Weerwolf - Luna

109 10 0
                                    

Langzaam kom ik bij. Als ik mijn ogen eindelijk open krijg zie ik Yuka tegenover Kit staan en Fred op de grond liggen. 'Yuka...' zeg ik zwak. Meteen schieten twee paar ogen mijn richting op.

'Luna!' Yuka draait zich met een ruk om en ik zie dat er tranen in zijn ogen staan. Hij komt naar me toe gerend en sluit me in zijn armen.

'Yuka, waarom huil je?' vraag ik zacht.

'Om wat ze met jou hebben gedaan. Het is allemaal mijn schuld. Als ik me niet had laten vangen was dit niet gebeurd.' huilt hij. Ik kijk Yuka aan en zachtjes leg ik mijn hand op zijn wang.

'Luister lieverd, deze pijn is veel minder dan als ze jou iets zouden doen. Ik wil niet dat je iets overkomt.' Met een zwakke glimlach kijk ik Yuka aan.

Op dat moment komt Kit op ons af rennen. Als hij vlak bij is en uit wil halen verschijnt er een schild om ons heen. 'Ik ben op het moment wel zwak Kit, maar mijn krachten blijven sterk.' Ik verander in een wolf. Wankel sta ik op mijn poten, maar ik moet Hunter roepen. Dit gaat fout. Straks komen we hier nooit meer weg. Zo hard ik kan huil ik. Hopelijk zijn we nog niet te ver weg. Daarna verander ik weer terug en val ik uitgeput om.

Yuka vangt me op. 'Wat heb je gedaan?!' vraagt Kit in paniek.

'Ik heb mijn broer geroepen.'

'Wat?! Je hebt een broer?!'

'Tuurlijk, denk je nou echt dat ik daar alleen woon?'

'Ja-jha. Zijn er nog meer zoals jij met krachten?' Geschrokken kijk hij me aan.

'Nee, niet met magie, maar wel weerwolven. Mijn broer heeft dan wel geen magie, maar is wel veel sterker dan ik.'

Kit laat zich ongelovig op de grond zakken en op dat moment komt Hunter binnen stormen. Als hij mij en Yuka ziet liggen richt hij zich woedend op Kit. 'Jij! Wat heb je met mijn zusje gedaan?!'

'Hunter rustig, ik ben oké. Hoe kom je hier zo snel?'

'Ik ben je gevolgd Luna, ik kon je gewoon niet alleen laten gaan. Niet nog een keer.'

Ik knik en woedend komt Kit op Hunter af. Moeiteloos drukt Hunter hem op de grond.

'Dat had je nou niet moeten doen Kit.' zeg ik met een grijns.

'Hunter laat hem wel heel, we hebben hem nog nodig.' Hunter knikt.

'Dit heb ik al willen doen sinds ik weet wat je allemaal hebt gedaan.' zegt hij tegen Kit en haalt vol uit.

Na een paar klappen raakt Kit het bewustzijn kwijt. 'Hunter stoppen, anders maak je hem nog dood.' Hunter laat Kit teleurgesteld los.

'Die kan ook niet veel hebben.'

'Nope, maar we hebben hem nog nodig. Dit moet afgelopen zijn. We laten alle mensen vrij die ze hebben gevangen en zorgen dat het nooit meer gebeurt. Je mag de rest hier gaan vangen.'

Yes, maar wat doen we met hem?' Hunter wijst naar de bewusteloze Fred.

'Fred heeft een goed hart. Hem hoef je niet op te sluiten.' Hunter trekt een pruillip.

'Nou dan ga ik de rest maar eens vangen. Waar breng ik ze naar toe?' Met hulp van Yuka sta ik op en strompel naar de cellen. Hunter loop ons achterna met Kit over zijn schouder.

'Hier in.' Hunter gooit Kit erin en loop naar het dek.

Iedereen kijk ons bang aan behalve Tor die komt met een grote grijns op ons afloopt. 'Hey manken! Heb je een nieuw vriendje? Ik moet zeggen hij ziet er beter uit dan dat mager scharminkel.' Ik rol met mijn ogen en knik naar Hunter als teken dat hij hem mag vloeren. Dat laat Hunter me geen twee keer zeggen, meteen ligt Tor op de grond.

'Wat is dit?' Hij kijkt Hunter nu bang aan.

'Mijn broer.' zeg ik met een grijns.

'Dat kan niet. Waarom hebben wij hem dan niet gezien?'

'O, dat heb je wel.' Hunter veranderd in een wolf en gromt.

Daarna verandert hij terug. 'Ken je me nu wel?' Tor kijkt Hunter met grote bange ogen aan en knikt.

'J-jij bent die wolf die we bijna neergeschoten hadden.' stamelt hij.

'Jullie wat?!' Ondanks de pijn begin ik hevig te trillen. Hunter rent met Tor naar de cel en komt terug als wolf. Hij vloert drie man en sleurt ze mee naar de cel. Al snel is het dek leeg en sommige zijn zelfs gevlucht. Daar nam Hunter echter geen genoegen mee en had ze al snel te pakken.

Met zijn drieën lopen we terug naar Kits kantoor waar Hunter Fred van de grond pakt. 'Leg hem maar in het bed in de kamer hier naast.' zeg ik tegen Hunter. Meteen doet hij wat ik zeg.

'Laten we nu naar Kit gaan om te vragen waar alle kampen zitten, want die mensen gaan we bevrijden.' Als we voor de cel staan kijkt Kit ons met een grijns aan. Voor ik besef wat hij van plan is schiet hij mij in mijn buik en steekt Yuka met een mes neer. Van de pijn vallen we samen op de grond. Ik kruip tegen hem aan.

'Als dit het einde is wil ik nog een laatste kus.' fluister ik in zijn oor. Ik druk mijn lippen tegen de zijne aan.

Ons bloed vermengd en mijn magie doet zijn werk. Onze wonden helen en als ik mijn ogen open doe ligt Yuka er niet meer maar een pikzwarte wolf. Hunter, die Kit van de wereld af had geslagen kijkt ons ongelovig aan. 'Dit kan niet. Yuka je bent een weerwolf geworden. Hoe kan dat?'

'Misschien komt het door mijn magie. Ik weet het niet Hunter, maar het maakt ook niet uit. Yuka blijft dezelfde Yuka, weerwolf of mens dat maak voor mij niet uit.'

The Indian Wolf GirlWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu