Declaration of War

1.5K 122 38
                                    


Met opgetrokken knieën zit ik op bed. 

Hoe is het toch gebeurd, dat ik van een normale scholier, ineens in iets ben beland, dat groter is dan mezelf? Dat groter is dan alles, wat er de laatste jaren in de toverwereld heeft gespeeld? 

Het is uit de hand gelopen, en ik ben me er elke dag meer en meer van bewust, dat het mijn schuld is, als er mensen sterven. Dat het mijn schuld is, dat er mensen lijden.

Ik haat mezelf om het feit, dat ik het mezelf heb toegestaan de pijn die ik voel vanwege Teddy binnen te laten komen, in plaats van me af te sluiten. 

Ik staar naar mijn sokken, hoe lang ben ik hier nu? 

En hoe lang geleden is het, dat het me iets kon schelen, dat ik hier nog steeds ben? 

En niet veilig, bij de Orde? Waarom ben ik hen niet aan het helpen? Waarom heb ik er niet voor gekozen mama van buiten uit proberen te bevrijden? Waarom blijf ik ervoor kiezen hier te blijven zitten kniezen? 

En te zwelgen in zelfmedelijden, zwakkeling.

Ik zucht diep, en de weerwolf op het andere bed kijkt op. 

'Wat nou weer?' vraagt hij bars. 'Is het weer die jongen?' 

Maar ik schud mijn hoofd. 

'Ik haat mezelf gewoon, dat is alles,' zeg ik, en kijk naar de straat. Er komt een auto voorbij rijden. Mensen laten hun hond uit. De normale, dagelijkse dingen. 

Als ik weer terug kijk, zie ik hem met zijn ogen rollen, 'als je zo blijft denken, zal er helemaal niks gebeuren, dat begrijp je toch wel?' 

Op sommige momenten deed hij zo aan mijn vader denken.

'Het is opnieuw oorlog Fenrir,' zeg ik, 'en dat is mijn schuld.' 

Hij gaat overeind zitten, 'ben je vergeten dat dat ex-vriendje van je er net zoveel mee te maken heeft gehad als jij?' zegt hij nogal droogjes. 'Als je alle schuld op je neemt, zal hij nooit verantwoording afleggen voor wat híj heeft gedaan.'

Met mijn kin op mijn knieën kijk ik hem aan, 'ja, je zal wel gelijk hebben,' zeg ik mat.

'Ik heb altijd gelijk.'

Ik grinnik, 'not.' 

Het blijft even stil. 

'Wat doe je eigenlijk als je niet hier bent?' vraag ik uiteindelijk.

'Ik probeer achter de schuilplaats van Harry Potter te komen, en Severus Sneep, want ook met hem heeft Jeweetwel nog een appeltje te schillen. Maar ik heb nog niet echt veel geluk gehad,' zegt Vaalhaar, die weer is gaan liggen. 

Ik glimlach, niet te geloven, hij heeft het kleine beetje vertrouwen dat ik hem geef, nog geen een keer bezoedeld. Dat hij zelfs doet alsof hij niet weet waar de schuilplaats van de Orde is...

'Ik post vaak om en nabij het Grimboudplein,' gaat Vaalhaar verder, hij heeft niet op me gelet, en zijn blik is nog steeds op het plafond gericht. 'Maar ik heb hem nooit meer naar buiten of weer naar binnen zien lopen, zo jammer.'

'Ik ben blij dat te horen,' zeg ik, en pas nu kijkt hij op. 

'Ugh, ik wordt een softie,' gromt hij ontevreden. 

Ik lach, zachtjes, want dat mogen ze beneden niet horen, 'echt niet, aanstelster.'

'Zeg!' hij gooit zijn kussen mijn kant op, en die raakt me recht in mijn gezicht. 'Aanstelster?'

'Aanstelster, ja,' zeg ik, en gooi zijn kussen terug.

'Tsk, bijdehand,' hoor ik hem overduidelijk mompelen.

Lost in Harry Potter - VengeanceWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu