Het gegil was oorverdovend, een hoog, krijsend geluid dat me kippenvel bezorgde. Jules en ik keken elkaar een paar seconden onbeweeglijk aan. Ik knipperde met mijn ogen en huiverde, hij kwam in beweging, 'blijf hier', drong hij me op terwijl hij naar beneden stormde.
Daar stond ik dan, volledig in shock. Wat gebeurde er toch allemaal? Het geklop op de glazen balkondeur had ik bijna niet gehoord, zo erg was ik in gedachten verzonken. Het was Dominic, want dat kon er ook nog wel even bij, heel fijn dit...
Dit was nou net waar ik nu geen zin in had, alsof ik nu echt in staat was om met hem te praten? Hij klopte nog een keer en ik zuchtte, ik kon hem ook moeilijk in de kou laten staan. 'Wat is er aan de hand, waarom kijk je zo bezorgd?' Meer kon hij niet vragen, want ik had mijn hand over zijn mond gelegd. Dat was nog een hele opgave, aangezien hij erg lang was.
'April', mompelde hij gesmoord tegen de palm van mijn hand. Maar ik schudde mijn hoofd en schonk hem een waarschuwende blik. Hij leek het te begrijpen, gelukkig maar. Langzaam haalde ik mijn hand weg, precies toen er weer geschreeuw klonk. Nic leek ervan te schrikken, 'wat is er aan de hand?' vroeg hij me zacht. Dat was een goede vraag...
Vooral omdat ik het zelf ook niet wist, dus haalde ik mijn schouders op en negeerde zijn bezorgde blik. Het voelde gewoon iets te intiem, hoe hij deed, hoe hij naar me keek. 'Cars heeft weer eens ruzie met Jules en Celeste, je weet hoe hij is', legde ik hem uit, 'zijn vriendin stond plotseling voor de deur en ze beweert dat ze zwanger is, van hem. Vandaar dat het hier nogal hectisch is op het moment, je komt niet bepaald op een goed moment.'
Ik liep naar de beschilderde muur, streek met mijn hand over de vele tekeningen. Dominic kwam naast me staan, legde zijn hand op mijn arm. 'Wat een gedoe, vooral omdat jullie ook bijna weggaan', zei hij en ik knikte. 'Maar dat is nog niet eens het ergste, het werd pas één grote chaos toen ik het woord "mate" liet vallen. Hoe vaag is dat?' Ik lachte, maar hij gaapte me ook al zo geschokt aan. Meende hij dit nou serieus?
'Zit jij nu ook al in dit complot? Waarom maakt iedereen dit zo groot, wat is er eigenlijk zo bijzonder aan dat ene woordje? Zo wereldschokkend is het toch niet om het uit mijn mond te horen komen? We hebben het hier over sprookjes Nic, simpele "sprookjes", meer niet!' Geïrriteerd rolde ik met mijn ogen, ik had hier echt zo geen zin in. Met grote passen beende ik naar de deur, ik ging nu onmiddellijk naar beneden om een verklaring te eisen! Maar Dominic greep mijn pols vast en trok me terug, 'weet je dat wel zeker April?'
Hij keek me zo doordringend aan dat het me duizelde, wat voor vraag stelde hij nou eigenlijk? Of ik wel zeker wist of ik naar beneden wilde gaan? Of ging dit om iets anders? Bedoelde hij hiermee soms of ik wel zeker wist of het om sprookjes ging, verzinsels? Ik zuchtte en schudde zijn hand van me af, liet me achterover op mijn bed vallen. 'Goed, ik blijf hier wel wachten tot het voorbij is.' Vanbinnen schreeuwde ik hoe oneerlijk deze situatie wel niet was. Iedereen leek iets te weten, wat dat "iets" ook was, behalve ik. Alsof iedereen me buitensloot in dit grote, belangrijke complot.
'Mam, waarom mag papa eigenlijk niet weten dat je me verhaaltjes voorleest? Andere moeders doen dat ook hoor, ik hoorde het zelf van mijn klasgenootjes. Het is hartstikke normaal! En waarom mogen Cars, Danny en Kyan het ook niet weten?' vroeg ik mijn moeder. Ik begreep er werkelijk niets van. 'Iedereen heeft geheimen April, je broers en papa ook. Daarom leek het me wel zo eerlijk om ook met jou een geheimpje te delen, waar we de anderen lekker niets over mogen weten. Zij hebben hun jongens geheimen en wij onze meiden geheimpjes.'
Ik knikte, dat leek eigenlijk best logisch, vooral als mama het zo zei. 'Wil je nog een verhaaltje vertellen, alsjeblieft?' Mijn moeder grinnikte en streek een pluk haar uit mijn gezicht. 'Goed, voor deze ene keer. Maar alleen als je belooft niets te zeggen en als je daarna direct gaat slapen.' Ik straalde van plezier, 'beloofd, beloofd!'
Mijn moeder glimlachte, 'er was eens...een Roedel. En aan het hoofd van deze bijzondere Roedel, stond de Alpha samen met zijn geliefde Luna.' Ik knikte enthousiast, 'ja, want ze zijn vernoemd naar de allereerste echte wolven, toch?' vroeg ik. Mijn moeder leek te stralen van trots, 'wat heb je dat goed onthouden!'
Ze streelde mijn haar en ging ondertussen weer door met haar verhaaltje, 'de Roedel bestond niet uit één andere wolf, of uit twee of drie, maar uit heel erg veel wolven. En om ervoor te zorgen dat alles goed werd geregeld, benoemde de Alpha een andere wolf...'
'Ik weet het, ik weet het', giechelde ik, 'de Beta!'
'Dat klopt, de Alpha benoemde zijn sterkste krijger tot zijn Beta, die de leiding van hem zou overnemen als hij er niet was. Maar dat was niet de enige rang in de Roedel...'Mijn moeder leerde me alles over wolven, roedels, mates, Alpha's en Omega's. Ook nu moest ik weer aan mijn moeders verhalen denken, iets wat ik de afgelopen tijd steeds vaker deed. De herinneringen kwam steeds vaker naar boven, alsof alles in een stroomversnelling belandde. En altijd ging het om de sprookjes... Een vraag die ik mezelf bleef stellen, was of het wel sprookjes waren? Het leek steeds twijfelachtiger te worden, vooral nu de rest zo heftig reageerde. Maar zulke dingen konden toch nooit werkelijkheid zijn, konden toch niet bestaan? Dat was onmogelijk. Het zou hetzelfde zijn als beweren dat Assepoester bestond, of Sneeuwwitje, of Belle en dat was toch ook belachelijk!
'Waar denk je aan?' vroeg Dominic terwijl hij mijn gezicht aandachtig bestudeerde. 'Gewoon, aan een verhaal dat mijn moeder me ooit vertelde toen ik klein was. Ze vertelde me altijd verhaaltjes, allemaal sprookjes.' Zijn blik kreeg iets zachts en warms, 'mis je ze erg, je ouders?' Ik verstijfde en draaide me van hem weg.
'Ja, ik mis ze, iedere dag weer...' Ik had pas door dat ik tranen in mijn ogen had, toen Nic me tegen zich aantrok en zijn armen om me heen sloeg. 'Hé, rustig maar, het komt allemaal goed.' Ik snikte, omdat ik wist dat hij daarin fout zat. Het kwam niet goed, het zou nooit meer goed komen, want wat er ook gebeurde: mijn ouders waren voor eeuwig van me ontnomen. Toch knikte ik maar, omdat ik wist dat dat van me verwacht werd in zo'n situatie. 'Je bent een goede vriend Nic', fluisterde ik tegen hem. 'Vriend...' hoorde ik hem herhalen, maar het was zo zacht, dat ik twijfelde of ik het wel echt gehoord had.