GEZOCHT: thuis I

384 15 13
                                    

Het regent zó hard dat het pijn doet.

Mijn kleren zijn nat tot op mijn onderbroek want de regendruppels hebben geen genade met mij vandaag.

Plotseling stopt er een auto langs me die langzaam met me meerijdt. Ik geef er geen aandacht aan want waarschijnlijk is het toch gewoon iemand die wil weten wat ik hier alleen doe.

Niemand wandelt hier langs de weg naar huis en zeker niet als het stilaan donker aan het worden is.

Ik weet niet eens hoe laat het is want mijn gsm is enkele minuten geleden uitgevallen.

'Hey! Hallo?' roept er dan een stem en deze keer kijk ik wel naar de bestuurder van de auto langs me.

Het is een jongen van ongeveer mijn leeftijd dus achttien of misschien negentien.

Hij heeft in ieder geval nog niet zo lang zijn rijbewijs want anders wist hij dat hij op deze baan niet trager dan 30 km/u mag rijden.

'Waarom wandel je hier zo alleen?'

Ik reageer niet en kijk terug voor me voor zover dat ik kan zien door de regen.

'Het is bijna tien uur,' zegt hij, maar ik loop nog steeds stug door.

De jongen zucht. Hij rijdt iets verder om vervolgens te stoppen en de deur op mijn wandelpad open te doen van de passagier.

'Stap in,' zegt hij en ik kijk hem vreemd aan.

'Nee, dankje,' zeg ik.

'Het is geen vraag. Stap in.'

'Hoe weet ik dat je me niet gaat ontvoeren?'

'Jeetje, omdat ik zo niet ben. Nu stap in voordat iemand anders je ontvoert,' zegt hij en ik aarzel even.

Ik wéét dat ik niet zou moeten instappen, maar dit is mijn enige kans op een fatsoenlijke rit naar ...

'Oké,' mompel ik dan toch en ik neem mijn rugzak van mijn rug en zet die op mijn schoot.

Ik duw de natte zak tegen mijn buik als ik mijn gordel heb vastgeklikt. Vervolgens kijk ik uit het raam en naar hoe de regen de grond raakt.

'Waar moet ik je afzetten?'

'Euhm ...' zeg ik en ik voel zijn ogen op mijn huid branden waardoor ik naar hem om kijk.

'Shit,' hist hij als hij mijn ogen vindt. 'Moet je naar het ziekenhuis?'

'Nee,' zeg ik snel. 'Alles gaat prima.'

'Dus ... waar is je huis dan?' vraagt hij en hij kijkt afwisselend van de weg naar mij, zijn donkerbruine ogen net stuiterballen.

'Daar kom ik van.'

'Moet ik je terug breng-

'Néé,' zeg ik en ik duw mijn rugzak nog steviger tegen mijn buik aan. 'Nee. Zet me gewoon ... ergens af.'

De jongen opent zijn mond en we stoppen voor een rood licht dat ik in nog geen honderd jaar had bereikt als ik te voet moest gaan.

Hij sluit zijn mond, denkt na en zucht.

'Oké,' zegt hij dan en hij neemt de afslag naar rechts terwijl we eerst nog gewoon rechtdoor gingen.

'Waar gaan we naar toe?' vraag ik.

'Naar mijn thuis.'

===

De jongen neemt me mee naar een appartementsgebouw waar we naar de bovenste verdieping gaan wat helemaal van hem blijkt te zijn.

One shots bxbWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu