First Kill?

1.2K 117 41
                                    


We verschijnen weer in een straat die ik helemaal niet ken. 

Bij een heel normaal uitziend huis. Nummer vier, zie ik. Maar ik wordt ruw achterom getrokken, waar bij een heg iemand staat.

'Geheimhouding,' zegt Bellatrix, en de heg splijt open, om ons binnen te laten. 

Ruw word ik meegetrokken het huis in, dat magisch vergroot is, dat valt me meteen op. 

'We hebben haar, eindelijk!' ik herken de stem van Vaalhaar, terwijl hij me stevig vast blijft houden. 

Ik stribbel tegen, maar hij is natuurlijk veel sterker dan ik.

'Wel, wel.'

De zachte, maar duidelijk aanwezige stem in de ruimte, maakt, dat ik meteen stop met het proberen me los te wurmen uit Vaalhaars greep.

Voldemort komt voor me staan, en zijn rode ogen boren zich recht in die van mij. 

'Emma-Lily,' vervolgt hij zacht, en hij glijdt even met zijn wijsvinger langs mijn wang, om vervolgens mijn kin omhoog te duwen met diezelfde vinger. 

'Je ziet er goed uit, nichtje.' De spot druipt van zijn stem, en zijn mondhoeken krullen even om zodra hij het gezegd heeft.

'Ik kan je vertellen dat het ons even gekost heeft je te vinden. Maar- natuurlijk was het je lieve pappie die je in huis had genomen.'

Shit...hij moet weg daar!

Hij kijkt me aan, en blijkbaar spreekt mijn gezicht boekdelen, 'oh, dacht je echt dat we nog niet wisten dat hij zich verschuilt in het oude huis van de familie Zwarts?' 

Ik hoor Dooddoeners spottend lachen. Alleen Vaalhaar hoor ik niet meedoen, maar die is waarschijnlijk te druk met mij stevig vast blijven houden.

'Het is zo jammer dat we hem nooit zien,' vervolgt Voldemort, en zijn gezicht krijgt een verbeten trek, 'magisch beveiligd, zodat alleen mensen met zijn toestemming het kunnen betreden, alsjeblieft!' 

Even kan ik een glimlach niet onderdrukken, papa die Voldemort te slim af is met zo'n spreuk? 

Dát moet in de Profeet.

'Meester-'

Meteen flitsen mijn ogen naar de deuropening, waar de stem vandaan kwam. 

Voldemort heeft zich ook omgedraaid naar de stem. 

Terrence staat in de deuropening. 

Ik zie hem slikken, als hij mij ziet staan. Blijkbaar had hij me niet verwacht. Maar dat is dan wederzijds. Ik had ook niet verwacht die verrader zo snel weer te zien.

Mijn handen ballen zich tot vuisten.

'Meester, de gevangene-'

'Ik zal me zo met haar bemoeien!' snauwt Voldemort. Voor ik me met een schreeuw, eindelijk los weet te werken uit Vaalhaars greep. Het enige dat ik zie is Terrence. Ik ben alleen maar gefixeerd op hem. Ik werp me bovenop hem, en om me heen hoor ik commotie.

'Stilte!' zegt Voldemort echter, terwijl mijn handen zich als een bankschroef om één van Terrence polsen sluit, zodat hij me met die arm in ieder geval niet meer kan doen. Geschrokken kijkt hij me aan. En ik hoor om me heen verwarde geluiden.

'Laat, haar gaan!' hoor ik Voldemort zeggen. 

Hij klinkt bijna opgewonden.

'Moordenaar!' sis ik tegen Terrence, die me inmiddels met grote ogen aan ligt te kijken. 'Jij verdient niet beter dan zelf ook vermoord te worden!' sis ik zacht. 

Ik voel hem naar zijn toverstok zoeken, maar ik ga op zijn hand staan. Ik twijfel er niet meer aan, of de kracht om dit allemaal te doen, komt door het feit dat ik een weerwolf ben.

Misschien is het wel dat besef, dat ervoor zorgt, dat ik weer een beetje afkoel. Ik hoor hem kreunen, als ik van hem afga, zijn pols is duidelijk gebroken.

Meteen voel ik Vaalhaars armen weer om me heen. Maar- in plaats van dat ik wil dat hij me loslaat, blijf ik liever even zo staan. Om zeker te weten dat al die woede weg is. Waar kwam dat vandaan? Zoveel bloeddorst ineens.

'Neem haar mee!' snauwt Voldemort. 

Zonder een woord te zeggen, trekt Vaalhaar me ruw mee naar boven, doet een deur open, en duwt me naar binnen. 

Ik hoor de deur dichtslaan, en als ik opkijk, zie ik hem tot mijn verbazing nog in mijn kamer staan.

Zijn ogen gloeien in het donker, maar ik kan hem prima zien. Ook een wolventrekje? Hij zegt niets, maar ploft op het bed, dat in de kamer staat. 

Verward kijk ik om me heen, voor ik besluit het licht aan te doen. Ik sta in een kleine kamer, en het stinkt naar natte hond.

'Van wie is die geur? Jou of mij?' vraag ik en sla mijn armen over elkaar.

'Haal je maar niks in je hoofd etterbak, je bent een gevangene hier, maar er is in de kelder geen plek,' Vaalhaar komt overeind, en grijnst vuil, 'bij je lieve moedertje.'

Ik kijk hem aan, mama. 

Ze leeft nog?

Zijn grijns word breder, en komt langzaam naar me toelopen, 'jij dacht dat mijn Meester haar al gedood had?' zegt hij. 'Nee, hij is iets heel anders van plan schoonheid.' 

Even kijkt hij me aan, maar dan wijst hij naar het andere bed, 'daar kun jij pitten.'

'Jij verwacht echt dat ik hier, bij jou in de buurt, ga slapen?'

'Ik zie niet in wat jou het gevoel geeft dat je kan kiezen.'

Oké, ik moet het hem nageven, hij heeft snelle comebacks. Dat had ik niet achter hem gezocht.

'Wat is hij met mama van plan?'

'Dat gaat je niets aan.'

Ik plof op het bed, dat, tot mijn verbazing, niet verkeerd aanvoelt. 

Niet dat ik een antwoord verwacht had op de vraag, maar je hebt er van die idioten tussen zitten die het hele plan meteen gaan lopen spuien. 

In Vaalhaar had ik helaas niet zo'n idioot getroffen. Ik voelde me totaal niet op mijn gemak, maar hé, er was me al duidelijk gemaakt dat ik gevangene was, dus dan zouden ze er ook geen moeite voor doen het me comfortabel te maken. 

Daarom blijf ik rechtop zitten, terwijl Vaalhaar met gesloten ogen op zijn bed ligt.

Hij doet één geel oog open, en kijkt me uitdagen aan, 'en, bevalt het? Weerwolf zijn?' 

Ik rol met mijn ogen, en kijk van hem weg.

'Weet je waarom ik je gebeten heb?' opnieuw komt hij overeind, en naar me toelopen. 

'Ik geloof niet dat ik het wil weten, dankjewel.' 

Hij buigt zich naar me toe, met opnieuw die grijns op zijn gezicht. 

'Omdat het me opwind,' zegt hij, en hij kijkt me met een schuin hoofd aan, terwijl hij me aan blijft kijken.

Ieuw, dat was een detail dat hij me best had mogen besparen. Ik kijk hem dan ook met een walgelijke blik aan. Maar hij lacht alleen maar, en ik kan zijn hoektanden zien. Even voel ik zijn nagel langs mijn wang glijden, voor hij weer terug struint naar zijn bed, en opnieuw met gesloten ogen gaat liggen.

Langzaamaan begin ik het gevoel te krijgen, dat ik een hel tegemoet zal gaan, opgesloten in deze kamer...

Lost in Harry Potter - VengeanceWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu