Framed

1.2K 124 51
                                    


Langzaam doe ik mijn ogen open, als ik stemmen hoor om me heen. 

Ik heb een barstende hoofdpijn.

'Emma?' hoor ik een stem vlakbij me zeggen, en ik kijk op. 

Een donkere man zit gehurkt voor me, en kijkt me aan, Romeo, 'het spijt me, maar we moeten je meenemen.' 

Ik frons, 'meenemen? Waarheen?' vraag ik verward, en ik krabbel overeind. 

Nu ik goed om me heen kijk, zie ik de ravage in de kamer. Naast me staat Teddy. Hij wordt vastgehouden door een schouwer.

'Niet schrikken, alsjeblieft,' zegt Romeo, en hij doet een stapje opzij. 

Ik slaak een gil, Sirius hangt slap half uit bed. Zijn knokkels schrapen over de grond. 

'Nee!' gil ik, 'Nee, nee, nee!' ik neem een stap naar hem toe, terwijl de tranen over mijn wangen stromen. 

'W-wat is er gebeurd?' vraag ik gesmoord. Terwijl een heler een deken over Sirius heen legt. Dit is een nachtmerrie, een grote nachtmerrie. Dit kan niet. Nee, nee, nee. Ik zak door mijn hurken, en wieg zachtjes heen en weer, terwijl de tranen over mijn wangen blijven stromen. Ik heb niemand meer, helemaal niemand. 

Sirius...

Ik voel een arm om mijn schouder, en iemand die me zachtjes dwingt op te staan. 

Diegene neemt me ook in zijn armen, en maakt sussende geluiden. De tranen blijven komen, en ik blijf snikken.

Niemand, ik heb niemand meer, blijft het stemmetje in mijn hoofd tegen me zeggen.

'Is Harry al geïnformeerd?' hoor ik de stem boven mijn hoofd zeggen, maar ik ben te overstuur om die nu te koppelen aan een naam.

'Hij is onderweg hierheen; Emma.'

Ik begraaf mijn gezicht verder in de trui van degene die me in zijn armen heeft, ik wil het niet horen. Ik wil even niets meer weten. Ik wil dat iedereen me met rust laat. 

Gewoon, met rust. 

'Emma,' ik voel hoe iemand me aan mijn schouder omdraait, en ik kijk recht in het gezicht van Romeo, 'luister eens,' hij houdt een toverstok omhoog, 'jij hebt dit allemaal gedaan,' zegt hij, en verbijsterd kijk ik hem aan. 

Dat kan niet, dat zou ik geweten hebben. Ik zou niet eens het hart hebben gehad Sirius te doden. Hij was de laatste die ik had. 

Ik schud heftig mijn hoofd, 'dat kan niet, dat kan niet, dat kan niet,' mompel ik, en grijp naar mijn hoofd. 

Romeo duwt mijn kin omhoog, 'loop even met me mee.'

Ik loop als verdoofd achter hem aan, en hij gaat op de gang staan, 'ik geloof ook niet dat jij het gedaan hebt,' zegt hij zacht, alsof hij wilt dat niemand ons hoort. 'Maar mijn mensen geloven het niet.'

'W-waarom zou ik de enig overgebleven familie die ik nog heb doden?' stotter ik, en sla mijn armen om me heen.

Romeo laat me de toverstok zien, 'is dit die van jou?'

'Weet ik niet, ik weet heel veel niet meer,' zeg ik. 'Ik weet niet eens hoe ik op de grond beland ben toen ik wakker werd. Ik heb een groot zwart gat in mijn geheugen zitten.'

'Ja, dat kan kloppen,' zegt Romeo, 'met deze stok is twee keer de Amnesia uitgesproken.'

Amnesia? De spreuk om iemands geheugen gedeeltelijk te wissen? 

Ik frons, en mijn hoofd begint te bonken. De tranen blijven komen, alsof de sluizen in één klap opengezet zijn. En ik doe ook totaal geen moeite ze te stoppen.

Lost in Harry Potter - VengeanceWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu