loop naar haar kant om het portier te openen, 'kom', zeg ik en ik steek mijn hand uit. 

Eva legt haar klamme hand in de mijne en ik trek haar de auto uit. Snel sla ik mijn armen om haar heen, 'maak jezelf nou niet helemaal gek, van Dongen', fluister ik in haar oor. 'Het is vast niets, en je weet toch. Alles komt altijd goed'. Ik laat mijn greep verslappen en maak aanstalten om haar mee te trekken richting de ingang. 'Wacht', piept ze. 

'Waarop', vraag ik, ze slaat haar ogen neer. 'Wil je me nog even vasthouden', zegt ze bijna onhoorbaar, 'ik heb nog even een knuffel nodig'. Mijn hart breekt als ik mijn stoere Eva zo ellendig op de stoep zie staan. Ik pak haar stevig vast en voel hoe ze haar gezicht begraaft in het kuiltje tussen mijn hals en mijn schouder. 

Ik wrijf rondjes over haar rug. Na een tijdje maakt ze zich los uit mijn omhelzing en haalt een paar keer diep adem, 'ja', vraag ik. Ze knikt, 'ja, ik kan er weer tegenaan', ze knijpt in mijn hand, 'dank je', glimlacht ze kleintjes, waarna ze haar gezicht weer in de plooi trekt. Ik sla mijn arm om haar heen en duw haar naar de ingang van de verloskundige praktijk.

Fleva Forever AfterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu