The human in Greyback

1.3K 121 22
                                    


Maar ik lijk toch gelijk te krijgen, nog voor het eten, komt Vaalhaar me weer opzoeken in mijn kamer, en trekt me overeind. 

'Meekomen,' gromt hij, en hij tovert een touw om mijn pols. 

Het losse eind pakt hij, en hij trekt me achter zich aan, de trap af.

'Waar gaan we heen?' waag ik het te vragen.

'Weg.'

Hij doet de voordeur open, en als we naar buiten lopen, voel ik dat het is gaan regenen. 

Vaalhaar trekt me achter zich aan, de straat uit. 

Ik neem ook niet bepaald de moeite hem bij te houden met lopen, en af en toe geeft hij een rukje, ten teken dat hij vind dat ik moet doorlopen. 

Pas als we bij een speeltuintje zijn, blijft hij stilstaan. 

'Leg je hand op die van mij,' zegt hij kortaf. 

We gaan verdwijnselen... 

Een tikkeltje opstandig doe ik wat hij zegt. En inderdaad, we verdwijnen in het niets.

Ik ruik bos, als we weer tevoorschijn komen, en het hele riedeltje van meetrekken aan het touw, begint opnieuw.

'Waar zijn we?'

'Wales,' is het korte antwoord. 

Ik vraag niet verder. 

Pas na een halfuur lopen, vind Vaalhaar het blijkbaar genoeg, want bij een open plek blijft hij staan. 

'Dit zal ermee door moeten gaan vannacht,' zegt hij, en haalt een tent tevoorschijn uit de tas die hij bij zich heeft gedragen. Ik blijf even twijfelend voor de wapperende flap staan. 

Dit doet me denken aan de kampeer-trip van mij en Teddy. 

Dat is nog niet eens zo lag geleden. Ik voel een fikse ruk aan het touw, en ik struikel naar binnen. Vaalhaar is languit op de bank gaan liggen. 

Hij heeft zijn ogen halfdicht, en ik kan zien dat hij ligt te genieten van de warmte. Zo ziet hij er helemaal niet uit als het monster dat in hem huist. 

Hij lijkt bijna- menselijk.

'Blijf je daar staan?' hij heeft één oog open gedaan, en kijkt me met een opgetrokken wenkbrauw aan. 

Een beetje onwennig ga ik in de stoel zitten naast de bank, en kijk naar hem.

'Ik zou wel een heel paard op kunnen,' zegt Vaalhaar, tegen niemand in het bijzonder, maar ik hoor zijn maag rommelen. 'Jij?'

Vraagt hij nou serieus of ik honger heb? Nadat hij een paar dagen expres mijn eten bij me uit de buurt heeft gehouden? 

'Nee,' zeg ik eigenwijs. 

Hij grijnst, 'heheh, je bent een slechte leugenaar, Emma-Lily Sneep.'

Ik trek mijn knieën op, 'waarom vraag je het dan?' vraag ik, een beetje boos. 

Hij komt overeind, en kijkt me met die gele ogen van hem recht aan, 'omdat we nu een paar uur op elkaar aangewezen zijn. Je zult het mij moeten doen, of je dat nu wilt of niet.'

'Niet, dus.'

'Pech voor jou schoonheid.'

Ik bijt hard op mijn lip, om niet opnieuw een weerwoord te geven. Ik heb het idee dat we beide mensen zijn die er hoe dan ook voor willen zorgen dat we het laatste woord hebben. 

'Waarom gedraag je je als het monster?' vraag ik, als het een half uur lang stil is geweest tussen ons. 

Ik krijg niet meteen antwoord. Misschien omdat hij niet helemaal verwacht had die vraag te krijgen. Ik kijk hem ook niet aan. Ik kijk naar de dansende vlammen in de haard.

Lost in Harry Potter - VengeanceWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu