9.5

279 20 0
                                    


Oumaima was alleen thuis, Aziz was voor werk gaan solliciteren, eigenlijk zou Oumaima ook weer naar werk moeten zoeken: al haar vorige contracten waren verlopen. Ze zat dus thuis en deed wat huishoudelijke karweitjes. Ze voelde zich raar, het verdriet was nog vers, maar ze probeerde opgewekt te zijn voor Mansour, dit maakte haar eigenlijk kapot vanbinnen, maar ze liet het niet zien. Ze zei nauwelijks een woord tegen Aziz, niet omdat ze boos was ofzo, maar spreken deed pijn. Elk woord ging gepaard met een traan, echt glimlachen had ze ook al een poosje niet meer gedaan. Ze was dus bezig met de was, en dit was een serieus karweitje: ze had immers het geld niet voor een wasmachine, dus deed ze alles met de hand. Mansour zat wat te brabbelen en af en toe kwamen er zinnige woordjes uit. Ja Mansour wordt groot, dacht Oumaima. Wat hield ze van haar zoon, hij was echt het dierbaarste dat ze bezat. Hij had samen haar alles moeten doorstaan en dit had een nog sterkere band tussen hen gecreëerd. Oumaima ging eventjes zitten - haar rug deed zeer- en dacht na over haar leventje. Alhamdullilah, het kon slechter gaan..Soms dacht ze er over hoe het zou zijn geweest als ze met Ayoub was getrouwd, zoals ze voorzien hadden..Maar el-mektaab is nu eenmaal el-mektaab. Ze dacht aan wat ze later tegen Mansour zou moeten zeggen als hij achter zijn vader zou vragen. Stiekem hoopte ze dat hij dat nooit zou doen..Soms, als ze dagdroomde, droomde ze ervan om te hertrouwen..Iemand te leren kennen die haar echt graag had, iemand waarmee ze dolgelukkig zou kunnen zien. Achja, Allahu a3lam, wat het leven nog voor haar in petto had. Ze schudde haar hoofd en waste verder, wat gebeurd was, was gebeurd en iemand die steeds naar het verleden kijkt, kan niet naar de toekomst zien. Mansour kon ondertussen al flinke afstandjes lopen..Oumaima was zo verzonken in haar gepeins dat ze niet merkte dat Mansour naar buiten kroop: de deur stond ongemerkt op een kier en Mansour had, met zijn gezonde nieuwsgierigheid, dit opgemerkt.

"Weet op welke verdieping ze woont", vroeg Hicham
"Ja op de derde verdieping, en volgens mijn tante is het de meest mooie deur op de verdieping."
"Amai, dan vraag ik me af in welke staat de andere deuren dan wel zijn"
"Uhu, kom op."
"Is er geen lift"
"Neen, voetballer met topconditie, er is geen lift"
"AHha, zei je moeder niet dat je een afoenes bent, dan kun je me toch naar boven dragen"
"In je dromen!"
"Ahha"
"Ziezo hier is het, zie nu eens naar de mooiste deur"
"Yot! Gevonden"
"Amai, ik vind het hier maar triestig", zei Bilal fluisterend, bang dat de bewoners hem zouden horen
"Ja ik ook"
"Kom op, we kloppen eventjes, geven dit kleed af, ontvangen het geld en dan gaan we iets leuks doen"
"Je bent net een maffiabaas, als de mensen je zouden horen spreken..", zei Hicham grinnikend
"Yeah, Bilal Maffiosi"
"ahaha"
Bilal en Hicham klopte aan, gaven het kleed en ontvingen het geld. Ze wilden net naar beneden gaan toen Bilal een jongetje op de gang zag kruipen. Hij ging richting de trap.

Oumaima was eindelijk klaar met de was, toen ze besloot om het eten klaar te maken: Mansour heeft zeker honger, dacht ze.
"Mansour lieverd"
Ze keek rond en verwachtte een gebrabbel te horen, maar ze hoorde niets
"Mansour, Mansour?"
Haar hart klopte in haar keel, waar was haar zoontje. Meteen kreeg ze de wildste gedachten: Nordin was teruggekeerd en had haar zoontje weer meegenomen,
"Mansour schatje, aub! Maak mama niet zo bang", zei ze trillerig. Het beeld van Younes op de grond kwam terug, het pistool, de kogel, de plas bloed..
"Mansour!"
Plots zag ze de deur die helemaal open was, Oumaima was doodsbang..

Hicham aarzelde, maar Bilal reageerde net op tijd: hij greep het kind bij zijn versleten pyjamaatje, waardoor Mansour zich een ongeluk schrok. Hij schreeuwde hartverscheurend.
"Hey mannetje, waar is je mama of papa? Zomaar alleen op de gang"
"Vast verwaarloosd door zijn ouders"
"Mansour!", riep een jongedame plots, "Mansour!", Bilal keek om en zag een mager, bleek jong meisje met tranen die uit haar ogen rolden.
"Laat hem met rust! Nordin krijgt hem niet! Niet! Hij heeft al genoeg kapotgemaakt! Mijn zoontje krijgt hij niet!", schreeuwde Oumaima histerisch.
"Rustig, rustig", zei Bilal geschrokken, "Hij liep hier alleen in de gang, niemand was bij hem", zei Bilal lichtjes verwijtend, "Hij viel trouwens van de-"
"Geef hem terug"
"Hier joh! Je hoeft niet zo te roepen man!", riep Bilal die lichtjet geïrriteerd geraakte.
Oumaima greep haar zoon en gaf hem een dikke knuffel, zachtjes mompelde ze:
"Mama, nooit meer zo laten schrikken, hoor je me? Wat zou ik moeten doen, zonder jou.."
"Nou ja, bedankt hoeft ook niet", zei Bilal chagerijnig
Oumaima keek op en keek zo ijskoud dat Bilal er van rilde.
"Bedankt", zei ze ijskoud, "Ga nu weg! Wat moet je hier? Wie heeft je gestuurd é? Zeg tegen Nordin dat hij mijn zoon nooit krijgt! De hufter!"
"Ik ken helemaal geen Nordin, doe nou eventjes normaal!"
"Normaal..ahah", lachte ze koel, "Mijn leven is allesbehalve normaal"
En met die woorden draaide ze zich om en liep naar een deur die er gehavend uitzag, ze sloot hem met een dreun.
"Amai wat heeft die nou", zei Bilal ontzet, "Doe ik eens iets goeds"
"Achja, vreemd volk hier"
"Zeg dat wel ja", zei Bilal afwezig.
"Gaan we?"
"Yeps"

Later in de avond zat Hicham wat te grappen met Bilals ouders. Hijzelf was stil, het beeld van deze jonge vrouw had hem aangegrepen. Wie is ze? Wie is in hemelsnaam Nordin? En wat heeft ze allemaal moeten doorstaan? Hij dacht aan de ijskoude lichtbruine droevige ogen..Hij dacht eraan hoe Oumaima haar zoontje had vastgenomen en had geknuffeld..Hij dacht eraan hoe de tranen over haar wangen rolden..Was ze getrouwd? Het beeld van het versleten groene kleedje, met de versleten schoentjes flitsen steeds weer voor zijn ogen..De handen die ruw waren, de gebroken nageltjes, van het harde werken..Toch was ze jong, hij schatte haar 22 jaar, ze had al een zoontje..Het zoontje leek niet op haar, op haar man misschien? Die zekere Nordin..
"Hé, je bent zo afwezig!", riep Bilals tante uit, "Wat is er met je?", vroeg ze met een ongeruste ondertoon.
"Niets a ghatsjie niets."
"Wat heb je met hem gedaan?", vroeg de tante grappend aan Hicham.
"Walou"
"Ghatsjie", onderbrak Bilal, "dat appartementsgebouw.."
"Ja?"
"Daar woont toch zo'n meisje.."
"Je bedoelt zeker Oumaima.."
"Ja ze heeft een zoontje"
"Mansour, ja"
"Uhu, wat is er met haar"
"Ach, het is daar een gevaarlijke buurt, maar goedkoop, ik weet niet ze goed wat er met haar is..Ze is vast gek ofzo, of ze stelt zich aan. Met meisjes die alleen wonen loopt het nooit goed af é! Onlangs werd er daar iemand doodgeschoten..Zij was er bij, ze huilde ja, vast een driehoeksverhouding die slecht is afgelopen.", zei ze afkeurend.
"Denk je?", zei Bilal geïrriteerd, zijn tante was weer aan het roddelen en daar kon hij niet tegen. Waarom zei ze zulke dingen, eerst wist ze er niets van en nu vertelt ze zogezegd heel haar levensverhaal. Hij wilde niet geloven dat Oumaima zo'n meisje was, hij had iets in haar ogen gelezen. Een diep verdriet, de handen, het kleedje, de schoenen..Die hadden hem zo aangegrepen..En dan die laatste woorden
"Mijn leven is allesbehalve normaal", verbitterde woorden.

Als het lot tegen je keert...Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu