Uiteindelijk vertrokken Ayoub en Adam ook, ze namen afscheid van Jafar.
"Morgen komen we terug insh'Allah.", beloofde Adam.
Ayoub knikte naar Jafar, Jafar beantwoordde dit door een omhelsing.
Toen werd het huis stil en leeg, al werd het huis bewoond, door nu slechts vier personen, het was net of er niemand thuis was. Yasmina ging vroeg naar bed en Yasser zat gewoon aan de keukentafel, lijkbleek.
Nadia ging naast hem zitten en besloot een gesprek met hem te voeren.
"Yasser?"
Yasser keek op.
"Gaat het jochie?"
Yasser knikte en zijn ogen vulden zich met tranen.
"Ik ga slapen..", zei hij schor
"Moet ik je instoppen?"
Yasser schudde zijn hoofd.
"Komt Jafar straks eventjes naar boven?", vroeg Yasser aarzelend in de deuropening.
"Ik zal het zeggen", zei Nadia.
Yasser liep huilend naar boven, niemand in het huis begreep dat hij verscheurd werd door het verdriet om Younes, maar ook om zijn ouders. Als klein jochie droeg hij een zware last, hij had immers besloten het verhaal van Younes tegen niemand te zeggen, Yasser had begrepen dat Younes hem dit had toevertrouwd.Jafar ging naast zijn zus zitten, hij sloeg zijn arm om haar schouder heen en zei:
"Younes wordt over vijf dagen begraven, Allahirahmoe."
Nadia knikte en besefte iets:
"Er is geen geld voor allemaal naar Marokko te gaan.."
Nadia barstte voor de zoveelste keer die dag in tranen uit.
"Niemand kan hier achterblijven, hij is onze broer."
Jafar knikte.
"Nadia?", zei hij zachtjes
"Uhu"
"In Marokko weten ze het nog niet."
"Hoeft ook niet!", riep Nadia woedend, ze was de vorige keer nog niet vergeten toen ze naar Marokko was gegaan.
"Nadia, we moeten ze waarschuwen, ze hebben er recht op"
"Jafar! Nooit vragen ze achter ons! Nooit vragen ze hoe het met ons gaat, hoe het met jou gaat! Verdorie! Het enige wat ze zeiden toen ik zei dat je.."
"Kanker had", vulde Jafar droog aan.
Nadia knikte traag,
"Wel, het enige dat ze toen zeiden was, 'oei', misschien dat zelfs niet. Trouwens waar waren ze toen mama begraven werd é? Nergens, ze hebben zelfs niet gebeld om hun medeleven te betonen! Nooit heb ik van hen 'inna ilahi wa inna ilajhi raji3oen' gehoord, niet bij mama, niet bij Hurriya en niet..Niet bij Younes!"
"Nadia, rustig, aub.."
"Neen, Jafar niet rustig!"
"We moeten ze bellen Nadia...Dat weet je.."
Nadia was eventjes stil.
"Jij belt", besloot ze.
"Goed, maar jij blijft in de buurt"
"Waarom!"
"Omdat je goed genoeg weet dat ze met jou zal willen praten"
"Ik ben er niet", mompelde Nadia
"Nadia, aub.."
Nadia zuchtte en zei toen: "Hij is er echt niet meer é?"
Jafar schudde zijn hoofd en liep toen, terwijl hij de tranen terugdrong, naar de telefoon.Jafar tikte de nummers in en hoorde hoe de telefoon aan de verbinding, daar, 2000 km verder over de middellandse zee, maakte.
"Salaam", zei een hoge stem.
"Wa3aleikoem salaam, ghatshie? (tante)"
"Ja?"
"Ik ben het, Jafar?"
"Welke Jafar?"
"Jafar de zoon van je zus", zei Jafar met ingehouden woede: ze wist goed genoeg wie hij was!
"Ah, die Jafar. Ja?"
"Alles goed?"
"Ja, ja,waar is Nadia?"
Jafar keek fronsend voor zich uit: hoe onbeleefd! Hij keek naar Nadia en gebaarde dat ze naar de hoorn moest komen. Nadia bad Allah om geduld en waande zich naar de telefoon.
"Ghatshie?", zei Nadia stilletjes.
"Daar ben je dus! Jij stuk ongeluk! Zomaar weglopen! Je hebt me ten schande gemaakt hoor je me! Hoe durven jullie me te bellen!"
"Ghatshie-", probeerde Nadia ertussen te krijgen.
"Zo maar weglopen! Ha! Zo heeft jullie moeder jullie dus opgevoed!"
"ALLAHIRAHMA!", riep Nadia uit.
"Je belt zelfs niet om je excuses aan te bieden!"
Nadia zwol op van verontwaardiging. Excuses aanbieden? Waarvoor! Omdat ze weigerde uitgehuwelijkt te worden!
"Ghatshie, Younes-"
"Wat is er nu weer met die nietsnut, is hij al terug of hj zwerft hij nog steeds ergens rond. Wat moeten de mensen wel niet denken als ze weten wat voor kinderen mijn zus op de wereld heeft gezet!"
Nadia slikte kwetsende woorden weg, ze moest geduld hebben, sabr was de oplossing tot alles.
"Younes is dood", zei Nadia kil. Het antwoord daarop was onvoorstelbaar..
"Dood? Hoe bedoel je dood? Weer eentje die gestorven is, wat voor een zus ben je eigenlijk? Geen greintje verantwoordelijkheid! En denk maar niet dat jullie de begrafenis hier bij mij kunt houden, als het daarvoor is dat je belt, dan geef ik je nu al het antwoord, neen! Een schande!"
Nadia smeet de hoorn neer en liep huilend naar de kamer van haar ouders..Oumaima, Aziz en Mansour kwamen bij het grauwe appartementgebouw aan. Oumaima bleef abrubt staan, Aziz keek haar aan en volgde haar blik. Oumaima's blik was gefixeerd op een stuk asfalt midden op straat waar nog een vaag spoor van bloed lag. Oumaima schudde haar hoofd en de tranen rolden over haar wangen.
"Ik kan het niet", zei Oumaima fluisterend, "Ik kan het niet"
Aziz greep haar hand vast en zei toen zachtjes:
"Is het hier gebeurd?"
Oumaima keek angstig naar de plek en knikte toen huilend.
Aziz greep de hand van zijn zusje en zei:
"Samen gaan we er langs, zusje..samen"
Oumaima schudde haar hoofd.
"Ik kan het niet", zei ze nog eens.
Aziz greep haar tweede hand vast en begeleidde haar langs de plek, Oumaima huilde zonder te stoppen en Mansour voelde dat zijn moeder onrustig was. Het kleine mannetje brabbelde vanalles en had een zielige frons op zijn voorhoofd. Samen, broer en zus, moeder en zoon, oom en neef, gingen ze langs de plek en bestegen ze de trappen. Elke trap was een snee in Oumaima's hart, bij elke trap kwam er een herinnering naar boven. Uiteindelijk stonden ze voor de deur van het miserabele appartementje. Oumaima zocht bibberend haar sleutel en ging naar binnen. Aziz kuste zijn zusje op haar voorhoofd en nam Mansour van haar over. Hij dwong Oumaima zachtjes op de grauwe zetel te gaan zitten en ging thee zetten. Oumaima bleef ondertussen zitten en huilen, ze besefte nu meer dan ooit dat ze van haar broer hield. Ze vergat het verleden en keek naar het heden: een broer die er voor haar stond. Aziz kwam terug glimlachte bemoedigend en gaf haar een kop thee.
"Weet je nog wat mama altijd zei?", zei Aziz glimlachend..
Oumaima kon een glimlach niet onderdrukken.
"Een kopje thee doet wonderen."
Zo bleven ze zitten op de sofa, gewoon bij elkaar..
Na een tijdje zat Aziz een beetje te knikkebollen, Oumaima stond zachtjes recht, ging lakens halen en stopte Aziz onder een groot protest in. Hij viel snel in slaap en Oumaima ging naar haar kale kamertje. Mansour was nog wakker en kroop overal naar toe, af en toe deed hij zelfs een poging om recht te staan, waarop hij nog geen tien seconden laten op zijn poep terechtkwam. Oumaima keek verdrietig naar haar zoontje, ze verloor al haar zelfbeheersing en huilde het uit in haar handen. Zachtjes..
Plots voelde ze twee kleine handjes op haar knieën, de handjes gingen naar haar natte handen.
"Y...Ye..Yamma!"
Oumaima keek op en kon haar oren niet geloven, ze keek recht in de honingkleurige oogjes van haar zoontje..
"Yamma!"
Zei het ventje nog eens.
Ze greep haar zoontje vast en knuffelde hem vol liefde.
"Hamdullilah", prevelde ze..Ze dankte Allah voor haar zoontje..zo klein en zo teder, toch verzachtte kleine Mansour de pijn die in zijn moeder huisde.
"Alhamdullilah", zei Oumaima nog eens en er rolden weer tranen over haar wangen...Jafar zag hoe zijn zusje de trappen opliep, hij kon al raden wat hun tante had gezegd. Soms had hij het gevoel dat niet veel mensen een hart hebben..Hij schudde zijn hoofd en fronste. Hij bedacht net dat Younes over drie dagen begraven zou worden, de gedachte dat ze daar waarschijnlijk niet bij zouden kunnen zijn, deed hem pijn. Hij hoorde hoe Nadia de deur toesloeg en hij hoorde haar voetstappen door het plafond heen. Hij schudde zijn hoofd en liep naar boven. Hij was verzwakt, dat voelde hij. Vroeger kon hij wel tien keer de trap op en af, nu voelde hij zich al vermoeid na tien treden. Hij dacht na over de behandeling van ziekte. Hij vroeg zich af of hij over een paar maanden misshien ook dood zou zijn? Allahoe a3lam. Vermoeid ging hij voor de deur van zijn ouders staan, hij klopte zachtjes en ging zonder een antwoord af te wachten naar binnen. Hij zag Nadia als een hoopje ellende op het bed snikken. Hij ging er naast zitten.
"Gaat het?"
Geen antwoord enkel gesnik.
"Nadia, je weet dat tante nu zo eenmaal is.."
"Jafar! Ik wilde niet bellen!"
"Nadia, het was onze plicht, nu kan ze doen wat ze wil, anders zouden we dit altijd in ons gezicht gewreven worden."
"En dan! Het kan me niets schelen wat ze over ons denkt!"
"Ze blijft de zus van mama.."
"En dan! Als je haar hoort, is dat precies een schande! Weet je we ze zei Jafar?"
Jafar schudde zijn hoofd en keek bezorgd naar het betraande gezicht van zijn zusje.
"Ze zei dat als ik een betere zus was, dit allemaal niet gebeurd zou zijn!"
"Nadia!", zei Jafar streng, "El mektaab is el mektaab! Dat zou je moeten weten! Waag het niet jezelf de schuld te geven van dit alles! Oke? Kijk naar me! Dit is niet jou schuld! El mektaab, Nadia.."
Nadia knikte, toen snijdde ze het onderwerp aan dat iedereen in het huis probeerde te ontwijken.
"Younes wordt over drie dagen begraven hè"
Jafar knikte en besefte wat er zou komen.
"Er is geen geld voor tickets.."
JE LEEST
Als het lot tegen je keert...
AdventureHet word steeds zwaarder voor Nadia om voor al haar broers en zussen te zorgen. Elke keer dat er iets goed gaat, gebeurt er iets waardoor het nog slechter gaat. (Dit boek is niet van mij!! Marokko.nl .Ik heb alleen een paar dingen veranderd)