Pijn - Dylan

81 7 1
                                    

Een paar dagen gaan voorbij en ik zie niets anders dan mijn donkere eenzame cel. De enige keer dat ik daglicht zie is als Kit me eruit haalt om te werken op een van de eilanden. Het werk is zwaar en bijna niet te doen voor me, maar ik probeer me niet te laten kennen en doe gewoon wat ze zeggen. Toch vind Kit het leuk om me iedere keer te kleineren en te vernederen. Dat hij me lichamelijk pijn doet vind ik niet zo erg, dat ben ik immers wel gewend, maar geestelijk.... Hij weet me iedere keer weer te raken. Hij weet wat me dierbaar is en gebruikt dat om me te kwetsen. Dat zijn namelijk mijn zusje en Fate.

Kit vertelt me iedere dag dat het mijn schuld is dat ze gevangen werden. Ik had beter op mijn zusje moeten letten en me geen tweede keer laten vangen, want daarom zit Fate nu vast. Alsof dat niet erg genoeg is krijg ik te horen dat ze me haten. Van Melonie wil het nog wel geloven, maar Fate... Als ze me echt haat dan was ze toch al lang ontsnapt? Of zou Kit gelijk hebben en zou Fate voor hem blijven? Zou Fate dit leven echt leuk vinden? En waarom komt ze me elke avond opzoeken? Wil ze me zien lijden of zou ze toch om me geven? Ik weet het niet meer en ik kan het ook niet vragen. Kit laat ons namelijk nooit alleen en het is te donker in mijn cel om haar gezicht te kunnen zien. Ik weet dus niet hoe ze naar me kijkt en dat maakt me onzeker. Waarom probeert Fate niet te ontsnappen? Desnoods zonder mij. Ze heeft een leven, een familie die haar mist en een gezin. En ik? Ik heb niemand. Ze moet gewoon weg gaan en mij hier achter laten, want wat heb ik nog om voor te leven? Mijn zusje? Die zou ik toch nooit meer zien. Fate? Die heeft al een leven en een vriend. Ik ben alleen maar een blok aan haar been.

Met die vragen en die gedachtes huil ik mezelf iedere avond in slaap om de volgende morgen doodmoe op te staan. Dan begint mijn dag met woorden en soms zelfs klappen van Kit. Daarna moet ik gaan werken in een kamp of lig ik de hele dag op de koude houten vloer van mijn cel. Tegen de avond komen Fate en Kit naar me kijken om daarna weer weg te gaan en daarna begint alles weer opnieuw. Elke dag weer.

Vandaag is weer zo'n dag dat ik klappen krijg en moet werken. Ik kan amper op mijn benen staan, dus ik word door twee mannen naar het kamp gebracht. Opeens hoor ik Fate's stem. 'Dylan!' Ik wil opkijken, maar de mannen houden me zo vast dat ik mijn hoofd niet op kam halen. Ik word door de mannen mee getrokken naar een werkkamp diep in het bos. Ik ben er een keer eerder geweest en het is verschrikkelijk. We zitten diep in het bos, dus de bewakers kunnen doen wat ze willen. Er is toch niemand die ons kan horen schreeuwen en daar maken de bewakers handig gebruik van. Vrouwen worden verkracht en mishandeld en mannen worden afgebeuld en geslagen. Dit is dan ook een van de ergste kampen die er is, omdat niemand er van af weet. Ik krijg als taak een vol geladen kar van de ene naar de andere kant van het kamp te brengen. Normaal is dat de klus van een paard of een andere sterk dier, maar in dit kamp kijken ze niet zo nauw. Wij moeten het doen of we nu willen of niet.

Ik ben al een heel eind als ik door mijn benen zak. Ik kan niet meer, ik heb vannacht te weinig geslapen en het is gewoon te zwaar. Ze zullen me hier wel voor straffen, maar dat kan me niks schelen. Ik heb gewoon geen kracht meer. Opeens staat Fate naast me. 'Dylan gaat het wel?' Ik kan niet antwoorden, want een van de bewakers komt naar ons toe.

'Ben je nu al weer aan het luieren miezerig stuk vuil! Ik zou je eens morris leren!' roept hij boos en wil uithalen. Ik ben voorbereid op de klap en zet me schrap. Dan gaat Fate opeens voor me staan.

'U blijft van hem af! Ik doe het wel, waar moet die kar heen?' Zou ze me echt willen helpen of zou ze me voor zichzelf willen houden? Ik weet inmiddels niet meer wie gelijk heeft over Fate, Kit of mijn gevoel. De bewaker wijst naar de andere kant van het kamp en Fate maakt het touw om mijn middel los. Met gemak trekt ze de kar naar de andere kant van het kamp en ik kijk haar verbaast na. Die kar is zelfs voor een paard zwaar, hoe kan zij het dan met gemak doen?

The Indian Wolf GirlWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu