Niet verloren

297 11 67
                                    

Vandaag is het zover.

Ik ga het hem vertellen.

We zijn nu al heel lang beste vrienden en ik kan het niet meer verbergen.

Alles aan hem doet mijn hart sidderen van verlangen.

Ik zou ieder stukje van zijn ziel kussen om hem te bewijzen dat ik zelfs houd van de dingen die hij lelijk vindt.

We hebben afgesproken in het park voor een ijsje, maar ik weet nu al dat we in zijn kamer eindigen.

Het heeft eigenlijk een speciale rede dat ik het hem vandaag wil vertellen. Ik heb namelijk een kot gevonden, maar niet in Leuven zoals hij.

Natuurlijk vrees ik zoals iedereen dat onze vriendschap in de put van vergetelheid gegooid wordt en ik wil hem gewoon alles van mezelf laten zien.

Dus ook de kant waarbij ik meer om hem geef dan zoals twee vrienden dat voor elkaar doen.

Ik wiebel een beetje als ik op het bankje zit en kijk hoe hij me ziet, maar nog niet naar me toekomt en langs de ijscar gaat staan.

Hij steekt één vinger op en dan twee.

Hoeveel bolletjes?

Ik steek één vinger op en hij houdt zijn hoofd lachend schuin.

Ik kan het bijna horen waardoor mijn hart tegen mijn ribben slaat.

Niet veel later heeft hij twee ijsjes in zijn handen en ploft hij langs me neer.

'Hey daar,' zegt hij glimlachend als hij me mijn ijsje geeft, frambozen met discosnoepjes.

'Hey,' zeg ik zacht, mijn ogen gefixeerd op het ijsje zodat ik de blos van mijn wangen kan verbergen.

'Soms wordt ik echt gek van de warmte van de zomer,' zucht hij terwijl hij een likje van zijn ijsje neemt. 'Maar dan denk ik ook dat ik niet wil dat het winter is. Lente tot in de eeuwigheid vind ik nog wel goed klinken.'

'En waarom niet de herfst?' vraag ik.

'Omdat alles daar sterft. Alle bloemen en planten hebben maar één seizoen om te leven.'

'Maar de hefts is toch mooi?' vraag ik. 'Het laat zien dat de dood niet altijd somber is.'

'Mm,' humt hij. 'Als je het zo zegt, dan zullen we de winter en zomer overslaan.'

Ik lach zachtjes en lik aan mijn ijsje tot dat de bol meer in het hoorntje zit dan dat het erop ligt.

'Zullen we anders naar mijn thuis gaan?' vraagt hij dan en zonder op een antwoord te wachten, staat hij op, wetend dat ik hem volg. 'Wil je mijn hoorntje nog hebben of moet ik het weggooien?'

'O, euhm, breek het anders en leg het voor de vogeltjes,' zeg ik waardoor hij lacht.

'Prima,' zegt hij waarna hij het hoorntje de hele weg vasthoud en ik mijn ijsje opeet.

Het is altijd zo. Hij eet het hoorntje niet op, maar kiest ook geen bakje omdat dat slecht is voor de natuur.

Meestal eet ik het op, maar sinds ik achter mijn gevoelens ben gekomen, doe ik dat minder.

Hopelijk verpest ik niks van dit wanneer ik hem in mijn gevoelens binnenlaat.

'Hoe is het ondertussen met Joly?' vraag ik als we binnenkomen en ik de kat probeer te vinden.

'Ze leeft,' zegt hij en we gaan de trap op naar zijn kamer. 'Mam voelde zich natuurlijk heel schuldig, maar ze leeft.'

'Ik snap nog steeds niet hoe het is kunnen gebeuren,' zeg ik.

One shots bxbWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu