Beau en het beest III

187 14 34
                                    

Op het paard dat ik van Adam heb geleend, bereik ik binnen een paar minuten het dorp waar ik iedere bewoner rond de koets waar ik mijn vader in heb gezien, zie staan.

'Hey! Wat zijn jullie aan het doen?' vraag ik en ik ga snel van het paard af zodat ik voor de deur van de koets kan staan.

'Beau?' klinkt er zacht achter me en ik draai me naar pappa om. 'Je bent er?'

Hij glimlacht en er bungelen tranen over zijn wangen.

'Je bent ontsnapt,' zegt hij en hij legt een hand op mijn wang. 'Je bent ontsnapt.'

'Nee, pappa, hij heeft me laten gaan,' zeg ik waarna ik iemand hoor zeggen: 'Wie heeft je laten gaan?'

Het is Emmarie en zodra ik naar haar gestalte kijk, weet ik dat pappa hier door haar schuld zit.

'Haal hem hieruit,' zeg ik.

'Hij is gek,' zegt ze. 'Hij zegt dat er een beest in het kasteel woont met pratend service. Zoiets hoort in het gesticht.'

'Maar hij is niet gek,' ga ik tegen haar in. 'Er is een beest, maar hij is aardig, hij heeft niemand pijn gedaan.'

'Je hebt dezelfde ziekte als je vader, Beau. En dan te bedenken dat ik met je wou trouwen,' zegt Emmarie.

'Ik kan het bewijzen,' zeg ik en ik neem de spiegel die ik heb meegenomen uit het kasteel steviger vast en zeg: 'Laat me het beest zien.'

Adam komt tevoorschijn terwijl hij op het balkon staat en ik laat het aan Emmarie zien die het meteen van me afneemt.

'Er is een beest in het kasteel!' roept ze verschrikt uit. 'Hij zal de prins wel opgegeten hebben!'

'Nee, dat is niet -

'Wachter! Sluit hem bij zijn vader op!' roept Emmarie en ik wil de spiegel terug van haar afnemen, maar de wachter is me voor.

Hij grijpt mijn armen vast en opent de koets zodat hij me bij mijn vader kan steken. Ik stribbel tegen, maar niets helpt.

'Wij gaan dat beest vinden!' hoor ik Emmarie roepen en ik wil tegen hen ingaan, maar het volk is te luid en mijn stem gaat in alle andere stemmen verloren.

Ik zie dat de dorpelingen al hun wapens verzamelen en niet veel later hoor ik hoeven trappelen en wordt het stil.

'Dit is mijn schuld,' zeg ik zacht. 'Waarom heb ik hen het beest laten zien, pappa?'

'Het is een beest,' zegt hij waardoor ik hem recht aankijk en meteen mijn hoofd schud.

'Nee,' zeg ik snel. 'Hij is de prins en eigenlijk is hij ook de koning. Een heks heeft hem vervloekt en nu zit hij vast in het lichaam van een beest.'

Pappa blijft even stil.

'Heeft hij voor je gezorgd?' vraagt hij.

'Ja,' zeg ik. 'Hij heeft me al zijn boeken laten lezen en zijn bediendes hebben me eten gegeven.'

'Oké,' zegt hij dan. 'We moeten hieruit geraken.'

We knikken naar elkaar en vervolgens begint pappa heel hevig te hoesten.

'Wachter!' roep ik terwijl ik me bezorgd over pappa heen buig. 'Wachter! Ik denk dat hij stikt. Alsjeblieft, help, help!'

De wachter komt naar ons toe, opent de deur snel en dan trap ik hem hard in zijn gezicht.

Pappa stopt met hoesten en samen zorgen we er met een heleboel klappen voor dat wij buiten staan en de wachter opgesloten zit. Zijn sleutels hangen rond pappa's vingers en ik glimlach.

One shots bxbWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu