Ogen vol eenzaamheid

469 27 6
                                        

APRIL

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

APRIL

Ik zou gelukkig moeten zijn.

Ik had mijn expositie in Muse - de meest exclusieve galerie van Parijs - en stond al de hele avond in de spotlights omdat mijn nieuwste kunstwerken volgens de meeste bezoekers 'fenomenaal' waren. Jaren had ik toegewerkt naar dit ene moment. Deze avond was als een droom die eindelijk werkelijkheid werd. Ik had gestudeerd aan de beste kunstacademie, Beaux-Arts de Paris en was zo goed als binnen in de kunstwereld. Toch was ik niet gelukkig, om eerlijk te zijn voelde ik me eenzamer dan ooit.

'Ik ben zo trots op je April!' Stralend gaf Edyth een glas champagne aan me zodat we konden proosten op mijn succes. 'Deze avond is geweldig, je gaat het helemaal maken meid. En het beste komt nog... Ik zag Jean-Marc Moreau net naar je werk kijken, dat is toch f-a-n-t-a-s-t-i-s-c-h!' Ze stuiterde zowat van de energie terwijl ze enthousiast door ratelde over enigszins bekende kunstenaars die even hun gezicht hadden laten zien.

En ze had gelijk, het was ook fantastisch dat er zoveel mensen op mijn expositie af waren gekomen en dat zelfs Jean-Marc Moreau een kijkje kwam nemen. Hij was Edyths grote voorbeeld, in haar ogen was alles aan hem perfect. Zijn sculpturen, zijn gevatte interviews, maar vooral ook zijn uiterlijk.

'Vind je het erg als ik je even alleen laat?' Ze keek me aan met zo'n blik die zei: 'zeg alsjeblieft nee.' Dus glimlachte ik en gaf haar precies het antwoord dat ze zo wanhopig graag wilde horen.

Ik keek haar na tot ze uit het zicht was en draaide me toen om naar mijn schilderijen. Het waren er maar drie, maar ze namen een hele wand in beslag, zo groot waren ze. De linker was een duister bos, waar je oneindig naar kon kijken en steeds nieuwe dingen ik kon ontdekken. Als je voor de rechter stond, was het alsof je op de top van een berg stond en neerkeek op het uitgestrekte natuurgebied onder je. Van bezoekers had ik gehoord dat het precies leek op het natuurgebied Jasper National Park in Canada, wat bijzonder was aangezien ik er zelf nog nooit was geweest.

Als laatste was er het middelste schilderij, mijn trots. Ik had er al mijn emoties ingestopt en stiekem voelde het als mijn eerste meesterwerk. Het was een grote zwarte wolf, met menselijke ogen. 'Mate?' Ik schrok op uit mijn gedachten toen de onbekende vrouw naast me verscheen en het bordje hardop voor las dat onder het schilderij hing.

'Wat betekent het eigenlijk?' vroeg ze terwijl ze naar de wolf bleef staren met een bedachtzame blik. Haar stem kwam me ergens bekend van voor, net als haar gelaatstrekken, toch was deze vrouw een vreemdeling voor me.

Was ik haar misschien een keer tegengekomen in de metro?

'Het staat voor zielsverwant', legde ik haar uit, 'maar om eerlijk te zijn weet ik zelf ook niet waarom ik het zo heb genoemd. Het voelde gewoon goed, denk ik.' Ik had de naam bedacht zonder er ook maar een seconde bij na te denken, nu ze me deze vraag stelde, begreep ik plotseling waarom het verwarring kon veroorzaken.

'Zijn ogen zijn menselijk.' Het was geen vraag, meer een veronderstelling.

Ik knikte en mompelde vaag een antwoord terwijl mijn blik weer afdwaalde naar de ogen van de zwarte wolf. Iedere keer als ik in die ogen keek, voelde ik een steek van pijn en verdriet. Het was een gevoel van gemis, alsof ik iemand verloren had. Maar de ogen die me aanstaarden waren de ogen van een vreemde. 'Mis je hem?' De vrouw had haar hand voorzichtig op mijn arm gelegd en nu pas ontdekte ik dat er tranen over mijn wangen gleden.

'Ik mis iemand zonder te weten wie diegene is, alsof ik iemand ben kwijtgeraakt maar het niet meer kan herinneren. Het is een vreselijk, machteloos gevoel...' Ik had de woorden nooit hardop uitgesproken, maar nu ik de waarheid vertelde, voelde het alsof een zware last van mijn schouders viel. 'En om eerlijk te zijn, weet ik niet hoe lang ik dit nog aankan.'

Het liefst kroop ik weg in een donker hoekje, om vervolgens op te gaan in de schaduwen. Het was zo beschamend dat ik hier als een emotioneel wrak stond te huilen op mijn eigen expositie. Ik zou blij en vrolijk moeten zijn, in plaats van depressieve gevoelens te delen met een volslagen onbekende.

'Het spijt me dat ik u hier zo mee belast. Het was niet mijn bedoeling om de 'drama-queen' uit te hangen deze avond.' Ik glimlachte geruststellend naar haar en veegde snel de tranen weg.

Maar de vrouw keek dwars door me heen en doorzag precies wat ik probeerde te doen. 'Mij belast je nergens mee, ik maak me eerder zorgen om je welzijn. Zulke sterke gevoelens horen niet onderdrukt of weggestopt te worden. Misschien moet je hier een keer met iemand over praten, iemand die je vertrouwd.' Ze gaf me een onhandige knuffel, wat een beetje ongemakkelijk voelde, maar wel heel lief bedoeld was.

Deze ontmoeting had iets merkwaardigs.

'Bedankt...umh.' Ik keek haar aan en de vrouw begon te lachen toen ze inzag waarom ik zo moeilijk keek.

'Jeetje, ik heb me helemaal niet voorgesteld. Wat stom van me.' Ze gaf me een hand, 'Gaia.'

Ik trok een wenkbrauw op, 'vernoemd naar de Griekse natuurgodin of naar de krijsende rockster met de schreeuwerige nummers?' grapte ik om de sfeer weer wat luchtiger te maken. Hoe vriendelijk de vrouw ook was, ik wilde niet dat ze me achteraf zou bestempelen als onprofessionele huilebalk.

'Eerlijk gezegd zou ik het niet weten, ik heb het nooit gevraagd.'

Een ober liep langs en Gaia pakte snel twee glazen champagne van zijn dienblad. Al knipogend overhandigde ze me één. 'Ik ben blij dat ik de kans heb gekregen je een beetje te leren kennen. Ik bewonder al je kunstwerken en zie er graag meer verschijnen. Je maakt vast heel wat mensen gelukkig met je schilderijen, maar wat ik je wil meegeven is dat je jezelf ook de kans moet geven om gelukkig te worden. En als dit het niet is, wacht dan niet te lang en probeer te ontdekken wat jou gelukkig maakt in dit leven. Of wie...'

Ze kneep even bemoedigend in mijn hand, 'en misschien zou je daar moeten beginnen met je persoonlijke zoektocht.' Ze gebaarde naar het schilderij dat een uitzicht bood op Jasper National Park. 'Je hebt dit kunstwerk tenslotte niet voor niet gecreëerd.'

Toen ik weer naar mijn eigen schilderijen keek, voelde het plotseling alsof ik ze voor het eerst echt goed bekeek. Haar woorden hadden me geraakt en misschien had ze gelijk. Parijs was geweldig, het was een stad van liefde, van kunst, van pracht en praal. Maar ik werd hier niet gelukkig en diep in mijn hart had ik dat altijd al geweten.

'Bedankt...' fluisterde ik.

Maar de onbekende vrouw was alweer verdwenen.

Vinden jullie het ook niet vreselijk dat Mason en April elkaar niet meer herinneren? En dat ze zich niet eens op hetzelfde continent bevinden (hoewel daar snel verandering in gaat komen). En wat zal er gebeuren als ze elkaar weer 'voor het eerst' zien? Ik ben benieuwd wat jullie van dit hoofdstuk vonden!

True Wolfs Mate (16+) SLOWLY EDITINGWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu