Lonely

1.3K 122 41
                                    


Stilletjes zat ik figuurtjes te tekenen in het hoekje van het raam, waar condens was verschenen. 

Op de achtergrond hoorde ik Teddy en Melissa kletsen met elkaar, en over de aankomende kerstvakantie. 

Wat ze gingen doen, hoe ze het gingen vieren.

Ik zat mezelf af te vragen, of ik het wel mee wilde vieren. Zoveel zin had ik nou ook weer niet in het hele feestelijke. 

De knoop in mijn maag zorgde daar wel voor. 

Terwijl ik aan de andere kant boos was op mezelf dat ik iedereen afstootte. Waarom deed ik dat? Teddy en ook Melissa hadden toch al aangegeven niet anders over me te zijn gaan denken, nu ik een weerwolf was. 

Ik zuchtte, en meteen stopte het praten. 

'Gaat het?' vraagt Melissa, en ze kijkt me aan.

'Ja,' ik blijf naar buiten kijken, 'ik bedenk me gewoon dat ik niet weet of ik wel zoveel zin heb ik kerst.' 

'Em doe normaal!' zegt Teddy meteen, en hij klinkt een tikkeltje bot, 'als er iemand uitkijkt naar kerst ben jij het, elk jaar!' 

Is hij boos? 

Verbaasd kijk ik hem aan. 

Ergens kan ik het hem ook niet kwalijk nemen, ik heb me niet bepaald als een vriend gedragen tegenover hem, de afgelopen weken. 

'Ik zweer het je Emma, dat zelfmedelijden van je begint vermoeiend te worden!' Teddy slaat zijn armen over elkaar, en kijkt me inderdaad boos aan. 


Daardoor ben ik eigenlijk alleen nog maar nóg verbaasder, aangezien hij niet zo vaak boos is op me. 

'Iedereen in de familie kende mijn vader, hem hebben ze toch ook nooit behandeld alsof hij een monster is? Hij was Remus, gewoon Remus, dat hij nou toevallig een weerwolf was boeide werkelijk niemand! Net zoals het ons niets boeit dat jij er een bent! Hoe vaak moet ik dat nu nog tegen je zeggen, voor dat tot je doordringt?' 

Ik geef geen antwoord, en teken in plaats daarvan nog een sterretje op het raam, uiteindelijk haal ik mijn schouders op. 

'Vond je Matthias een monster?' vraagt Teddy. 

Oh ja, natuurlijk, ga hem er bij betrekken. 

Ik kijk hem aan, en vraag me ineens sterk af of ik hem wel over dat gesprek had moeten vertellen. 

'Nee,' zeg ik uiteindelijk met tegenzin.

'Nou dan.'

Melissa heeft al die tijd niets gezegd, en zit uit het raam te kijken. Teddy kijkt weer voor zich, nog steeds met een grimmige uitdrukking op zijn gezicht. 

'Sorry,' mompel ik.

'Die heb ik al vaker gehoord de afgelopen twee weken,' zegt Teddy eigenwijs. 

'Weet ik,' kets ik terug, 'en je zult het waarschijnlijk nog tien keer aan moeten horen. Ik weet gewoon niet zo goed hoe ik met dit alles om moet gaan, oké. Ik ben nooit eerder een weerwolf geweest, mocht dat aan je ontgaan zijn.' 

Teddy bijt op zijn lip, en geeft geen antwoord, maar ik kan aan hem zien dat hij al een stuk minder boos is. 

'Dus, als jij een idee hebt over wat ik moet doen, dan hoor ik het graag,' ik sla mijn benen over elkaar, en kijk hem zijlings aan, 'zou jij weten hoe je ermee om moest gaan? Als het jou was overkomen? Eén keer in de maand, verander ik in een beest, dat bewust op zoek gaat naar mensenvlees, alsof ik daarop zit te wachten.'

'Maar dat ben jij niet, op dat moment ben je gewoon overgenomen door iets- nou onmenselijks,' zegt Melissa, 'sorry hoor, bij gebrek aan een beter woord,' voegt ze eraan toe, als ze mijn gezicht ziet. 'Maar daar kun jij niets aan doen.'

'Daarbij, woon je erg afgelegen, en kun je in feite niemand echt kwaad doen,' zegt Teddy. 

'Op mijn moeder en Sirius na, bedoel je?' vraag ik. 

'Zolang je die drank drinkt, zou dat toch goed moeten gaan?' vraagt Teddy.

'In principe wel,' zeg ik schouderophalend. 

'Wat dat betreft, zal je nieuwe vriend Matthias het een stuk moeilijker hebben,' zegt Teddy, 'hij woont in een dorp, hij heeft overal mensenvlees om zich heen.'

Ik zeg niks, en kijk naar het voorbijflitsende landschap.

'Kom op Emma, vier gewoon kerst met ons mee. Trouwens, Harry en Ginny hebben iedereen uitgenodigd, ook weer eens wat anders,' zegt Teddy.

'Ik zal erover nadenken,' zeg ik een beetje afstandelijk. 

'Dat is je geraden, want ik kom je, als het moet, persoonlijk je bed uitslepen.' 

Ik glimlach vaagjes, maar geef verder geen antwoord.

De rest van de reis zit ik weer stilletjes voor me uit te kijken, en vraag me af hoeveel leerlingen er na de vakantie nog terug gaan komen. Na de hele Zweinsveld aanval, waren er al een boel leerlingen terug naar huis gehaald door ouders, bij wie de schrik om het hart was geslagen.

Het had me verbaasd dat mijn moeder niet op hoge poten naar Zweinstein was gekomen om me terug naar huis te halen. Of Andromeda, voor Teddy. Maar zowel hij als ik hadden een brief gekregen, dat ze wisten dat we, for the time being, veilig waren binnen de muren van het kasteel. 

Zeker nu er overal Schouwers rondliepen. 

Sirius had me in een aparte brief verboden gekke dingen te doen, of me door Teddy over te laten halen tot het uithalen van flauwe grappen. Maar, ook hij had daar blijkbaar geen behoefte meer aan gehad, want hij had niets wat hij bij Zonko gekocht had, nog uit de zakjes gehaald, en ze gewoon in zijn hutkoffer gegooid.

In plaats daarvan hadden we gedaan wat er van ons gevraagd werd, en gingen niet meer naar buiten zodra het donker was.

'Lieverd!' mijn moeder loopt naar me toe, en blij slaat ze haar armen stevig om me heen, 'hoe is het met je? Voel je je goed?' eventjes duwt ze liefdevol een plukje haar, dat voor mijn ogen hing, achter mijn oor. 

Ik glimlach een beetje vaag, wat kan ik ook zeggen?

Dat ik me eigenlijk heel alleen voel? 

Zelfs met mijn vrienden om me heen? 

Dat ik een knoop in mijn maag heb waarvan ik wil dat hij verdwijnt, maar dat dat niet kan, omdat het te maken heeft met het feit dat ik een weerwolf ben? Of dat ik pissig ben op mezelf, omdat ik de vrienden die ik nog heb, constant af lijk te stoten?

Ik voel een arm om me heen, en als ik opkijk, kijk ik in Sirius' gezicht, hij kijkt me begripvol aan. 

Zo begripvol, dat ik tranen in mijn ogen voel. 

Is hij dan echt de enige die het volledig lijkt te begrijpen? 

'Remus was mijn beste vriend,' zegt hij, zo zacht dat alleen ik hem kan horen, 'voor hem zijn ik en mijn vrienden Faunaten geworden. Zodat zijn transformatie makkelijker zou zijn. Mocht het Volle Maan zijn als je bij ons bent, zal ik voor jou hetzelfde doen lieverd.' 

Ik ga recht voor hem staan, en sla mijn armen om hem heen, terwijl de tranen over mijn wangen stromen. 

Langzaam voel ik zijn vingers door mijn haar kammen, en maakt hij sussende geluiden, 'het komt wel goed meisje,' zegt hij zacht, 'rustig maar. We bedenken er echt wel iets op, geloof me.'

'I-ik geloof je,' snik ik zachtjes, zodat alleen hij het kan horen.  

Lost in Harry Potter - VengeanceWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu