Missed Train

1.2K 128 34
                                    


Ik schiet rechtovereind als ik een schreeuw hoor. 

Die kwam van beneden! 

In stilte vervloek ik mezelf dat ik toch in slaap ben gevallen. Maar, als ik om me heen kijk, zie ik dat ik alleen in de kamer ben. 

Vaalhaar zal wel beneden zijn, of weg. 

Ik sta op, en wil naar de deur lopen. Maar halverwege, voel ik iets aan mijn voet trekken. Als ik omkijk, zie ik een ketting lopen. 

Van mijn enkel, tot aan de verwarming. 

Serieus? Dit zie je normaal alleen in films...

De enige die dit gedaan kan hebben is Vaalhaar. 

Toen ik sliep. 

Ik laat me weer op het bed zakken. 

Van wie kwam die schreeuw? 

Iets in me zegt me, dat het mama was, en ik slik. 

Geschrokken kijk ik op, als de deur opengaat. Vaalhaar komt binnen, met een bord. 

'Je ontbijt,' zegt hij, en zet het bord op de grond. 

Net buiten mijn bereik, en dat weet hij. Want ik hoor hem bulderend van het lachen de trap weer aflopen.

'Asshole,' mompel ik zacht, en ga weer op bed liggen. 

Ik weet dat het een uitdaging wordt mijn knorrende maag te negeren. De stilte in de kamer voelt zwaar. Maar dat komt ook door de sfeer die je door het hele huis heen voelt. De zwarte magie is letterlijk voelbaar. 

Ik draai me op mijn rug, en denk aan Teddy. 

Zou hij veilig zijn? 

Vandaag is het weer tijd om naar Zweinstein te gaan, en ik ga de trein missen. 

Zouden ze mij ook gaan missen?

Zouden ze al op zoek zijn naar me? 

Ik bijt op mijn lip, de kans dat ze me vinden is nihil, tenzij papa besluit hen op de hoogte te brengen van alles. 

Had ik nu verdomme naar hem geluisterd. 

Hij waarschuwde me nog voor het feit dat Voldemort me zou kunnen ontvoeren. Met mijn ogen volg ik de secondewijzer op de klok in de kamer, en als die voorbij de twaalf is, zucht ik. 

Het is officieel. Ik heb de trein naar Zweinstein gemist.

Ik moet iets bedenken om iedereen te kunnen waarschuwen. Maar zonder toverstok kan ik niet zoveel. 

Ik ga weer overeind zitten, en loop naar het raam. Eigenlijk zou ik niet eens verbaasd moeten zijn over het feit dat de ramen geblindeerd zijn. 

Maar dat ben ik dus wel. Het enige dat me duidelijk is, is dat het sneeuwt.

Zou daarbuiten nu iemand met een onzichtbaarheidsmantel staan te kijken? 

En zoeken? 

Of weet papa nog niet dat Voldemort zich in dit, nou, eigenlijk doodnormale huis, verschanst heeft? 

Hij is niet voor niets Severus Sneep, probeer ik mezelf voor te houden. 

Maar het stemmetje in mijn hoofd begint zich nu al af te vragen hoe lang ik het vol ga houden die woorden te blijven herhalen, voor ik het niet meer geloof.

Je had naar hem moeten luisteren. Het is je eigen stomme schuld dat je hier nu zit, opgesloten. Je hebt de trein naar school gemist, en er een nog grotere puinzooi van gemaakt dan het al was. Gefeliciteerd.

S' middags gaat mijn deur weer open. 

Maar deze keer is het niet Vaalhaar die een stap naar binnen zet, en vervolgens naar mijn niet aangeroerde bord eten kijkt. 

Het is Terrence.

Hij had beter niet binnen kunnen komen. Met een boze schreeuw doe ik een uitval naar hem, en vergeet daarbij dat ik een ketting om mijn enkel heb zitten. 

Halverwege val ik dan ook hard op de houten vloer. 

Tot mijn genoegen, heeft hij wel een stapje achteruit gedaan. 

Voorzichtig pakt hij mijn bord, 'ik heb middageten bij me,' zegt hij, en zet een nieuw bord neer. Op precies dezelfde plek als waar Vaalhaar hem neerzette.

'Zie ik eruit alsof ik uitschuifbare armen heb? Assarrence?' snauw ik naar hem, terwijl ik overeind krabbel. 

Hij trekt een wenkbrauw op, en kijkt me zowaar minachtend aan. 

'Als je nou aardig had gedaan, had ik dat bord misschien dichterbij gesch-' hij slaakt een kreet als ik opnieuw een uitval doe naar hem, en we beide de buis van de verwarming horen kraken. 

'JE BENT EEN MOORDENAAR TERRENCE, NIETS MEER NIETS MINDER! VIEZE VUILE VERRAD-'

'SNATERNIX!' roept Terrence ineens woedend. Ik word door de spreuk achteruit geslingerd. En ik kan ook echt niets meer zeggen door die vervloekte spreuk. Woedend kijken we elkaar aan. Als ik hier ooit uitkom, zal ik op hem jagen tot het zijn dood word. 

Dat is een belofte die ik mezelf maak. Al moet ik er voor naar het einde van de wereld.

Nergens, helemaal nergens zal hij zich nog veilig voelen. 

Zelfs in het huis van de oh zo grote Voldemort is hij nog bang voor me, en voor wat ik hem zou kunnen doen. Die gedachtes, geven me voldoende voldoening, om weer een beetje te kalmeren.

Met een klap gooit Terrence de deur dicht, en ik hoor hem naar beneden lopen.

Hoeveel ben je eigenlijk waard, Asserence? Als geen van je Dooddoener vriendjes je komt helpen, terwijl je toch schreeuwde. 

Lost in Harry Potter - VengeanceWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu