Ik was hier gekomen met een duidelijke missie. Om inspiratie op te doen, mijn creatieve kant verder te ontwikkelen en 'gelukkig' te worden, op wat voor manier dan ook. Met een vreemdeling afspreken bij een vervallen uitkijkpost aan de rand van het dichtstbijzijnde natuurgebied, hoorde daar niet echt bij, niet in mijn ogen althans. Toch was ik het nu serieus aan het overwegen. Want wat had ik te verliezen?
Hoewel het natuurlijk volstrekt irrationeel was, gevaarlijk zelfs, om dit plan door te zetten. Kriebelde er ook iets in mij. Ik wilde deze spanning voelen, vond het stiekem heerlijk om iets verkeerds te doen, omdat het me liet voelen dat ik echt leefde. Normaal zou ik zoiets niet eens overwegen, maar de verborgen avonturier in mij had de controle overgenomen. En die April durfde wel radicale dingen te doen, hoe onverstandig ze ook waren.
Dus stond ik nu voor Alec's deur, twijfelend of ik wel of niet aan zou kloppen. Als ik naar het meer gebracht wilde worden, had ik wel een lift nodig. Het openbaar vervoer was hier nog niet uitgevonden en het lokale taxibedrijf vroeg een godsvermogen voor die paar kilometer. Ik had al vijf minuten heen en weer gelopen, op geloof ik al mijn nagels gebeten. Vies, I know. Maar nog steeds durfde ik geen actie te ondernemen. 'Kom op', moedigde ik mezelf aan, 'zo vreemd is het nou ook weer niet.'
Ik haalde diep adem en wilde al op de deur kloppen toen Alec opeens opendeed. Glimlachend keek hij me aan, bijna alsof hij al had verwacht dat ik hier zou staan. 'April!' Hij onderzocht me van top tot teen, 'je ziet er stukken beter uit dan vanochtend.' God... Ik was bijna vergeten dat ik een paar uur geleden nog boven de toilet hing te kotsen. Fijn dat hij me eraan herinnerde, niet dus. 'Umh, gelukkig.' Ik wist niet echt wat ik daar nou op moest zeggen. Wat was het weer lekker gênant.
'Ik wilde je eigenlijk iets vragen. Het komt misschien een beetje vanuit het niets, maar ik zou graag een rondje om het meer willen lopen. Even goed "ontbrakken" zodat ik straks nog even aan het werk kan gaan', legde ik treuzelend uit, 'maar om daar te komen heb ik eigenlijk een lift nodig.'
Hij knikte, 'prima.'
Ik trok mijn wenkbrauw vragend op, 'prima?' Ik kon niet echt geloven dat hij er echt mee akkoord ging. 'Wil je me echt brengen?' vroeg ik hem om het honderd procent zeker te weten.
'Natuurlijk, ik moet toch die kant op dus ik kan je net zo goed even afzetten bij het strandpaviljoen. Want ik neem aan dat je daar wilt beginnen met je wandeling?' Hij gebaarde dat ik niet moest bewegen, 'wacht dan pak ik even een wandelkaart.' Hij ging snel zijn appartement weer in en verscheen een paar seconden later met een klein boekje en zijn autosleutels. 'Wil je nu direct gaan?'
Hier was ik eigenlijk niet helemaal op voorbereid. Sowieso had ik niet verwacht dat hij me zou brengen, daar ging mijn excuus om af te zeggen. 'Ik moet alleen even andere schoenen aantrekken', vertelde ik hem. Dat was niet helemaal gelogen. Ik moest alleen ook nog mijn tanden poetsen, mijn tas pakken en een trui meenemen voor als het koud werd. 'Maar anders zie ik je zo beneden, dan hoef je hier ook niet te wachten.'
'Is goed, dan maak ik nog even een coffee-to-go voor ons.' Hij knipoogde naar me. Ik kon ondertussen wel door de grond zakken, het voelde vreselijk om tegen hem te liegen. Hij was op dit moment de enige 'soort van vriend' die ik hier had en ik wilde die mogelijke vriendschap niet direct verpesten. Wat ik nu wel ging doen door achter zijn rug om met Mason af te spreken.
Ik gebruikte hem zelfs door deze laffe actie. Wat dacht ik wel niet? Ik kon dit toch niet van hem vragen om vervolgens stiekem met zijn broer af te spreken. Toch was ik inmiddels als een gek aan het tandenpoetsen terwijl ik ondertussen de veters van mijn bergschoenen strikte, dus hoe erg vond ik het nou echt? 'Ooit maak je het goed', zei ik tegen mijn spiegelbeeld.
'Ben je er al klaar voor?' riep Edyth naar me, ' en je moet me straks wel updates sturen hè!' Ik rolde lachend met mijn ogen, 'natuurlijk!' Inmiddels had ik mijn rugtas ingepakt en er van alles ingestopt wat ik misschien nodig zou hebben. Het voelde alsof ik een survival pakket meenam.
'Ik ga er vandoor, wish me luck.' Ik wierp haar nog snel een vliegkus toe en gooide toen de deur van het appartement achter me dicht. Ik ging dit echt doen. Ik ging met Mason afspreken. Zelf kon ik het nog niet echt geloven. Waarom deed ik dit ook alweer?
Ohja. Omdat ik nog steeds niet wist wat er gisteravond tussen ons gebeurd was en waarom ik het gevoel had dat ik naar hem toe moest gaan. Alsof het een onbekend soort verlangen was, een primitieve drang die me vertelde wat ik moest doen. Hij had blijkbaar allemaal dingen in me losgemaakt, dingen die ik me niet meer kon herinneren, maar die ik me wel wilde herinneren. Daarom moest ik hem zien, moest ik nu op onderzoek uitgaan.
Zelfs als dat betekende dat ik Alec daarmee 'verraadde'. Een leugentje om eigen bestwil.
'Dat duurde lang.' Toen ik het café binnenliep, vond ik Alec aan de bar, met inderdaad twee dampende coffee-to-go's. Hij overhandigde me de grootste beker, 'ik heb er trouwens een shot karamelsiroop ingedaan. Hopelijk vind je zoete koffie een beetje lekker. Zo niet, dan kun je het nu nog zeggen, dan maak ik namelijk direct een nieuwe.' Vreemd genoeg leek hij nu een beetje zenuwachtig. Ik vond het wel schattig.
'Deze is perfect!' Nu voelde ik me nog schuldiger.
Samen liepen we naar buiten, het plein op, waar het in vergelijking met gisteren opvallend rustig was. 'Er is een triatlon een paar plaatsen verderop', vertelde Alec toen hij me zag kijken, 'vandaar dat het dorp vandaag uitgestorven is. Normaal gesproken had ik ook meegedaan, het is voor een goed doel namelijk, maar dit jaar was ik niet zo fanatiek met trainen.' Als een echte gentleman opende hij de deur voor me zodat ik in kon stappen. Gelukkig had ik nu geen hakken en hoefde ik me niet druk te maken over de manier waarop ik in zou stappen.
'Zou je volgend jaar wel weer mee willen doen?' vroeg ik toen hij de motor startte en die met een hels kabaal en gerammel tot leven kwam. Het voelde nog steeds alsof we in een monstertruck zaten. Hij haalde zijn schouders op en keek me toen grijnzend aan, 'als jij dan ook meedoet misschien.' Ik bloosde onder zijn blik en keek weg door de voelbare intensiteit die er plotseling tussen ons was. 'Dat kan ik helemaal niet', zei ik snel.
Voor hem was dat blijkbaar het teken om met allemaal argumenten te komen waarom ik het juist wel moest doen. Zijn enthousiasme was zo aanstekelijk en vermakend, dat we voor ik het wist al de parkeerplaats opreden van het strandpaviljoen opreden.
'Dit meen je toch niet serieus', bracht hij geïrriteerd uit terwijl hij zijn deur open smeet en de auto uit sprong.
Ik volgde zijn blik en slikte.
Het was Mason.
TAM TAM TAM. Dat kan natuurlijk nooit goed gaan...maar dat 'leugentje om eigen bestwil' was vanaf het begin ook al gedoemd om te falen (wat jullie vast ook wel doorhadden). Ik ben nu echt in een bui dat ik handenwringend naar mijn verhaal wil staren, al denkend; 'ha ha ha, wat voor ongemakkelijke situaties kan ik nog meer bedenken'. Het ultieme LOL moment van een schrijver! Ik hoop in ieder geval dat jullie het een leuk hoofdstuk vonden, vinden jullie het ook fijn dat er nu alweer een update is? Ik hoop in ieder geval dat jullie TWM nog lang niet zat zijn. Want dan ga ik snel weer verder met schrijven!!!