Lost in Harry Potter - Vengeance

Close call

Het belletje in Klieder en Vlek klingelt als we binnen komen. Meteen zie ik de verkoper bleek worden, als hij Fenrir herkent. 

'M-meneer Vaalhaar,' stamelt hij, en hij knikt even naar mij. 'W-waar kan ik u mee helpen?'

Blijkbaar is hier het nieuws dat Fenrir naar de goede kant is overgestapt nog niet aangekomen. 

Maar ik zie aan Fenrirs gezicht dat hij meegaat in het spelletje, en ik zie hem een blik opzetten die ik al een hele tijd niet meer heb gezien. 

'Wij zijn op zoek naar een boek met informatie,' zegt hij, 'een specifiek soort informatie.'

'Wat-wat dan?'

'Hoe iemand de Meester van de Dood kan worden.'

Even kijkt de verkoper ons één voor één aan, 'eh- doelt- doelt u misschien op de Relieken van de Dood, meneer Vaalhaar?'

'Ja.'

Fenrir bluft, en dat weten we allebei. Maar het is nu de enige optie die wel hebben. 

'Heeft-heeft u even? Dan pak ik een boek waarin er iets over geschreven staat.'

'We hebben niet de hele dag!'

Fenrir leunt tegen de balie, als de verkoper weg is. 

'Vind je het echt nodig die arme man zo bang te maken?' vraag ik zacht. 

Hij glimlacht alleen maar, 'laat mij nou maar even mijn ding doen hè schoonheid,' zegt hij.

Zo snel hij kan, komt de verkoper ook weer terug, en hij houdt Fenrir een boekje voor. 

Vertelsels van Baker de Bard. 

Fenrir trekt de arme man aan zijn gewaad half over de toonbank, en dreigend kijkt hij hem aan, 'een kinderboek?' sist hij, 'probeer je ons te beledigen?'

'N-nee! Nee! Dit is het enige boekje waarvan ik weet dat er het een en ander over de dood instaat. Ik weet alleen niet of het ook echt met die Relieken waar u naar op zoek bent te maken heeft!' roept de verkoper snel. 

Ik buig me een beetje naar voren, en neem het boekje uit zijn hand.

Fenrir kijkt me aan, en even knik ik, 'het is het enige dat we hebben,' zeg ik. 

Fenrir laat de man los, 'zet maar op de rekening van jeweetwelwie,' zegt hij droogjes, voor we samen de winkel weer uitlopen. 

Met half open mond kijk ik hem aan, 'ik weet niet of ik onder de indruk moet zijn, of bang,' zeg ik naar eerlijkheid.

'Beide.'

Ik glimlach, en ik klem het boekje tegen me aan.

'Een kinderboek, nou vraag ik je!' zegt Fenrir, nog steeds geïrriteerd, en hij wilt de straat naar de Lekker Ketel inlopen. 

Maar hij blijft als versteend staan. 

'Terug,' fluistert hij, 'terug, nu!' 

Door de toon in zijn stem, doe ik meteen wat hij zegt, en zonder erover na te denken lopen we terug in de richting waar we vandaan komen. 

Ik voel hoe Fenrir de capuchon van mijn vest over mijn hoofd trekt, me bij mijn pols pakt, en we in het niets verdwijnen.

We hebben zojuist Jeegers weten te ontlopen.

Een tikje geschrokken kijken we elkaar aan, als we veilig en wel weer op onze kampeerplek aankomen. 

'Zie je wat er had kunnen gebeuren als ik je niet gevonden had?' zegt Fenrir, en hij laat zich languit in het gras vallen, met gesloten ogen. 'Jezus Christus op een pogostick,' hoor ik hem duidelijk mompelen. Ik kan het niet laten, ik grinnik, en ik plof naast hem neer. 

Met het boekje tussen mijn benen, trek ik grasjes uit de grond, 'ja, bedankt nog daarvoor, denk ik,' zeg ik.

'Je zou het zo weer doen,' zegt hij, zonder zijn ogen maar te openen. 'Leer mij jou nu een beetje kennen.'

Daar heb ik niet van terug. Want hij heeft gelijk. 

Dus ontwijk ik zijn opmerking, en sla in plaats daarvan het boekje open, dat we zojuist, nou- ófwel gejat hebben, of gekregen. 

In de inhoudsopgave zoek ik naar het verhaal waar de verkoper get over had. Maar ik zie nergens een titel die kan duidelijk op het feit dat de dood erin voorkomt. 

Ik kreun inwendig. Ik herinner me nog dat ik dit boek in Teddy's handen duwde, toen we in Azkaban zaten. 

Toen was hij al jaloers op Asserence. Maar je was gewoon te blind het te zien. 

Ik probeer me te bedenken wanneer ík het boekje eigenlijk voor het laatst gelezen heb. Te lang geleden om me alles nog te herinneren, vertel ik mezelf. 

Ik ga naast Fenrir liggen, wiens ademhaling regelmatig gaat. Hij is in slaap gevallen. 

Bij bladzijde één sla ik het boekje open, en begin te lezen.