Ik werd vroeg wakker de volgende ochtend, en toen ik overeind ging zitten, hoorde ik de regen tegen het tentdoek kletteren.
Gapend sta ik op, en loop naar de keuken. Met mijn slaperige hoofd zet ik koffie, en ga aan de keukentafel zitten wachten tot mijn koffie klaar is.
Pas als de koffie bijna klaar is, is er beweging in het andere bed, en hoor ik Fenrir gapen.
Ik volg hem met mijn ogen, terwijl hij naar me toe komt lopen.
'Goeiemorgen, wat ben jij vroeg op,' gaapt hij.
En hij komt tegenover me zitten.
Met een opgetrokken wenkbrauw kijkt hij me aan, 'Emma, is er iets?' vraagt hij, als hij me ziet kijken.
Ik sta op, en loop naar het koffiezet apparaat, 'ik weet het niet,' zeg ik, 'ik- ik denk dat ik gedroomd heb.'
'Wat heb je gedroomd?'
'Dat-' ik weifel even, 'dat je me kuste,' zeg ik dan zacht.
Ik blijf met mijn hand op de koffiepot staan, en staar naar het aanrecht, 'zeg het me alsjeblieft, als het een droom wa-' mijn adem stokt in mijn keel, als ik voel hoe zijn armen zich om mijn middel krullen, en hij me stevig, en toch voorzichtig vasthoud.
'Het was geen droom,' zegt hij zacht in mijn oor, en ik voel zijn kin op mijn schouder, 'ik heb je echt gekust.'
In zijn armen draai ik me naar hem om, en mijn handen grijpen zich vast aan zijn vest, 'en dat zeg je niet om- om me beter te doen voel-'
Hij duwt mijn kin omhoog, en ik voel zijn lippen op die van mij.
Ze voelen hetzelfde als vannacht. Net zo- vertrouwd, net zo warm.
'Overtuigd?' vraagt hij zacht, terwijl hij met zijn voorhoofd tegen dat van mij aanleunt.
Ik knik vaagjes, 'ja- ja ik- ik geloof het wel.'
Ik kijk hem aan, en met mijn hand glijdt ik langs de contouren van zijn gezicht. Dan even, over zijn lippen. Ik voel hem glimlachen tegen mijn vingers aan.
'Waar ben je bang voor Emma?' vraagt hij.
Ik slik, en blijf hem aankijken, zo lang mogelijk. Want misschien- misschien wordt hij me ook wel afgenomen, net als de rest die ik liefhad. Ik wil me zijn gezicht kunnen herinneren. Hoe het eruit zag, hoe het voelde, alles.
'Voor alles,' fluister ik. 'Bang dat je me afgenomen wordt, net als ieder ander die ik liefhad. Bang dat je- dat je misschien uit jezelf weer uit mijn leven zult verdwijnen. Bang voor-'
Even voel ik zijn lippen tegen mijn voorhoofd, 'ik kan je niet beloven dat ik nooit zal verdwijnen. Weerwolven hebben nu eenmaal niet het eeuwige leven. Dus op een dag zal ik je hart opnieuw moeten breken. Misschien zelfs wel eerder, als de oorlog echt uitbreekt,' zegt hij kalm, 'maar anders dan dat, ben ik niet van plan je in de steek te laten. Ik ben van jou, alleen van jou.'
Ik kijk hem aan, ik zie niets dan oprechtheid in zijn groene ogen. Net zo groen als de natuur waar hij zoveel van houdt. Net zo groen als het gras buiten, en de bomen om ons heen. Zijn oogkleur veranderd op het moment dat het bijna volle maan is, besef ik me.
Mijn handen glijden naar zijn heupen, en opnieuw pak ik zijn vest stevig vast, 'Fenrir...' zeg ik zacht, 'ik- ik heb het gevoel dat dit zoveel groter is dan wijzelf, en dat we het niet kunnen stoppen.'
'Stop het dan niet,' zegt hij zacht, zijn warme handen omsluiten mijn gezicht, 'laat het gaan. Laat alles gaan. Probeer het niet tegen te houden.'
Ik kijk hem aan, 'maar ik ben bang,' zeg ik bijna onverstaanbaar, 'ik weet niet hoeveel-' ik slik, 'hoeveel mijn hart nog kan verdragen. Ik bega een moord als jou iets zou overkomen.'
Hij glimlacht, buigt zich naar voren, en drukt opnieuw zijn lippen even tegen mijn voorhoofd, 'niet doen,' zegt hij. 'Dat soort eelt op je ziel verdien je niet. Blijf zo puur als dat je nu bent, alsjeblieft.'
Puur? Is dat wat hij van me vind?
'Ik kan niets beloven,' zeg ik naar eerlijkheid. Even tikt hij me tegen mijn neus, maar dan leunt hij langs me heen, en pakt de koffiepot, die nog steeds achter me staat. Hij pakt twee mokken, en loopt terug naar de keukentafel.
Blijf bij me...
Snel kom ik bij naast hem zitten. Niet meer tegenover hem, ik wil zo dicht mogelijk bij hem in de buurt zijn.
Zijn geur ruiken, die vertrouwde geur. Zijn stomme grapjes horen, zijn mooie verhalen horen over van alles en nog wat. Hem horen praten over de dingen die hij moeilijk vind.
Verdomme, ik voel zoveel tegelijk dat ik niet denk dat ik het in woorden zou kunnen zeggen tegen hem.
Wie had dat kunnen denken...ik zeker niet.
Ik kijk naar hem, hoe zijn schoenen aantrekt, en af en toe een slok van zijn koffie neemt.
Mama, zou je me voor gek verklaren? Papa zal me wel afmaken, als hij hier achter komt...
Vragend kijkt hij me aan, 'wat is er?'
Met mijn hand voor mijn mond, grinnik ik, 'pa doet me echt wat als hij hierachter komt, weet je,' zeg ik.
Fenrir kijkt me aan, 'niet als ik er iets over te zeggen heb,' zegt hij. '
'Hij gaat dwars door je heen,' giechel ik. 'Hij verklaart me voor gek!'
Fenrir kijkt me met een opgetrokken wenkbrauw aan, buigt zich naar voren, en geeft me zo onverwachts een zoen, dat ik te verbaasd ben om te reageren.
'Je bent schattig,' zegt hij, en even duwt hij een pluk haar achter mijn oor. Dan staat hij op, en rekt zich uit.
'Wat ga je doen?' vraag ik voorzichtig.
'Wil je verse warme broodjes? Of heb je liever croissantjes? Per slot van rekening hebben we wel een beetje iets te vieren, of niet?' zegt hij.
Met mijn hand onder mijn kin kijk ik hem aan, 'oh ja? Wat hebben we te vieren dan?'
'Dat jij eindelijk toe durfde te geven aan je gevoelens, vannacht,' zegt Fenrir droogjes.
Hij knipoogt naar me, voor hij met de geldbuidel naar buiten loopt.
Pas als hij weg is, verspreid zich een glimlach om mijn lippen.
JE LEEST
Lost in Harry Potter - Vengeance
FanfictionHe is back, with a vengeance... (DIT IS DEEL TWEE IN DE "LOST IN HARRY POTTER"SERIE! Ik kan alleen maar adviseren deel één (Lost in Harry Potter) als eerste te lezen) Cover door: Ikzelf Side Note: NIET TE GELOVEN DAT HET ME ZO LANG GEKOST GEEFT DIT...