Slot II

302 12 35
                                    

Er gaan drie weken voorbij.

Drie weken waarin we alles proberen, maar de raad der Kunst Luthor steeds afwijst.

Hij redt mensen, tekent genezende planten voor medicijnen, helpt armen een thuis te vinden en leert kinderen om graag naar school te gaan.

Hij doet alles, maar steeds wordt hij teleurgesteld teruggestuurd wat mijn hart breekt.

In de drie weken heb ik wel geleerd dat kunst belangrijk en absoluut geen tijdsverspilling is als je weet hoeveel Luthor ermee kan doen.

Het enige probleem is dat ik niet alleen voor de kunst als een blok ben gevallen.

Luthor is gefrustreerd wanneer hij terug de zolderkamer binnenkomt en schopt boos de tafel bijna overhoop.

Ik sta recht en neem zijn lichaam in mijn armen wanneer hij begint te wenen.

'Hey, het is oké,' zeg ik zachtjes in zijn oor en ik strijk met mijn hand door zijn haar. 'We proberen het gewoon opnieuw.'

'Nee,' zegt hij en hij duwt me een beetje ruw van zich af. 'Ik stop. Ze gaan me er toch nooit inlaten.'

'Dat is niet waar,' ga ik tegen hem in.

'Jawel, Tamaro,' zegt hij en hij stormt bijna naar zijn muur, maar voordat hij de tekeningen er vanaf kan trekken, houd ik hem tegen.

'Wat ben je aan het doen?' vraag ik.

'Ik keer mijn rug naar de kunst dus dan kan ik beter hier beginnen,' zegt hij.

'Wat? Kunst is je passie,' zeg ik en ik neem langzaam zijn hand vast waarna ik met mijn duim cirkeltjes op zijn huid maak, wetend dat het hem kalmeert.

'Wat maakt jou dat uit? Kunst is tijdverspilling,' zegt hij en hij veegt de tranen weg en wordt duidelijk rustiger.

'Dat was toen. Je hebt me geleerd om van kunst te houden,' zeg ik en ik trek hem iets dichter naar me toe zodat ik mijn armen weer om hem heen kan slaan.

Het duurt even voordat hij zijn armen ook om me heen slaat en ik smelt bijna helemaal weg wanneer hij zijn rechterhand op mijn onderrug plaatst.

'Misschien moeten we even een pauze nemen, wat denk je daarvan?' vraag ik als ik hem met een beetje tegenzin loslaat. 'Een soort vakantie.'

'Oké,' zegt hij zacht. 'In die tijd kunnen we misschien uitzoeken hoe we je hieruit krijgen.'

Ik knik.

'Misschien,' zeg ik. 'Of je kan me leren tekenen.'

Zijn ogen lichten helemaal op wanneer ik dat voorstel en hij grijpt twee witte papieren van zijn bureau, haalt twee potloden uit zijn zakken en een gum voor mij.

Het was me al eerder opgevallen dat hij geen gum gebruikt en altijd alle lijnen op het papier staat.

Ondertussen kan hij al zo goed tekenen dat hij weet waar elke lijn moet staan.

'Oké, wat wil je graag tekenen?' vraagt hij.

'Maakt dat uit?' vraag ik en hij schudt lachend zijn hoofd wanneer hij op de grond plaatsneemt, zijn favoriete plaats om te tekenen.

Zijn benen in kleermakerszit met zijn ellebogen ervoor op de grond en zijn rug helemaal over zijn schoot gebogen.

Ik ga langs hem zitten met één been op zodat ik daartegen kan leunen om te tekenen met een kartonnetje tegen mijn been en het papier.

'Wat dacht je van een appel?' vraagt hij en hij tekent snel een appel in zijn schetsboek die niet veel later voor ons verschijnt.

'Oké,' mompel ik en het komende uur zijn we aan een appel bezig.

One shots bxbWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu