The Choice

1K 99 30
                                    


A/N: Bij dit hoofdstuk zit een liedje... 

----------------------------------------------------------------------

Even kijk ik hem verbijsterd aan. 

Maar dan kijk ik langs de toverstok. Naar zijn gezicht. 

Ik zie het. Ik zie de kleur van zijn ogen. 

In een fractie van een seconde, neem ik een sprong zijn kant op, en we belanden op de grond. 

Zo snel ik kan, duw ik zijn handen tegen de grond, en ik hoor de Zegevlier op de grond kletteren.

Zeg me dat het niet zo is. Alsjeblieft, laat het niet waar zijn.

Fenrir is overduidelijk overdonderd door de kracht waarmee ik hem tegen de grond heb geworpen, hij knippert even met zijn ogen, en kijkt me woedend aan. 

Hij kijkt net zoals vóór ik hem aan mijn kant wist te krijgen. 

'Ga van me af!' grauwt hij.

Dat meent hij niet, hij mag het niet menen. Ik ben de strijd om ons heen volledig vergeten, en ik kan hem alleen maar aankijken, terwijl ik een brok in mijn keel op voel komen. 

Maar ik mag niet huilen. Nu niet. 

Niet nu hij zo is.

'Fen-'

Hij stribbelt tegen, en ik duw hem nog harder tegen de koude plavuizen grond.

'Fen!' roep ik nu, 'luister naar me! Dit is niet jij! Kijk naar me!' probeer ik hem bij zinnen te krijgen. 

Maar het heeft geen zin. Ik blijf die kille, gele ogen zien. 

Waar zijn de vertrouwde groene ogen gebleven die ik zo goed kende? 

Dit ben jij niet. Fen, alsjeblieft...

Blijkbaar is door mijn gedachten-stroom, mijn greep op hem wat verzwakt, want ik voel zijn pols onder mijn hand uit glijden, en meteen grijpt hij me met zijn vrije hand bij mijn keel. 

Ik slaak een kreet, en pak met mijn vrije hand nu die van hem, in de hoop zijn greep op mijn keel te verlichten. 

Ik weiger terug te vechten. Ik wil hem niet dood, ondanks het feit dat hij nu wel erg veel moeite doet om míj te doden.

'Fen-' stamel ik hees, en mijn ogen glijden naar de verloren Zegevlier, die vergeten op de grond ligt, naast Fenrir's hand, die ik opnieuw stevig tegen de grond gedrukt weet te houden. 

Ik neem een beslissing, een waarvan ik geen idee heb wat voor gevolgen hij zal hebben.

Je bent krankzinnig Sneep, je bent niet goed bij je hoofd. Je zou net zoveel moeite moeten doen hem te doden als hij nu probeert bij jou... maar mijn hart heeft nog niet geaccepteerd wat mijn hoofd me al wel probeert te vertellen.

Hij heeft me verraden. 

Hij heeft me gebruikt. Hij heeft gedaan alsof hij van me hield. Om me nu, op dit punt, te vermoorden, en waarschijnlijk naar Jeweetwel te brengen, zodat die met me kan samensmelten, net als dat hij met mama heeft gedaan. 

Hij heeft me verraden... 

Emma, hij heeft je verraden... 

Ik ben blij dat hij met zijn ene hand niet genoeg kracht kan zetten om me echt te wurgen, maar hij komt gevaarlijk dichtbij.

Ik laat zijn hand los. Buig me naar voren, en grijp de Zegevlier van de grond. 

Ineens zijn de rollen omgekeerd, en wijs ik met de stok tussen zijn ogen.

'Waarom?' kan ik alleen maar vragen, terwijl het brok in mijn keel breekt, en de tranen over mijn wangen stromen. 'Fen...'

'Je bent zo naïef,' zegt Fenrir, terwijl hij me loslaat, en in een half overgevende houding gaat liggen. 

'Niet in alle mensen schuilt iets goeds,' hij grimast, 'en dat heb ik bij deze bewezen.' 

De tranen blijven over mijn wangen stromen, en ik weet even niet wat te zeggen.

'Oh kom op nou, Emma,' zegt Fenrir, en hij rolt met zijn ogen, 'ga me niet vertellen dat je echt dacht dat ik van je h-'

Ik duw mijn hand tegen zijn mond, en kijk hem verbeten aan. 

Onder mijn hand voel ik hem glimlachen, en met zijn opnieuw vrije hand, trekt hij mijn hand weg. 

Minder grof dan ik verwacht had. 

'Wil je niet horen dat ik niet van je hou?' zegt hij, 'wordt het dan te echt?'

Ik bijt hard op mijn lip, en ik proef bloed, maar ik weiger antwoord te geven.

'Weet je nog dat ik tegen je zei dat jij het nooit zou kunnen om te moorden?' gaat hij door. 

Ja, natuurlijk weet ik nog dat hij dat zei. En ik weet ook dat hij zei dat moorden sowieso niet in mijn aard lag, dus laat staan dat ik iemand zou vermoorden om iemand die ik liefhad te beschermen. 

Maar verdomme, achter ons ligt Terrence, het bewijs dat ik het wél kan.

'Ik moet bekennen dat ik me heb vergist,' zegt Fenrir, en ik weet dat hij daarmee dus inderdaad op Terrence doelt. 

Hij zucht, en kijkt me aan, 'wat wilde je doen? Mij vermoorden? Iemand van wie je houdt? Kun je dat? Of ga je mijn gelijk bewijzen, als ik zeg dat je me niet gaat vermoorden?'

De tranen blijven over mijn wangen lopen, terwijl ik bedenk of ik, wat ik wilde doen, nog wel kan. 

Kan ik het zonder me de rest van mijn leven schuldig te voelen?

Ik kijk hem in zijn ogen, niet meer de ogen die ik zo goed heb leren kennen. Er is overduidelijk iets mis met hem.

'Emma!' hoor ik vaag achter me roepen. 

Maar ik besteed er geen aandacht aan. 

Ik zet de Zegevlier tegen Fenrir's slapen. 

Hij glimlacht, 'ik had dus gel-'

'Obliviate,' fluister ik zachtjes, terwijl ik diep in mijn hart hoop dat ik de herinneringen aan Voldemort aan het verwijderen ben.

'Emma nee!' hoor ik achter me, en ik voel hoe ik van Fenrir afgetrokken word door twee sterke armen. 

Maar ik kan zien dat het te laat is. 

Het is me al gelukt...

Lost in Harry Potter - VengeanceWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu