Chased

1.1K 113 73
                                    


'Waarom zoekt hij me?' vraag ik zacht, en ik pak Teddy's hand. Ik voel even hoe hij er geruststellend in knijpt, en langzaam lopen we, met de kinderen, achteruit.

'Ga,' zeg ik zacht.

'Nee.'

'Teddy, ga. Neem de kinderen mee,' ik kijk hem aan, 'alsjeblieft. Ik vind jullie wel weer.'

 Ik zie hem slikken, en nadenken. Maar ik zie ook aan zijn gezicht dat hij dit totaal niet wilt. Ik zie hem zijn hoofd schudden, terwijl hij me aankijkt. 

'Ik vertrouw het niet Em,' fluistert hij.

'Maar hij is toch van het Ministerie?' vraagt Albus, en hij kijkt ons om de beurt even aan.

'Emma, je vader waarschuwt niet voor niets dat we weg moeten,' voegt Teddy daaraan toe.

'Emma!?' horen we nog een keer roepen. Ik bijt op mijn duimnagel, terwijl ik twijfelend voor me uit kijk. 

'Ga alsjeblieft mee, Emma?' zegt James, en hij kijkt naar me op.

'Ik wil niet weg zonder jou,' zegt Lily zacht, en ik voel haar kleine hand in die van mij.

'Ik weet dat je hier bent, Emma!'

'Oké, we gaan,' zeg ik, na die woorden gehoord te hebben. 'Maar nu zoek jij een plek uit Ted.' 

Zo vlug we kunnen ruimen we de tent weer op. En als we iedereen bij elkaar hebben, verdwijnen we in het niets.

We verschijnen ergens op een strand. 

Ik kijk Teddy aan, 'zijn we bij Victoire?' vraag ik verbaasd. 

Maar hij schudt zijn hoofd, 'ik ben hier een keer op vakantie geweest met oma,' zegt hij, en hij spreekt beschermende spreuken uit rond ons kamp. En terwijl hij daar mee bezig is, zet ik de tent op. Lily bijt op haar lip, en kijkt voor zich uit. 

Het water is dichtbij, maar ver weg genoeg om ons niet te raken, 'waarom gaan we steeds weg?' vraagt ze.

Ja, hoe leg je dat uit aan zo'n kleintje? Ik zucht binnensmonds, en loop vermoeid de tent in. Teddy pakt net pannen, om te gaan koken, en hij kijkt op als ik binnen komt. 

'Ik ben blij dat je bij ons bent, Em,' zegt hij, als hij me ziet. Ik knik, maar geef geen antwoord.

'Je maakt je zorgen,' hij loopt naar me toe, en legt zijn handen om mijn middel. Het is een conclusie, geen vraag, maar ik knik wel.

Hij geeft me een zoen op mijn voorhoofd, 'dat hoeft niet,' zegt hij zacht.

'HA! Horen we ineens achter ons, en ik draai me op. Met twinkelende ogen staat James ons aan te kijken, 'ik wist het wel!' grijnst hij, 'jullie zijn verliefd!'

'Hoe kom je daarb-' begint Teddy. 

'Je gaf haar een zoen!' valt James hem in de rede.

Ik moet een glimlach onderdrukken, en zijlings kijk ik Teddy aan. 

Dan woel ik James even door zijn warrige haar, 'houd je je mond nog even tegen je ouders, en broertje en zusje?' vraag ik. 'Het is eigenlijk nog een beetje geheim, namelijk.'

'Oh! Maar ik ben heel goed in het bewaren van geheimen!' zegt James met een brede glimlach.

'Laat maar zien, dan,' grijnst Teddy, en hij geeft James een zacht duwtje naar buiten.

'Dus, waar waren wij?' vraagt hij, als James weg is, en hij leunt zacht met zijn voorhoofd tegen dat van mij.

Ik glimlach, en wil hem een kus geven, als we buiten Lily horen roepen. 

'Emma!? Teddy!?' 

Bezorgd loop ik naar buiten, en blijf als aan de grond genageld staan. Achter me hoor ik Teddy binnensmonds vloeken, als hij ook achter me aan naar buiten komt lopen. 

'Verdomme- hoe?'

'Nu wil ik wel dat je gaat, Teddy,' zeg ik, zonder hem aan te kijken.

'Emma! Kom op, ik weet dat je hier bent!'

'Wat wilt hij toch van je?' vraagt Lily, en ze pakt Teddy's hand stevig vast.

'Ik weet het niet, maar ik wil dat jullie uit de buurt zijn, als ik het hem ga vragen,' zeg ik, en ik kijk nog steeds recht voor me.

Ik voel de Galjoen alweer gloeien, en ik voel een knoop in mijn maag. Wat zou het deze keer zeggen? Opnieuw dat we moeten vluchten? Maar ik ben wel een beetje kaar met dat wegrennen. Als ik wil weten wat hij te zeggen heeft, zal ik moeten blijven.

'Ga, Teddy,' zeg ik dan ook, en doe een stap naar voren.

'Wat- nee! Emma! Ik heb je al gezegd dat ik niet vertrek zonder jou!'

Ik draai me om, en kijk hem aan, 'Teddy, maak je geen zorgen om mij, alsjeblieft,' zeg ik zacht. 

Eigenwijs kijkt hij me aan.

'Ik kom terug,' probeer ik hem te overtuigen. 'Ik kom altijd terug.'

Hij slikt, bijt op zijn lip. Maar knikt uiteindelijk wel. 

'Oké,' zegt hij zacht. Hij pakt de tent in, en dan de handen van de kinderen. Zijn ogen is het laatste dat ik zie, voor ze in het niets verdwijnen. Eventjes haal ik diep adem, en dan hef ik de beschermende spreuken op.

Verbaasd wordt ik aangekeken, 'zie je wel! Ik wist wel dat je hier was!'

Ik glimlach wrang, want ik vertrouw het niet, 'dag, Terrence.' 

Lost in Harry Potter - VengeanceWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu