Sprookjes... Ik begreep nog altijd niet waarom mijn onbewuste dat zo belangrijk leek te vinden. Ze waren mooi, betoverend, maar bovenal, verzonnen. Altijd met een schitterend einde, een "ze leefden nog lang en gelukkig". Het echte leven had niet zoiets, niet dat ik geloofde tenminste. Als dat wel het geval was, dan waren mijn ouders niet omgekomen. Dan zou ik mijn moeder nu in bad horen gaan, de zachte geur van witte lotus zou zijn weg naar mijn kamer weten te vinden en ik zou rustig in slaap kunnen vallen. Wetende dat ze dichtbij was, over me waakte, en voor me zou zorgen als er iets zou gebeuren.
Nu staarde ik naar het plafond, klemde ik de dekens vast, alsof ik zocht naar een soort houvast. Iets tastbaars, wat dan ook. De nachten waren sinds die ene verschrikkelijke dag het moeilijkst, het zwaarst. Ik had nog altijd geen manier gevonden om ze goed door te komen. Er waren altijd die vervagende herinneringen die naar boven kwamen, hun gezichten die zomaar opdoemden in mijn gedachten, hun fluisterende stemmen die door mijn hoofd bleven spoken. Alsof ze het me kwalijk namen, alsof ze het me verweten.
Zouden ze boos op me zijn omdat ik nog leefde? Zouden ze op me neer kijken en teleurgesteld zijn door wat ze zagen? Een schim die ooit hun dochter was. 'Kon ik jullie nog maar één keer zien', fluisterde ik tegen het duister. Zoals gewoonlijk kreeg ik geen antwoord, was het de allesomvattende stilte die me confronteerde met de harde feiten, met de realiteit.
Dit was mijn leven nu. Deze eenzaamheid, die leegte die ik nu voelde, was een deel van me geworden. Ik draaide me op mijn zij en sloot mijn ogen. De tranen liet ik toe. Ik veegde ze niet weg, knipperde niet eens met mijn ogen. Ik bleef bewegingsloos liggen met het besef dat ze vanzelf opdroogden. Dat er na een tijdje niets meer was om over te huilen. 'Kon je nog maar voor één keer je sprookje voorlezen mam...' Zoals ze vroeger ook altijd deed toen ik klein was, zodat ik langzaam in slaap kon vallen onder het vertrouwde geluid van haar stem. Zodat ik haar liefdevolle blik nog even op me kon voelen rusten, en ze me nog één keer een nachtzoen zou geven. Kon het maar. 'Er was eens, er was eens', fluisterde ik uiteindelijk zelf maar.
Een Rijk hier heel ver vandaan... In dat Rijk woonde een dappere koning, een rechtvaardige koningin en een schitterende kleine prinses. Een meisje met haar zo zwart als de nacht en eeuwig gesloten ogen. Vanaf het moment dat ze geboren was, had ze ze dicht gehouden. De koning en koningin waren bezorgd en vroegen alle helers, genezers en zelfs een heks om hulp. Jammer genoeg kon niemand hun dochtertje helpen... Daarom smeekten ze de Maangodin om de prinses te helpen, ze was hun laatste hoop.
De krachtige Godin was in een goed gestemde bui en beloofde hun dochter te helpen, maar alleen onder bepaalde voorwaarden. De koning en koningin hadden er alles voor over, zolang hun dochtertje maar haar ogen zou openen. Tijdens volle maan trokken ze diep het woud in, op zoek naar een verborgen tempel. Daar was een altaar gemaakt van glinsterende kristallen, recht onder een koepel van glas dat het licht van de maan toeliet. De Godin zou haar krachtige maanstralen op de prinses laten vallen en dat zou haar vervolgens helen en genezen.
Precies om twaalf uur zou het gebeuren tijdens een ritueel waarbij de koning en koningin niet aanwezig mochten zijn. Dus lieten ze hun dochter achter, hun harten gevuld met hoop, en vertrokken. De koningin durfde nog eenmaal achterom te kijken. In dat ene moment ving ze een glimp op van een schitterend en betoverend licht. Maar het was zo kort geweest dat ze zich afvroeg of ze het niet verbeeld had.
Het was een lang ritueel dat de hele nacht koste, al die tijd wachtten de koning en koningin in volle spanning af. Toen de zon opkwam en met haar eerste stralen de wereld verlichtte, was de tijd daar. Hun dochtertje lag nog altijd op het altaar, haar kleine armpjes geheven naar de lucht, een brede glimlach op haar gezicht. En het belangrijkste; haar ogen waren geopend. Maar het kleine meisje was veranderd. Haar ooit zo zwarte haar was nu wit als de maan en haar ogen...