Memories

1.2K 111 20
                                    


Stilletjes blijf ik achter hem staan, terwijl hij de kamer inloopt. 

Mijn arm prikt waar het woord Leugenaar in mijn arm gekerfd staat.

'Leugenaar!' hoor ik Bellatrix weer kakelen in mijn hoofd, 'je bent een kleine leugenaar!' toen had ze het mes in mijn arm gezet. 

Het litteken dat Fenrir er achter gelaten heeft, was haar niet eens opgevallen. 

'Severus, haal het Veritaserum,' hoor ik Narcissa zeggen, terwijl haar stem zich in mijn hoofd vermengt met die van Bellatrix. 

'Dan zullen we erachter komen waar ze nog meer over liegt!'

Ik voel iemand langs me heen lopen, en als ik omkijk, zie ik papa weglopen. 

Het lijkt wel of ik in een deja vu zit, met als enige verschil, dat we weer in het heden zitten. Maar mijn herinneringen aan het huis vermengen zich met het huis nu. 

Papa komt terug, met een flesje in zijn hand, gevuld met een doorzichtige vloeistof.

'Sorry, ik heb geen Veritaserum meer,' zegt de vader in mijn hoofd, terwijl hij terug komt lopen en Bellatrix aankijkt. 

Ze kijkt hem aan, 'de toverdrankmeester die geen Veritaserum meer heeft? You've got to be joking.' 

Ik probeer onder haar grijpgrage vingers uit te komen, maar ze grijpt me in mijn nekvel.

'Ga rustig zitten.'

Ik kijk op, en zie dat Narcissa het tegen Fenrir heeft, die op één van de leunstoelen ploft, 'geef me dat flesje nou maar gewoon,' zegt hij ongeduldig, 'dan neem ik-'

'Hier blijven! Klein kreng!' aan mijn haren word ik terug gesleurd, en ik slaak een kreet van de pijn. 

Ik voel hoe Bellatrix haren uit mijn hoofd trekt, zo ruw is ze. 

Ik leun tegen de deurpost, en voel hoofdpijn opkomen. 

Heden en verleden blijven zich mengen in mijn hoofd, en ik kan even niet meer duidelijk voor ogen krijgen wat nou wat is.

'Dus, ben je een Dooddoener?'

'Nee, dat heb ik al gezegd.'

'ZEG ME WAAR JE VANDAAN KOMT! Crucio!'

Mijn eigen geschreeuw gaat me door merg en been, als de spreuk me raakt, en ik klap dubbel op de stoel waar ze me op heeft vastgebonden. 

Alles staat in brand, en het voelt of ik uit elkaar getrokken word. 

Kreunend blijf ik zitten zoals ik zit, als de pijn is gestopt, en ruw trekt Bellatrix mijn hoofd omhoog, 'zeg me, waar je vandaan komt!' spuugt ze me in mijn gezicht. 

Maar ik bijt op de binnenkant van mijn wang. 

Echt niet. Deze keer niet. Deze keer praat ik niet! De vorige keer met Teddy is het ze wel gelukt, maar nu- ik sta het niet toe, ik sta het niet toe! 

Ik slaak opnieuw een kreet, als ik het koude staal van haar mes weer op mijn vel voel. Warm bloed, loopt over mijn huid, en drupt op de grond.

Mijn haren hangen langs mijn gezicht, en kijk naar de koude stenen.

'nee,' zeg ik zacht, 'ik zeg je helemaal n-aaaaaaaarg!' opnieuw het koude staal in mijn arm. 

Ze blijft in de wonden van het woord leugenaar poeren.

'Zou je iemand van ons verraden als je daar de kans toe kreeg?'

Ik kijk op, en ben weer gewoon in de warme, behaaglijke huiskamer. 

Fenrir kijkt mijn vader aan, 'nee. Ik sta op hun lijst van mensen die uit de weg geruimd moeten worden. Samen met je dochter trouwens.'

Even dwalen mijn vaders ogen mijn kant uit, maar- zijn blik is niet vriendelijk, of bezorgd. 

Zijn blik is wantrouwend, boos. 

Even schud ik met mijn hoofd, in een poging de beelden te verdrijven, maar ze blijven voor mijn geestesoog verschijnen. We zijn alleen in de ruimte. 

Waar ik ben weet ik al niet meer, en mijn gevoel van tijd is ook ver te zoeken. Alles doet me pijn, en ik voel spieren waarvan ik niet eens wist dat ik ze had. 

Maar- ik ben tenminste blij dat Fenrir buiten gevaar is. Er zouden een paar mensen vast en zeker krankzinnig geworden zijn, als ze hem hier ineens zouden hebben zien staan.

Laat staan de oude Fenrir zelf.

Ik kijk op, naar papa. Maar hij keurt me geen blik waardig, en blijft alleen maar bij me, tot Bellatrix terug is. Om me opnieuw door een hel te laten gaan.

'Emma?'

Verward kijk ik op, 'hm?'

'Klopt dat?' vraagt Narcissa, ik zie dat ze bleek is rond haar neus.

'Sorry, wat? Ik- ik was er niet helemaal bij met mijn hoofd.'

'Of het klopt, dat jij en Fenrir een relatie hebben,' zegt Narcissa.

Ik zie Fenrir achter haar met zijn ogen rollen, maar ik knik wel. 

'Ja, dat klopt,' ik duw een pluk haar achter mijn oor.

'Ik wist het wel!' Lucius springt op, en loopt naar Fenrir toe, aan zijn kraag trekt hij hem overeind. 

'Dit was al die tijd je plan, of niet!?' snauwt hij, 'haar verleiden met al je mooie praatjes!'

Fenrir schiet in de lach, 'je bazelt. Ben je nu alweer vergeten dat ik niet kan liegen door die stomme drank van jullie! Ik ben gewoon verliefd geworden op haar, oké, zo simpel is het! Ik zie haar niet als een "lekker hapje" wat jullie wel blijven beweren. Ik hou verdomme van haar!' de twee mannen staan neus aan neus, en kijken elkaar woedend aan.

Een tikje afwezig veeg ik over mijn eigen neus, terwijl ik me weer herinner dat Bellatrix hetzelfde deed, op het moment dat ze me ruw van de stoel omhoog trok. 

'Ik laat geen spaan van je heel meisje!' siste ze.

'Daar zal je Meester blij mee zijn,' zei ik nogal zwakjes, 'aangezien hij je bevolen heeft me in leven te laten.'

Met een grom gaf ze me een harde duw, en ik viel hard op de grond. Ik kreunde van de pijn, en ik sloot mijn ogen, hopend dat het snel voorbij zou zijn.

'Emma!'

Geschrokken kijk ik op. Fenrir staat voor me, 'hé, voel je je wel oké?' 

Ik slik, en kijk langs hem heen, de huiskamer in. Bijna iedereen kijkt me aan. 

'Is- is alles oké, nu?' vraag ik vaagjes, 'geloven ze je?'

'Ja, maar-' Fenrir kijkt even achterom, 'heb je dat niet gehoord dan?'

'Nee, nee, ik geloof dat ik dat even gemist heb,' zeg ik over mijn hoofd wrijvend. 

'Ik- ik ga even naar bed, denk ik. Ik heb knallende hoofdpijn.' Met die woorden draai ik me om, en loop naar boven, naar mijn kamer. 

Daar laat ik me meteen op mijn bed vallen, en val als een blok in slaap.

Lost in Harry Potter - VengeanceWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu