Wauw, het voelt als een eeuwigheid geleden dat ik echt een update plaatste van TWM... Ik schaam me er bijna voor, ik heb werkelijk waar het gevoel dat ik jullie teleurstel. Sorry dat ik zo weinig plaats, dat jullie telkens zolang moeten wachten! Ik zou willen dat ik de tijd van de wereld had, maar jammer genoeg heb ik dat niet. Geniet van het hoofdstuk en vergeet niet te voten!!! Xxxx
Tanden flitsten in het duister, ogen vol bloeddorst die me recht aankeken. Mijn hartslag die bonkte in mijn keel, haar dat recht overeind stond. Ik gromde en dook recht op de vampier af. Hij ging eraan, het was zijn tijd om te boeten voor wat hij ons allen had aangedaan. Zijn tijd om te lijden, om de dood in de ogen te kijken...
'Gaat het?' Mason raakte even kort mijn arm aan en schonk me een doordringende blik. Ik knipperde met mijn ogen en knikte, ik moest de beelden blokkeren, anders was ik nooit in staat om te vechten. Maar de emoties van de wolven waren te heftig, drukten op me als een zware last die ik niet van me af kon schudden. Ik wist dat Daimon zijn leger dichtbij was, wist dat de eerste wolven al aan het vechten waren. Ik deed op dit moment niks, en dat vond ik vreselijk! Ik voelde me nutteloos, wilde iets doen. Ik hoorde iets te doen, maar mijn taak bestond niet alleen uit vechten. Ik had een bepaalde missie, een groter doel met een achterliggende strategie.
Ik wilde de Koning uitschakelen...
Zolang hij nog leefde, onsterfelijk was en rondliep op deze wereld met als zijn macht, betekende hij een gevaar voor de wolven.
Hij zag zichzelf als een God, en in feite was hij dat ook. Ik wist niet tot hoeverre zijn kracht reikte, of wat hij allemaal in zijn mars had.
Ik taste in het duister en dat was een gevaarlijk iets. 'Als je het niet wilt...' Begon Mason, maar voordat hij verder kon gaan om zijn zin af te maken, onderbrak ik hem. 'Ik doe dit Mason, ik wil dit zelf. Je kunt me niet tegenhouden of me van gedachten doen veranderen, ik heb mijn keuze gemaakt!' En daarmee was het onderwerp gesloten. Ik wilde al direct weglopen, mijn plaats innemen in deze verborgen oorlog. Maar hij hield me tegen en trok me tegen zich aan, 'zo laat ik je niet gaan', fluisterde hij in mijn oor.
Aan de ene kant wilde ik me uit zijn omhelzing losmaken, we hadden geen tijd voor dramatisch gedoe. Het was oorlog, er stierven misschien zelfs wolven op dit moment. En hij wilde even wachten? Wilde tijd maken voor een "romantisch momentje". 'Misschien sterf ik April, dus laat me even stilstaan bij dit moment.' Hij had mijn gedachten afgeluisterd, dat was wel duidelijk.
Normaal zou ik er iets over zeggen, deze keer echter niet. Dus ging ik op mijn tenen staan en drukte mijn lippen zacht op de zijne, genoot even van het gevoel hem zo dicht bij me te hebben.
'Zeg niet zulke griezelige dingen Mason', mompelde ik terwijl ik mijn vingers door zijn haar liet glijden. Ik beet zacht op zijn onderlip en hij kon een kreun niet onderdrukken, 'niet doen April...niet nu, je weet dat ik daar niet tegen kan.' Hij leek gekweld door het besef van tijd, ook hij wist dat we moesten gaan.
'Eigenlijk wil ik je niet loslaten, wil ik je beschermen tegen het gevaar dat je tegemoet gaat. Ik zou je tegen moeten houden en het uit je hoofd moeten praten. Het is erg dat ik je dit laat doen.' Ik glimlachte flauwtjes en schudde mijn hoofd, 'dat is het niet. We hebben er goed over nagedacht, dit is ons plan nou eenmaal en daar houden we ons aan. Ik ben net zo goed een Godin als dat jij een God bent, ik ben niet zwak, ik kan dit Mason.' En wat ik zei was waar, ik wist wat er van me verwacht werd, wat me te doen stond.
Ik kon dit, kon Daimon verslaan in zijn eigen spel. Ik had de Nacht en de Duisternis achter me staan, was de Maan in levende lijve.
'Ik zie je zo weer April', Mason grijnsde jongensachtig en spande zijn spieren overdreven aan, 'even wat vampiertjes afmaken.' Ik grinnikte en keek toe hoe hij wegrende en veranderde in de wolf die hij werkelijk was.
Ik voelde diezelfde drang, wilde de grond onder mijn poten voelen, de vrijheid aanbidden.
Maar mij stond iets heel anders te wachten...
Ik kon niet veranderen.
Langzaam begon ik dieper het woud in te lopen, richting een speciale plek die Mason en ik samen uitgekozen hadden. Het was ideaal, perfect voor wat me te doen stond.
Het was voelde vreemd omringd te zijn door de stilte en rust van het bos, terwijl ik wist dat een paar kilometer verderop een hevige strijd aan de gang was. Waar overal het geluid van gegrom en gekrijs te horen was, waar wolven jankten van de pijn en vampieren het met een zucht begaven.
Hier hoorde ik het ritselen van bladeren, het zachte roekoe geluid van een uil en een muis die de bosjes in schoot. 'Ik wist dat je deze plek zou uitkiezen, weetje?' Voor me zag ik Daimon, zijn armen over elkaar geslagen, rustig leunend tegen het wolvenstandbeeld. 'Dit is een heilige plek, hier ben je dichter bij die "goden" van je.' Hij zette zich af en liep traag op me af, 'maar zal ik je een geheimpje verklappen lief wolfje van me... Die goden van je kunnen helemaal niets doen, ze kunnen me niet tegenhouden of stoppen wanneer ik dat mooie keeltje van je doorbijt. Ze kijken slechts toe.' Hij gleed met een enkele vinger over mijn blote arm, ik huiverde en kreeg er kippenvel van. Hij grinnikte en liep om me heen, raakte me aan en fluisterde gruwelijke dingen in mijn oor.
'Wij hadden zoveel kunnen bereiken samen, jij en ik heersers over de rest van de wereld. Vampier en wolf, onze werelden voor eeuwig herenigd. Met een krachtig leger en steden vol rijdom en welvaart. We zouden de mensen kunnen onderdrukken, we zouden samen zoveel sterker staan. Hun regeringen zouden niet tegen ons op kunnen.' Zijn ogen glinsterden, gevuld met een honger naar absolute macht. Iets wat iemand als hij nooit zou mogen krijgen.
'Mensen zijn zulke domme wezens April, we zouden zoveel oorlogen kunnen verkomen. Wereldvrede voor iedereen, wij kunnen dat! Je hoeft alleen maar akkoord te gaan. Mijn aanbod staat nog open. Ik kan deze onzinnige oorlog afblazen, dan zullen er niet meer onschuldige doden vallen. Is dat niet wat je wilt?' Hij kon het allemaal zo mooi vertellen, schetste een prachtig beeld. Maar het was een illusie, berust op dromen. Hij bood me een luchtkasteel aan, er zat geen zekerheid in dat het ooit werkelijkheid zou kunnen worden. 'Je weet dat ik het niet kan accepteren, dat ik er nooit in mee zou kunnen gaan', zei ik op een scherpe toon tegen hem.
Hij legde zijn hand tegen mijn wang en keek me diep aan, 'je begaat zo'n grote fout...'
Zijn ogen veranderden, werden killer, emotielozer. Voor me stond een ware duivel, ontsnapt uit de diepste krochten van de hel.
'Ik zal je mijn persoonlijke slaaf maken wolfje van me, ik zal je de meest afschuwelijke martelingen laten ondergaan. En zal ik je iets vertellen... Je zal er van gaan genieten, je zult naar me gaan verlangen. Omdat je niet anders kan.' Bewegingsloos bleef ik stilstaan toen hij zijn lippen op de mijne drukte en me kuste.
Ik moest dit doen, mocht niet toegeven aan de haat en woede die ik voelde voor dit monster.
Ik moest dit doen, moest me eraan overgeven.
Dus sloeg ik mijn armen om zijn nek en kuste hem terug met zoveel passie als ik op kon brengen. Ik voelde hem glimlachen, voelde hoe zijn handen over mijn lichaam gleden. Ik gruwelde, kon wel kotsen, maar bleef doorgaan.
Hij stootte een grom uit toen ik me dichter tegen hem aandrukte en mijn lichaam tegen het zijne schuurde. Hij tilde me op, drukte me met bruut geweld tegen het standbeeld aan. Mijn shirtje werd van mijn lichaam getrokken, ik voelde zijn lippen overal. In mijn hals, bij het gevoelige plekje achter mijn oor, overal...
Ik begon aan zijn kleren te trekken, hij was sneller en wurmde zich overal uit. In zijn volle goddelijkheid stond hij voor me. Ja, hij was een prachtige man, onwijs aantrekkelijk. Maar vanbinnen was hij verdorven, een waar monster.
En dat mocht ik nooit vergeten.
Hij boog zich over me heen en nam me in zijn armen, kuste me weer, harder en wilder dit keer.
Ik voelde zijn lust en honger, het was dichter aan de oppervlak dan ooit.
'Je hebt een paar seconden', vertelde Erebus me, 'in die paar seconden zal hij verlamd worden door de duisternis. Hij zal dan een pure marteling ondergaan. In die tijd zal ik hem tijdelijk uitschakelen. Maar vergeet niet dat het één moment is, wanneer je het mist is het te laat. Dan kunnen we niets meer voor je doen, dus zorg dat je er klaar voor bent.'
Ik wist dat het moment bijna aangebroken was, voelde de siddering in de lucht die aantoonde dat de eeuwenoude God aanwezig was. In stilte schreeuwde ik naar Mason, hoopte dat hij gefocust genoeg was om me te horen. Dit was het moment, het allesbepalende moment waar we op hadden gewacht. Nu moesten we toeslaan.
Daimons tanden flitsten tevoorschijn, een bordeauxrode aura vol bloeddorst wervelde om hem heen. 'Ik zal je voor eeuwig de mijne maken, ik zal je macht laten zien in zijn puurste vorm. Wij samen gaan de wereld veranderen, een nieuw tijdperk zal aanbreken waar bovennatuurlijken heersen.' Ik kneep mijn ogen dicht toen ik voelde dat hij dichterbij kwam, hopend dat Erebus zijn woord zou houden en me te hulp zou schieten.
'Hier ga je geen spijt van krijgen April, dit...' Zijn stem stierf weg, hij zakte in elkaar en bleef vervolgens roerloos op de grond liggen. Hier had ik op gehoopt, dit was het moment.
'Mason!' Schreeuwde ik, 'nu!'
In een flits schoot hij uit de bossen, recht op Daimon af. Zijn tanden zette hij onmiddellijk in Daimons keel, hij beet door, klauwde en gromde.
Mijn innerlijke wolf schreeuwde om vrijgelaten te worden, om mee te doen en te botvieren op het afschuwelijke monster dat zichzelf Koning der Vampieren noemde. Maar dat kon ik niet, wellicht zou ik zoiets nooit kunnen. Ik kon hem slechts blijven aankijken, terwijl hij langzaam ontwaakte uit de greep van eeuwige duisternis.
Schrik en angst, woede en haat, oneindig veel emoties schoten over zijn gezicht.
Hij probeerde zich los te rukken, probeerde zich van Mason te ontdoen. Maar er was geen beginnen aan, zijn lichaam was al te ver heen, te ver toegetakeld om enig verzet te bieden.
Ik bleef kijken, bleef staren.
Tot het goddelijke monster niet meer was dan een hoopje ledematen en bloed. De koning was dood.
Zelfs toen ik vanuit de verte opgewonden en enthousiaste kreten hoorde, bleef ik als versteend staan. Ik kon me niet bewegen, niet verroeren.
Ik voelde snuiten en handen, werd door iedereen kort aangeraakt. Maar hun zachte woorden en goede bedoelingen konden me niet helpen.
Ik was te gechoqueerd, te overstuur.
Vandaag had ik iemand vermoord, omzeep geholpen en de dood in gejaagd. Dat gevoel was vreselijk, angstwekkend en maakte me misselijk.
Ja, Daimon was een monster. Hij had meerdere levens tot een hel gemaakt, mensen en wolven vermoord. En toch bleef ik het afschuwelijk vinden. Want dit was niet wie ik was of wie ik kon zijn. Dit was niet langer April, de persoon die ik zolang geweest was. Een meisje, een mens.
Ik besefte dat ik haar ook nooit meer zou zijn.
Ik zou nooit meer diezelfde April worden. Het was gedaan met mijn menselijkheid.
Ik was nu een Godin.
Ben je ook zo gek op dit verhaal en zou je True Wolfs Mate het liefst in de boekhandel zien liggen? Help mij dan met het laten uitkomen van mijn droom: dit boek laten uitgeven! Ik doe op dit moment namelijk mee met een schrijfwedstrijd: de #MoonYAcontest van Sweek en om te winnen heeft mijn verhaal zoveel mogelijk volgers nodig! Hoe help je me? Door de volgende stappen te volgen:
1. Ga naar www.sweek.nl
2. Maak een account aan
3. Zoek naar ALPHA #MoonYAcontest (ALPHA is namelijk de nieuwe titel van True Wolfs Mate)
4. Begin met lezen
5. Klik onderaan het hoofdstuk op de "+" om mijn verhaal te volgen
6. HOERA! Je hebt me onwijs geholpen!
7. Hopelijk ga ik dankzij jullie hulp deze schrijfwedstrijd winnen!
8. Wil je me op nog een andere manier helpen? Help me dan met het overtuigen van anderen om ook op dit verhaal te stemmen (vrienden, klasgenoten, familieleden) want iedere stem telt!
Wow... Je hebt het hoofdstuk alweer helemaal uit. Wat een vreselijk gevoel hè? Dat je nu niet meer lekker verder kan lezen, terwijl je er net zo lekker in zat. Ik weet het, ik ben er ook niet dol op! Een verhaal moet gewoon oneindig door blijven gaan, spannend blijven, zodat je nooit hoeft te stoppen. Was het maar zo hè...
Zo, Daimon is dood. Daar heb ik even een punt achter gezet, lekker makkelijk. Misschien iets te makkelijk, maar ach wat maakt het ook uit! Nu kan ik tenminste weer verder met het verhaal, want dat hele "vampier gedoe" begon me een beetje de keel uit te hangen. Ik vind wolven duizendmiljoen maal leuker!!! Jullie wellicht niet, maar dan hebben jullie gewoon pech. Haha nee, sorry hoor...
Er staan jullie in ieder geval weer een hoop leuke dingen te wachten, dat kan ik jullie verzekeren dus bereid je alvast voor.
Ik ga niet meer eeuwen doorlullen, daar heb ik geen tijd voor namelijk..Ik heb een hoop dingen voor te bereiden voor mijn opleiding. Journalistiek is btw zo ontzettend leuk!!!! Ik ga nu echt met zoveel plezier naar school, niet normaal. Ik sta praktisch te springen zo hyper word ik ervan.
Vergeet niet te voten, te commenten en te followen truewolfers van me, Xxxxxx Anna
