10.4

314 20 1
                                    


Oumaima stak haar zoontje in bed en genoot ervan, wat hield ze van haar zoontje! Aziz lag op de bank en keek naar zijn zusje en zijn neefje, hij kreeg het helemaal warm vanbinnen.
"Oumii?"
"Ja?", zei Oumaima terwijl ze glimlachte omdat haar Mansour net een gek gezicht trok.
"Is die ene jongen nog langs geweest?"
Oumaima zweeg eventjes, na lang aarzelen antwoordde ze toch maar.
"Neen"
"Goed zo"
"Waarom?", vroeg Oumaima nonchalant
"Gewoon, ik ben bang Oumaima..Bang dat Nordin zal toeslaan..Niet om mezelf, maar om jou en Mansour.."
"Ik red me wel", zei Oumaima afwezig
"Neen Oumii, je weet niet met wat voor mensen we hier te maken hebben"
"Aziz, ik heb gezien hoe ze Younes hebben doodgeschoten, natuurlijk weet ik dit wel", zei Oumaima zwakjes.
"Sorry..Weet je nog toen we klein waren, en dat mama ons dan altijd een dikke knuffel gaf nadat we het hadden bijgelegd na een ruzietje"
"Ja", zei Oumaima met tranende ogen
"Daar doe jij me aan denken..Jij en Mansour..Je bent een goede moeder Oumii"
"Doe niet zo gek..Kijk eens rond, hoe we leven..Ik probeer zo hard Aziz, maar toch kan ik hem niet aanbieden wat andere moeders hun kinderen aan te bieden hebben."
"Oumii, je biedt hem liefde aan, je houdt van je zoon.."
"Daarmee kan hij niet eten Aziz..Ik moet steeds maar denken: wat als ie ouder wordt, wat als hij achter zijn vader vraagt..Wat dan?"
"Oumaima"
"Neen, Aziz ik meen het, een kind heeft toch een vaderfiguur nodig?"
"Ach..Oumaima"
"Morgen begin ik terug met werken, insh'Allah"
"Maar je bent er helemaal nog niet aan toe"
"Ja, maar we hebben het geld nodig Aziz"
"Ik werk toch al"
Oumaima keek haar broer aan
"Weet ik, en echt bedankt hiervoor, maar daarmee kunnen we nauwelijks de huur betalen.."
Aziz keek zijn zus verdrietig aan en verwijtte zichzelf dat zijn zus en neef in armoede leefde.
"Het spijt me echt Oumaima, voor wat ik je heb aangedaan"
"Laat het Aziz, ik heb je allang vergeven"
"Bedankt"
Oumaima droogde Mansour af en nam hem toen vast in haar armen, ze wandelde rond en pobeerde hem in slaap te wiegen. Ondertussen dwaalden haar gedachten af naar die ene jongen. Wie was hij toch, en waarom bleef hij zo aandringen. Zou hij een vriend van Nordin zijn? Hij had gezworen van niet, maar ze durfde niemand meer te vertrouwen..Zou hij echt iets voor haar voelen? Of was het weer een spelletje van 1 of andere player? Ze was al zo hard gekwetst geweest..Een vaderfiguur, was deze jongen de vaderfiguur die ze zocht?

Bilal en Hicham zaten in de woonkamer, Bilal zapte afwezig van het ene kanaal naar het andere. En Hicham keek glazig naar het schermpje, iedereen was gaan wandelen, maar de jongens hadden geen zin.
"Zo", onderbrak Bilal de stilte
"Zozo", antwoordde Hicham afwezig
"Ik ben terug naar Oumaima geweest"
"Ahja, is waar"
"Tja dat vond ik al zo vreemd, er is iets met je. Dat je er niet achter vraagt, man ben er kapot van"
"Ahha, onnozelaar"
"Moi? Onnozelaar, ik vrees dat je te ver gaat"
"Goed goed, hoe was het?"
Bilal werd terug serieus
"Pff, ik weet het niet Hicham. Dit gaat zoo cliché klinken, maar Oumaima is niet zomaar 1 of andere meid. Ze heeft volgens mij zo veel hebben moeten doorstaan, dat ze nooit meer dezelfde zal zijn. Ik.. Haar ogen zorgen ervoor dat mijn hart elke keer weer breekt, het enige 'levende' in haar is de liefde voor haar zoon. Die is zo echt..Alsof..Pff ik weet het niet, ben ik wel zo'n meisje waard?"
"Tuurlijk joh"
"Neen, je begrijpt het niet...Ze is zo kwetsbaar, maar toch zo ongelooflijk sterk.."
"Zo ken ik er nog", mompelde Hicham, "Mja, heb Nadia gezien vandaag"
"Meen je niet? Waar dan"
"Hier, bij je tantes thuis"
"Hoe bedoel je? Heb je haar dan uitgenodigd? Gewaagd man"
"Maar neen, ze werkt hier, ze is de poetsvrouw"
"Ooh.."
"Het was een teleurstelling..Ze wilde niet praten..Ze..Ze zei dat ze er geen behoefte aan had, dat ze genoeg aan haar hoofd had..Ik begreep haar..maar toch ook niet..Ach het is ingewikkeld.."
Plots werd er licht geklopt op het raam, Bilal fronste zijn wenkbrauwen, maar Hicham was al opgestaan..

Hicham keek voorzichtig door het gordijn en zag tot zijn grote verbazing Nadia. Wat deed zij hier nu? Ze zag er zo bang uit en de tranen rolden over haar gezicht. Zou hij Bilal iets zeggen?
"Wie is daar man?"
"Ik weet het niet, ga eventjes kijken"
"Ik ga mee"
"Neen joh"
"Ben je gek, het is midden in de nacht wie weet welke gek er daar voor de deur staat"
En voor Hicham kon reageren liep Bilal naar de deur met een schoen in zijn hand.
"Bilal!"
"Shht man"
Hij opende de deur en ipv een gigantische boef zag hij een teder meisje licht huilend beschaamd opkijken.
"Euhm?"
"Sorry, ben denk ik bij de verkeerde mensen", zei Nadia snel. Ze had nooit mogen aanbellen.
"Nadia?", kwam Hicham er snel tussen, "Wat is er?"
"Oh Hicham..Normaal zou ik nooit zomaar aanbellen..Maar ik..Mijn broer, hij loopt hier ergens rond, hij is ziek..Nordins vrienden zijn overal..Jij had gezegd dat ik..als ik je nodig had..Het altijd mocht vragen..Oh Hicham, wat als er iets met hem gebeurt..", stotterde Nadia.
Bilal fronste zijn wenkbrauwen, wie was die vervloekte Nordin toch en hoeveel gezinnen heeft hij kapotgemaakt. Hij balde zijn handen tot vuisten.
"Ik kom meteen Nadia", zei Hicham. Hij grijpte naar zijn jas en deed snel sleffers aan.
"Ik ga mee Hicham..ik laat je niet zomaar alleen gaan", zei Bilal voordat Hicham er iets tegenin kon brengen.
"Hoe ziet je broer eruit, Nadia?"
Maar voor Nadia iets kon zeggen, barstte ze in tranen uit. Ze snikte het uit en verborg haar gezicht met haar handen. Hicham keek hulpeloos toe.
"Nadia, toe..We vinden hem wel..Echt wel..Toe", en aarzelend nam hij haar handen voorzichtig vast en veegde haar tranen weg.
Nadia vermaande zich en verontschuldigde zich voor haar gedrag. Hicham mompelde dat het niet erg was.

Het was inmiddels een uur en een half geleden dat Jafar boos het huis was uitgelopen. Nadia had naar huis gebeld om teleurgesteld aan te horen dat Jafar nog steeds niet thuis was. Hicham, Bilal en Nadia zochten werkelijk overal, maar tevergeefs. Ze kwamen op een bepaald moment in een grauw donker steegje, Nadia kreeg kippevel, maar iets in haar zei dat Jafar hier niet ver vandaan was. Hicham en Bilal waren op hun hoede, het was stil..Te stil..Nadia slaakte een kreet: daar zag ze Jafar op de grond, omsingeld door enkele jongens, ze schopten en sloegen..

"Stop ermee!", gilde Nadia, "Stop! Stop!" En ze rende impulsief naar haar inmiddels bewusteloze broer.
"Nadia! Wacht!", riep Hicham. Hij rende haar achterna met Bilal op de hielen. De jongens staakte het slaan en kekek verbaasd: Nadia was op 1 van de jongens gesprongen en riep ondertussen:
"Laat hem met rust! Hoorje me! Laat- Hem- Met- Rust!"
En voor dat ze konden reageren stonden Bilal en Hicham vlak voor hen. Hichams ogen schoten vuur:
"Ik denk dat het beter is dat jullie vertrekken."
"Ahha, ik denk het niet"
"Schamen jullie jullie niet? Vier tegen 1! Ik walg van jullie!"
"Kom laten we nu niet sentimenteel worden man!", zei 1 van de jongens
Hicham greep hem vast en zei enkele centimeters verwijderd van zijn gezicht:
"Scheer je weg, of je krijgt er spijt van"
Hicham liet hem los en de jongen viel verschrikt op de grond. Hij droop samen met zijn vrienden af. Nadia had zich ondertussen ontfermd over haar grote broer, snikkend depte ze het bloed op zijn gezicht.
"Hoe gaat het met hem", zei Bilal bezorgd
"Ik weet het niet..Hij ademt onregelmatig..", antwoordde Nadia trillend
"Wie waren die jongens?", zei Hicham zachtjes
"Ik weet het niet..Waarschijnlijk..Ach maakt niet uit", zei Nadia ontwijkend. Nu ze Jafar hadden terugvonden schaamde ze zich ongelooflijk hard. Hoe was ze er toch op gekomen om zomaar bij Hicham aan te bellen? Toch was ze hem meer dan dankbaar..Ze was gewoon bang, bang om weer verliefd te worden en om weer gekwetst te worden.
"Moet ik een ambulance bellen?", verbrak Bilal de korte stilte
"Neen..Ik wil hem gewoon naar huis brengen"
"Ik help wel", zei Hicham vastberaden
"Ja ik ook!", zei Bilal snel
Ze ondersteunde de bewustloze Jafar en zo gingen ze door de grauwe steegjes, naar Nadia's huis. Nadia was zenuwachtig, ze voelde zich niet veilig..Bang dat er plots gedaantes uit het niets zouden verschijnen en dan hen zo zouden neerhalen. Ze vreesde echt voor Jafar..Ze twijfelde er niet meer aan: dit was het werk van Nordin. Zouden ze dan nooit met rust gelaten worden? Uiteindelijk kwamen ze in de straat van Nadia, ze liep alvast voorop om de deur te openen. Hicham en Bilal gingen voorzichtig naar binnen en volgde Nadia naar de woonkamer om daar Jafar voorzichtig op de zetel te leggen.
"Nadia? Wie zijn dat?", zei Yasmina verschrikt, maar toen ze Jafar zag, was dit niet meer belangrijk voor haar.
"Wat is er met hem gebeurd?", zei ze terwijl ze bleek trok.
"Jafar! Jafar! Nadia! Yasmina!", riep Yasser terwijl hij de trap afstormde. Hicham voelde zich ongemakkelijk, hij keek toe hoe het kleine mannetje naar Jafar sprong en dan veschrikt bleef staan. Hij zag hoe het jongetje op de grond viel en hartverscheurend op de buik van Jafar begon te huilen.
"Neen! Neen!! Neen!!", riep het jongetje. Hicham wilde het jongetje vastnemen en hem vragen om te stoppen met huilen: zijn hart kon het gehuil niet aan.
"Yasser. Shht..", zei Nadia terwijl ze zich ontfermde over hem
"Neen! Hij ook al! Hij ook al"
"Neen Yasser..Hij leeft nog, alhamdullilah..Shht.."
Yasser keek snikkend op en legde zijn hoofd op Jafars hart
"Het klopt nog..", zei hij terwijl er een waterig glimlachje op zijn gezicht verscheen.
"Ja Yasser..Shht..Toe ga maar slapen..", zei Nadia geruststellend
Yasser keek beteuterd naar Nadia
"Goed ik zet je nog wat warme chocomelk"
Hicham keek met een warm hart toe, alle gevoelens kwamen terug. Hij wist het bijna zeker, dit meisje is degene waarmee hij zijn leven wil delen.
"Willen jullie thee of koffie?"
"Of warme chocomelk", vulde Yasser overtuigt aan
Hicham lachte: "Neen, wij gaan eens door..tenzij er nog iets is dat we kunnen doen?"
"Neen, jullie hebben genoeg gedaan", zei Yasmina dankbaar, "Echt shoukran..Moge Allah jullie belonen"
Nadia voelde een krop in haar keel..De jongens liepen naar buiten en groetten iedereen, Nadia ging mee naar de gang en net voo Hicham de deur wou sluiten.
"Hicham wacht!"
"Is er nog niets?", zei Hicham bezorgd. Hij stond vlak voor Nadia, hij had zijn wenkbrauwen gefronst en zijn donkerbruine ogen stonden bezorgd.
"Neen..Ik wil je echt bedanken..Echt waar"
"Ach, niet meer dan graag gedaan..Het was niet meer dan onze plicht om je te helpen"
"Ja..Maar toch, heb jullie zomaar gestoord..En je meegevraagd en jullie blootgesteld aan allerlei risico's"
"Nadia, kijk eens naar me. Toen ik zei dat je me altijd om hulp kon vragen, dan meende ik dat.", zei hij met twinkelende ogen
"Oké, maar toch..Bedankt"
Hicham keek nog eens in Nadia's ogen..Knipoogde hij? Of was het een speling van de schaduw?

Als het lot tegen je keert...Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu