46. Eenzaamheid is mijn bff

925 23 3
                                    

Perspectief Eva

Wat voelt het leven zo leeg hier. Ik weet nog altijd niet waarom ik terug ben gekomen, ik was gelukkiger bij Maria. Ik zit wat zenuwachtig op mijn nagels te bijten als ik rondkijk in de auto. Ik ben een beetje bang dat niemand me nog wil zien omdat ik eigenlijk alleen maar contact hield met Sem. Ik negeerde men vriendinnen best hard en deed alsof ik nooit tijd voor ze had. Ik was een slechte vriendin voor hun en zou het compleet begrijpen als ze me niet meer wouden zien.

We stoppen voor mijn huis en het gevoel om hier terug te zijn is ongemakkelijk. Ik trek mijn kap over mijn hoofd wanneer ik uitstap en kijk emotieloos het gebouw een beetje aan. Sem die vrolijk met mijn tas zit te sleuren kijkt me nieuwsgierig aan. 'Ga je niet naar binnen?' Mompelt hij. Ik trek men schouders op en ga dan naar binnen. 'WELKOM THUIS!' Roepen Julia, Amber, Stan, Bram, Obi en Mike in koor. Ik sta een beetje geschrokken erbij dat zoveel mensen hier staan. Er ontstaat een grote groepsknuffel en ik krijg een kleine lach op mijn gezicht. 'Ze kan nog lachen hoor!' Roept Bram die naar de keuken rent voor de taart. 'We zijn zo blij dat je terug bent' zegt Julia. Amber knikt overdreven mee en lacht een beetje schraal. 'Het spijt me dat ik er niet voor je was toen je me nodig had.' Zeg ik tegen Amber wanneer ik mijn hand op haar schouder leg. 'Je had je tijd nodig, wat ik volledig begrijp. Je moet wel beloven dat we nu samen blijven.' Kaatst Amber terug. Ik lach eens en zeg dan 'beloofd!' De namiddag ging snel voorbij en het was best gezellig. Iedereen was blij en gelukkig dat ik terug was en ik voelde me eindelijk terug ergens bij horen, toch was ik blij dat het om was en iedereen naar huis ging.

Wanneer de laatste de deur uit was loop ik snel naar boven en sla ik de deur toe. Ik gooi me op bed en zucht eens diep. Ik heb echt een uitlaatklep nodig want ik ben aan het door draaien. Ik heb gewoon het gevoel dat ik niet kan ademen hier dus gooi ik het raam open. Ik steek mijn hoofd door het raam en geniet van de koude bries. Er wordt op men deur geklopt en ik sla het raam meteen toe en draai me om. 'Je tas..' zegt Stan die een beetje verbaasd kijkt. Ik knik en pak de tas over en gooi die in een hoek. Hij lacht een beetje en gaat dan weg. Ik open het raam terug en kruip er dan uit. Via het kleine dakje spring ik op de vuilnisbak op de grond. Ik loop uit mijn tuin en blijf door lopen. Wanneer ik stop en eindig op een brug voel ik niks.

Helemaal niks.

Ik ga aan de rand staan en kijk naar de lichtjes van een stad iets verder. Ik staar er een beetje naar wanneer ik iemand hoor. Ik schrik snel en draai me om. Een jongen met een sigaret in zen mond steekt zen handen omhoog. Ik draai met men ogen en kijk verder. 'Mag ik?' Zegt hij ineens en ik negeer het. Hij springt op de rand en gaat erop zitten. Hij legt zen doosje sigaretten tussen ons in en kijkt dan nog eens. 'Ik ben niet gewend dat hier nog iemand staat' mompelt hij voordat hij de rook uitdampt. Ik negeer hem weer en zucht eens diep. Hij kijkt een beetje onhandig verder en zegt ineens 'die littekens, hoe kom je eraan?' Ik trek snel mijn trui erover en begin weg te lopen. 'Oké sorry dat was misschien dom van me.' Mompelt hij wanneer hij me begint te volgen. 'Ik wou gewoon met je praten.' Ik draai me met een ruk om en zeg crue 'ik wil niet praten.' 'Doe dat dan niet, neem een saf en negeer me. Ik zal je compleet met rust laten.' Zegt hij oprecht. Ik kijk hem eens van onder naar boven af en ga dan terug naar zijn pakje sigaretten en pak er eentje. 'Heb je een aansteker?' Mompel ik. Hij loopt terug met een grote lach en geeft me eentje. 'Ik ben trouwens Kai' mompelt hij door een sigaret heen. 'Eva.' 'Oh shit het ontvoerde chickie.' Zegt hij en ik kijk hem extreem boos aan. 'Sorry. Ik ging je niet storen inderdaad.'

Wauw hij is eindelijk eens stil. Ik kijk hem even kort aan en lach dan kort. 'Maar je lijkt me geen rokerstype' zeurt hij dan weer. Ik begin te lachen en zeg 'hou jij ooit wel eens je mond?' 'Jawel maar wat is daar nu leuk aan?' 'De stilte is leuk' grijns ik. 'Mag ik eens wat zeggen?' Grijnst hij terug. Ik knik en kijk hem vol amusement aan. 'Ik ken je inderdaad niet goed maar je bent een open boek voor me' 'is dat zo' begin ik te lachen. 'Ja hoor want je hebt ellende in je leven mee gemaakt, pijn en volgens mij zelfs iemand verloren en daar ben je voor gaan lopen. Alleen je bent altijd blijven lopen en nu weet je niet meer hoe je je moet voordoen in het 'normale' leven en zoek je een soort van ontsnapping.' Ik kijk hem vol ongeloof aan en zeg dan 'hoe wist je dat' 'omdat Eva, ik zat op je school en ik zag hoe je vroeger was en hoe je er nu uitziet. Je bent gebroken en de weg kwijt. Toevallig heb ik hetzelfde meegemaakt.' Grijns hij nu wanneer hij op een arm leunt en naar me kijkt. 'Alleen ik heb dit als uitlaatklep en heb mijn weg terug gevonden. Jij daarin tegen bent nog volledig verloren.' 'Wat als dit mijn uitlaatklep wordt dan?' Grijns ik geamuseerd zijn kant op. 'Dan zit je vast aan mij' lacht hij breed. 'Dit is altijd mijn spot geweest, dus dan worden we lost friends die elkaar hebben gevonden.' Grijnst hij dan. 'Waarom doe je zoveel moeite voor een onbekende Kai?' Kaats ik snel terug. 'Omdat Eva dat mijn ding is' lacht hij breed. 'We kunnen zelfs vrienden worden op school. Ik praat wel, dan hoef je je niet open te stellen enzz weetje.' Grapt hij. 'Ik denk niet dat we dat moeten doen..' zeg ik denkend aan Alex. 'Eva toch, ik heb geen schrik van je badboy ex' knipoogt hij. 'Hij zal het inderdaad niet graag hebben maar hij is overduidelijk verder aan het gaan. Waarom moet jij dan in de tijd blijven staan?' Kijkt hij zwoel mijn kant op. Hij weet dat hij gelijk heeft en ik het weet. Het is gewoon nog moeilijk om zo te denken. 'Misschien heb je een heel klein beetje gelijk.' Grijns ik. Hij begint breed te lachen en zegt 'ik wist het' en doet er een feestdansje bij. Ik begin te lachen en hij bijt dan op zen lip tijdens het lachen. 'Maar het wordt eens tijd voor me dat ik richting thuis ga wil ik niet buiten slapen.' Grijnst hij dan en begint achteruit te wandelen. 'Tot morgen op school Eva.' Lacht hij en ik zeg kort 'Tot morgen.' En zwaai eens kort. Wanneer hij verdwijnt in het donker begin ik hard te lachen. Misschien heeft hij gelijk en wordt het terug tijd voor geluk.

The broken badboyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu