Ontmoeting in de kou

15.9K 675 191
                                    

Lief dagboek,

Ik zou willen dat ik de reden van mijn bestaan kende, dat ik wist waarom dingen gebeurden... Waarom zijn mijn ouders me ontnomen door zoiets als een auto-ongeluk? Was dat om ervoor te zorgen dat ik hier terecht kwam, werkt het lot echt op die manier?

Het sprookjesboek van mijn moeder kan ik nog steeds niet loslaten, alsof het op een bepaalde manier belangrijk is, al weet ik niet op wat voor manier...

'Is dat je dagboek?' Ik verstijfde en keek recht in de ogen van de jongen die me zo had laten schrikken, 'mooie tekeningen heb je erin gemaakt.' Hij wees naar de krabbeltjes die ik in de kantlijn had gezet en de wolf die ik inmiddels had uitgetekend. Hij was bijna levensecht.

'Mijn naam is trouwens Collin, ik woon hiernaast. Sorry dat ik je heb laten schrikken.' Hij glimlachte en ging met zijn hand door zijn al warrige haar dat alle kanten op leek te staan. 'H-hallo', stamelde ik met - waarschijnlijk - een hoofd dat zo rood was als een tomaat. Ik had de neiging ontwikkeld om me zeer ongemakkelijk te gedragen in een "sociale gelegenheid", al helemaal bij mensen die ik niet kende.

Toen hij me afwachtend bleef aankijken besefte ik dat ik mezelf nog niet had voorgesteld. 'Ik ben April, het nichtje van Jules en Celeste.' Hij wees naar de plek bovenop de tafel naast me, 'vind je het goed als ik bij je kom zitten?' Ik haalde mijn schouders op, 'natuurlijk.'

Net als ik leunde hij tegen de stam van de boom aan, zijn benen op dezelfde manier opgetrokken. De sneeuw had ik een kwartier geleden van de tafel geschoven en vervolgens had ik hem tegen de boom aan geduwd. Het leek perfect om eronder te zitten, in ieder geval voor even, tot ik te verkleumd was om buiten te blijven. Onze adem maakte wolkjes in de lucht en mijn vingers waren roodgloeiend, toen ik ernaar keek bood hij me zijn handschoenen aan.

'Waarom zit je hier eigenlijk buiten?' vroeg hij aan me, 'het is een wonder dat je nog niet doodgevroren bent.' Ik keek hem met opgetrokken wenkbrauw op, 'zo snel gaat dat echt niet hoor.' Hij grinnikte en veegde wat sneeuwvlokjes van zijn spijkerbroek af, 'oké, je hebt waarschijnlijk gelijk. Maar alsnog, waarom zou je buiten zitten als het binnen lekker warm is?' Hij kwam anders over dan de jongens met wie ik weleens omging in Parijs, nieuwsgieriger en geïnteresseerder, hij leek oprecht te willen weten wat er door me heen ging. Hij deed me denken aan Nic...

'Ik vind het heerlijk die frisse lucht, heel anders dan de bevuilde lucht in Parijs.' Dat was niet helemaal de reden waarom ik hier zat, maar mijn hart stortte ik liever niet uit bij een vreemde. Al zolang ik kon herinneren vond ik het heerlijk om af en toe alleen te zijn, om een momentje voor mezelf te hebben en gewoon na te denken. Het liefst over van alles en nog wat.

'Dat geloof ik wel, ik heb zelfs een keer gelezen dat je snot uiteindelijk zwart wordt als je te lang in steden bent waar veel smog in de lucht hangt. Is dat waar?' Hij trok er zo'n gek gezicht bij dat ik in de lach schoot, 'geen idee eigenlijk, ik heb er nooit op gelet.' Hij was echt een beetje vreemd, deze buurjongen van me, maar wel op een grappige manier. Ik besloot dat ik hem wel mocht.

'Hoe is het om hier te wonen?' Ik moest het weten. Hij bestudeerde me een tijdje voor hij iets zei, alsof hij nog niet helemaal zeker wist wat voor antwoord hij me moest geven. Ik wilde gewoon de waarheid. Mensen hoefden er van mij niet omheen te draaien. 'Het is niet altijd leuk, soms voelt het heel beklemmend om in zo'n klein dorpje te wonen, maar aan de andere kant vind ik het juist fantastisch. Ik ken iedereen en iedereen kent mij, alsof je hier allemaal familie van elkaar bent bijna. Ik hoef nooit aan te bellen en ga altijd achterom.' Ik kon het me niet echt helemaal voor stellen, zoiets had ik echt nooit bij iemand gedaan.

'Je begint te klappertanden, ik hoor het gewoon!' zei hij opeens, hij sprong van de tafel en trok mij er vervolgens ook van af, 'ik zei toch dat je hier zou bevriezen.' We ploeterden door de dikke laag sneeuw die in de tuin lag en schopten onze half doorweekte schoenen uit toen we binnen waren, 'maak je trouwens geen zorgen, binnenkort ken jij ook iedereen. Het gaat sneller dan je denkt', hij knipoogde. Ik wist niet goed hoe ik daar op moest reageren, wilde ik eigenlijk wel dat iedereen me zou kennen?

Celeste had warme chocolademelk gemaakt, dus kregen we beiden een grote mok van haar, waar ze ook nog een dikke laag slagroom en kleine marshmallows op deed, ze wilde ons sowieso dik maken.

'Ga anders vanavond met me mee, dan kun je al wat mensen leren kennen!' Hij bedoelde het vast heel vriendelijk, maar ik begon me direct ongemakkelijk te voelen. Hij moest het door hebben gekregen, 'als je niet wilt moet je het zeggen hoor.'

Ik schuifelde met mijn linkervoet en friemelde aan mijn trui, 'vinden je vrienden dat niet erg dan?' Stiekem hoopte ik dat hij nu zou twijfelen zodat ik zijn aanbod niet af hoefde te wijzen.

Helaas voor mij was dat niet het geval. 'Natuurlijk vinden ze dat niet erg, ik denk dat ze het hartstikke leuk vinden om je te leren kennen.' Ik onderdrukte de neiging om te zuchten en glimlachte zo enthousiast mogelijk, 'goed, dan ga ik mee!'

Waarom kon ik nou nooit nee zeggen...


True Wolfs Mate (16+) SLOWLY EDITINGWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu