On the Run

1.1K 113 42
                                    


Ik spring op, en ren naar de huiskamer, 'we moeten nu weg!' zeg ik. 'Matthias, het spijt me vreselijk, als ik zou kunnen, was ik langer gebleven.' 

Ik kijk hem verontschuldigend aan, 'maar we worden in de gaten gehouden.' 

Zuchtend zie ik de kinderen opstaan, en hun jassen pakken. 

'In de gaten gehouden?' vraagt Matthias verbaasd, 'door wie?' 

Ik zie hem naar buiten kijken, maar net als Teddy net, ziet ook hij niets. 

'Emma, ik zie niemand.'

Ook ik werp even een blik op de lege straat, 'weet ik, maar het zou kunnen dat diegene een onzichtbaarheidsmantel om heeft.' 

Even kijkt Matthias me aan, en achter me hoor ik Teddy binnen komen met onze rugzakken. 

Maar dan knikt hij, 'jullie kunnen hierbinnen verdwijnselen. Als het echt zo is dat jullie in de gaten gehouden worden, is dat het meest veilig.' 

Ik pak zijn handen, en kijk hem dankbaar aan, 'dank je Matthias, je bent een echte vriend,' zeg ik tegen hem. 

Hij knipoogt even, 'ga nou maar snel.'

Ik pak Lily's kleine hand in die van mij. Teddy pakt die van mij, en de jongens houden zich vast aan hem, en elkaar. 

'Zijn jullie er klaar voor?' vraag ik, en als ze allemaal knikken, verdwijnen we in het niets. We verschijnen weer in het bos, waar Teddy en ik gekampeerd hebben. 

Meteen spreken hij en ik beschermende spreuken uit om de plek waar we de tent neer gaan zetten. 

Zuchtend ploft James op een stronk die in de sneeuw staat, 'waarom moesten we nou weer weg?' vraagt hij, 'kunnen we niet gewoon terug naar huis?'

Teddy loopt naar hem toe, en gaat op zijn hurken voor hem zitten. 

Ik zie ze met elkaar praten, maar Teddy praat zo zacht mogelijk, en ik heb het idee dat hij het oudste kind van de Potters in grote lijnen uitlegt wat er aan de hand is. 

Lily heeft een takje gevonden, en zit in de sneeuw te tekenen. 

Albus zit op een steen in een boek te lezen. Ik loop naar hem toe, en kom naast hem zitten. 

'Wat lees je?' vraag ik.

'Een boek dat Hermelien me gegeven heeft,' antwoord hij, en hij laat me de kaft zien. Vertelsels van Baker de Bard. 

'Dat boek heeft Teddy ook,' zegt ik. 

Albus glimlacht, en wijst naar een teken, dat boven een van de hoofdstukken staat, 'staat dat ook in zijn boek?' vraagt hij. 

Verbaasd neem ik het boek over, en kijk naar het vreemde teken. Een driehoek met een streep erdoor, en een cirkel. 

'Wat is dat?' vraag ik. 

Hij haalt zijn schouders op, 'ik weet het niet,' zegt hij. 'En mama wil het niet zeggen, net zo min als papa.'

Ik tuit mijn lippen even, maar geef zelf ook geen antwoord, omdat ik dat antwoord niet heb voor hem. Even kam ik met mijn vingers door zijn dikke zwarte haar, voor ik opsta en de tent inloop. 

Teddy is ook al binnen, en hij kijkt op bij mijn binnenkomst. Hij glimlacht, loopt naar me toe, en trekt me even tegen zich aan, 'nog bericht?' vraagt hij. 

Ik schud mijn hoofd, 'maar wat niet is kan nog komen.' 

Ik doe mijn sjaal af, en laat me in één van de stoelen ploffen, 'maar ik maak me wel zorgen.'

'Waarom?'

'Die kiddo's buiten Ted. Als ons iets overkomt, dan kunnen ze nergens heen,' zeg ik. 

Teddy zucht, 'wat wil je doen?' vraagt hij. Bedenkelijk kijk ik hem aan, en haal mijn schouders op.

'I wish I knew. Aan de ene kant wil ik kijken hoe het met Harry en Ginny is, zodat de kinderen weer veilig bij hen kunnen blijven. Maar wat zou als ze nog midden in de een of andere aanval zitten?'

'Misschien kan ik gaan kijken?' stelt Teddy voor.

Ik kijk hem aan, 'wil je dat doen?'

Hij knikt, 'als het jou gerust stelt,' zegt hij, 'doe ik het graag.'

'Ja, maar ik wil jou niet in gevaar brengen!' zeg ik meteen, en ik sta weer op, 'dan ga ik liever zelf, dat jij hier bij hen blijft.' 

\We kijken elkaar aan. En beide zien we eruit alsof we niet toe willen geven aan de ander.

James komt binnen, 'Eh-' zegt hij een beetje voorzichtig, en tegelijk kijken Teddy en ik hem aan. 

'Wat is er aan de hand, James?' vraagt Teddy.

'Er-eh- we- we zien de hele tijd iemand lopen,' stamelt hij. Even kijken Teddy en ik elkaar aan, maar dan lopen we naar buiten, achter James aan.

'Waar zag je die "iemand'?' vraag ik zacht. 

Lily en Albus komen erbij staan, 'ik zag hem net daar,' wijst Albus. 

'En ik daarna daar,' wijst Lily. 'Het lijkt wel alsof hij op zoek is naar iets.'

'Kijk! Daar!' zegt James zacht en hees, en hij wijst tussen de bomen.

Ik voel hoe Teddy mijn hand pakt, als we een bekend persoon zien lopen. 

En hij roept, duidelijk hoorbaar.

'Emma!?'

'Wat doet hij hier?' zegt Teddy verbijsterd, en precies op het moment dat de Galjoen in mijn broekzak weer gloeit.

Vlucht.

Lost in Harry Potter - VengeanceWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu