10.9

290 17 0
                                    


De voorlaatste dag in België brak aan en Hicham en Bilal waren in een pestbui, ieder verzonken in eigen gedachten hadden ze nauwelijks door wat er in hun omgeving gebeurde. Hicham voelde zich rot, hij had zelf niet tegen Bilal gezegd wat er tussen hem en Nadia was gebeurd. Hij had alles gewoon verpest! Met zijn jaloezie..Hij bewonderde Nadia's sterkte, ze was zo sterk maar toch zo kwetsbaar. En die Ismail, waarschijnlijk een rotzak die gewoon vanalles wou komen verpesten. Maar hij zat wel met de gebakken peren. Ongelooflijk hoe enkele zinnen en woorden alles kapot kunnen maken. Hij schaamde zich echt verschrikkelijk en telkens hij aan de woorden van Nadia dacht, ging hij kapot vanbinnen. Ze had geen ouders meer en was zelfs een broer en zus kwijtgeraakt. Hij had hier een wees gekwetst, ze had blijkbaar zo veel meegemaakt. Ze vond het blijkbaar ook verschrikkelijk erg dat ze haar studies heeft moeten beëindigen, maar ze schaamde zich er ook niet voor. Nu ging hij overmorgen weg insh'Allah en moest hij met een schuldgevoel België achter zich laten. Hij moest er maar steeds aan denken. Hij wilde naar Nadia gaan (hij wist toch waar ze woonde), maar durfde echt niet. Hij had schrik voor de verwijten en de tranen. Wat vond hij het verschrikkelijk toen hij die tranen in die bruine ogen had gezien. En de gedachte dat hij daar de oorzaak van was, maakte dat hij zich rotslecht voelde.

Bilal had Oumaima sinds die ene keer niet meer gesproken, hij wou er echt zo snel mogelijk terug naar toe gaan, maar er was gewoon vanalles tussengekomen. Hij twijfelde er niet meer aan, hij wilde echt graag met dat meisje trouwen. Hij had er echt alles voor over, natuurlijk kan hij moeilijk rustig morgen of vandaag Oumaima's hand gaan vragen. Zo ver was hij nog niet en zij zeker niet. Trouwens hij wil wel dolgraag trouwen, maar wie zegt dat dit gevoel wederzijds is? Misschien moest Oumaima echt niets van Bilal hebben..Daar dacht ie liever niet aan. Hij zapte wat en keek ondertussen naar Hicham die fronsend naar plafond keek terwijl hij neergeplofd in de zetel zat.
"Als er iets is, spuwt het maar uit é"
Hicham knikte kort en deed toen alsof hij ongelooflijk geïnteresseerd was in een documentaire over processierupsen. Bilal voelde wel dat er iets was, maar hij wilde er niet op in gaan. Hij wist dat als Hicham iets wilde zeggen, hij het ook gewoon zei. Trouwens hij zat zelf met een ei. Bilal mompelde dat hij eventjes beneden iets te bikken zou gaan halen. Hicham knikte afwezig, terwijl zijn ogen weer naar het plafond afdwaalden. Bilal stormde de trap af en ging naar de keuken waar zijn moeder bezig was met marmita te maken. Bilal ging naar de koelkast terwijl hij voelde hoe de ogen van zijn moeder in zijn rug prikten. Hij besloot het te negeren en wilde weer naar boven gaan, maar zijn moeder riep hem terug.
"Bilal, ik wil serieus met je spreken"
"Ja mama?", zei Bilal vermoeid.
"Je bent nu oud en wijs genoeg"
"Ja mama"
"En ik wil je nergens toe dwingen"
"Maar?"
Bilals moeder zuchtte en schudde haar hoofd.
"Jamila's zoon trouwt bijna"
"Ja wat heeft Jamila met mij te maken?"
"Haar zoon is even oud als jij", zei Bilals moeder met doordringende ogen.
Bilal wist al naar waar dit gesprek toe ging.
"Ja mama? En?"
"Is het niet tijd dat jij ook iemand zoekt om te trouwen"
Mama, aub, niet weer, zet toch niet zo'n druk op me."
"Als je het aan jou ligt ben je over tien jaar nog steeds niet getrouwd"
"Ja en? Wil je me dan uithuwelijken", zei Bilal met een grijns
"Wel je kent Fatima"
"Mama! Aub, niet weer heel dat ge-Fatima gedoe, neen, pracht van een meid, maar ik moet haar niet"
"En Maroua dan?"
"Neen, mama ook geen Maroua"
"Bilal!"
"Mama aub, ik heb hier echt geen zin in, kunnen we dit niet eens dat we thuis zijn bespreken"
"Neen, want ik kenhier ook een tof meisje..Nadia"
Bilal keek zijn moeder met open mond aan
"Hoe kom je bij die naam?"
"Het is een meisje dat hier bij je tante komt poetsen, het ziet er echt een tog meisje uit"
"Neen, mama geen haar op mijn hoofd!", zei Bilal terwijl hij hoopte dat Hicham niets van dit gesprek zou horen.
"Bilal, het is een goed meisje, waarom wil je haar niet", zei ze met een dreigende ondertoon in haar stem. Bilal wist al dat hij zich hier niet kon uitpraten.
"Omdat ik al iemand heb!", zei hij terwijl de woorden pijnlijk in de lucht bleven hangen.

Bilals moeder trok een wenkbrauw op, ze probeerde haar zoon in te schatten en zei toen heel nadrukkelijk:
"Hoe bedoel je, Bilal?"
"Niets, mama je moet stoppen met zo'n druk op me te zetten, ik weet wel wat ik doe.."
"Je antwoordt niet op de vraag, Bilal, hoe bedoel je hebt iemand? En maak me niet wijs dat je dat zomaar hebt gezegd om van me af te zijn, ik ken je goed genoeg."
"Mama.."
"Als je iemand hebt, dan gaan we morgen insh'Allah haar hand vragen. Dan is er ook geen probleem."
"Neen, mama, het ligt niet zo makkelijk."
"Waarom niet?"
"Laat het nu gewoon, jeetje, ik weet wel wat ik doe!"
Bilal stond nerveus op en ging meteen naar buiten, hij moest eventjes gaan wandelen. Hij wilde eventjes alleen zijn en nadenken. Waarom zette ze toch zoveel druk op hem? Goed, hij was de oudste en was ze daarom zo gefocust op hem. Pff, en hij schopte tegen een keitje. Zou hij nu eventjes naar Oumaima gaan? Om haar zeker ten huwelijk te vragen, dacht hij schamper. Dat ging toch niet zomaar? Of wel? Hij wist het niet meer..Morgen zouden ze insh'Allah terugkeren, zou hij Oumaima dan ooit wel terugzien? Zou hij haar niet vergeten? Ach als hij morgen toch wegging, wat had hij dan te verliezen. Met een bonkend hart ging hij naar het appartementje..

Oumaima was net bezig met de was op te handen in het kleine appartementje. Het touw liep van de woonkamer tot in de keuken. Mansour was het zonnetje in huis en gierde het uit, terwijl Oumaima gekke bekken trok. Ze hield zielsveel van haar zoontje. Aziz genoot van het tafereel. Oumaima keek haar broer aan en keek hem twijfelend aan.
"Wat is er Aziz?"
"Neen niets, je lach is aanstekelijk Oumaima. Jouw lach doet me denken aan mooie tijden.."
"Ja..", zei Oumaima droog, "Mooie tijden."
Aziz voelde dat de sfeer begon te veranderen, toch zei hij:
"Zou je niet terug willen trouwen Oumaima..Het zou je heel wat zekerheid bieden"
Oumaima keek haar broer ijskoud aan, Aziz kreeg er rillingen van. Sinds dat Younes' dood had ze steeds die koude blik in haar ogen.
"Neen Aziz, ik wil niet trouwen, 1 keer is genoeg."
"Maar het huwelijk is iets mooi"
"Ga je meer dwingen Aziz? Jij bent nooit getrouwd geweest."
"Ik weet het Oumaima..Maar ik wil je gelukkig zien.."
Oumaima zuchtte: "Ik weet niet of ik nog gelukkig wil zijn, ik wil gewoon dat Mansour zonder zorgen opgroeid."
"Dat kan in een huwelijk.."
"Aziz wat is je probleem! Neen, ik wil niet trouwen! Ben je vergeten wat Nordin me heeft aangedaan! Neen! Zwijg er nu gewoon over."
Aziz keek naar de grond, Oumaima hing verder de was op.
"Aziz, denk je dat ik de vernederingen ben vergeten? De angst, de pijn..Ik wil het nooit meer meemaken. Nooit..Ik wil niet dat Mansour me weer met droevige ogen aankijkt. Ik wil niet dat hij me huilend ziet.."
"Oumaima..Denk je nu echt dat je zoontje niet door heeft dat je niet gelukkig bent? Als is hij zo jong, subhaanallah, hij weet het.."
Oumaima antwoordde niet meer en ruimde de tafel af.
"Ik ga zo meteen werk zoeken"
"Ik werk al Oumaima!"
"Het is niet genoeg, we kunnen de huur betalen, ja, maar voor de rest"
"Oumaima.."
"Neen, mijn besluit staat vast"
"Wat ga je dan met Mansour doen?"
"Ik ga..Nadia om een gunst vragen.."
"Maar.."
"Het gaat niet anders!"
Aziz keek Oumaima aan en zuchtte. Het schuldgevoel kwam weer op, wat was er met de gelukkige, opgewekte Oumaima gebeurt? Aziz stond op.
"Ik ga werken"
"Is goed, beslama"
"Beslama"
Aziz omhelsde Mansour nog eens stevig en ging toen naar buiten. Verzonken in gedachten zag hij Bilal niet.

Bilals hart stond eventjes stil bij het zien van Aziz. Hij wist niet wat hij moest doen, maar wonderbaarlijk genoeg had Aziz Bilal zelfs nog niet gezien. Bilal kon niet geloven dat hij zo veel geluk had gehad. Hij schudde zijn hoofd en ging met bibberende knieën naar de gehavende deur. Hij klopte welgeteld drie keer en wachtte af.
"Wie is daar?", hoorde hij Oumaima zeggen.
"Bilal"
Het werd eventjes weer stil aan de andere kant. Langzaam werd de deur geopend. De ijskoude ogen deden Bilal eventjes verstarren, maar hij vertrok morgen, hij moest nu eventjes zijn moed bijeen schrapen.
"Ja?", zei Oumaima zachtjes. Terwijl Mansour Bilal vanachter zijn moeders benen met grote ogen bekeek.
"Ik ga morgen weg..Terug naar Nederland"
"Ahzo.."
"Ik..Dacht daarom, ik ga nu eventjes langs Oumaima."
"Om afscheid te nemen?", zei Oumaima haast spottend.
"Nou, neen, juist niet.."
Oumaima trok een wenkbrauw op.
"Ikwilserieusmetjeverdergaan", zei Bilal snel
"Wablieft?", zei Oumaima onzeker.
"Ik..euhm, nu ja! Ik wil je hand komen vragen."

Als het lot tegen je keert...Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu