Taken

1.3K 120 24
                                    


Zachtjes sluip ik naar beneden. 

Het is nog vroeg, en ik weet dat Narcissa en Lucius nog in bed liggen. 

Met een glazen fles in mijn hand, loop ik naar de ketel die nog steeds boven het vuur hangt. Papa heeft het me misschien wel verboden, maar ik voel me alleen maar meer en meer opgesloten hierbinnen. 

Hij weigerde het verder nog over de Orde te hebben, en wimpelde me af, steeds als ik dat probeerde. 

Ik vul de fles, en stop die in een tas die ik ergens gevonden heb. Het is niet dat ik voor eeuwig weg ga ofzo, ik wil gewoon een paar boodschappen doen, er even uit. 

Dat kan toch geen kwaad? 

Gehaast trek ik een lade open, op zoek naar geld. Dat zal ik wel nodig hebben. 

De Wolfworteldrank neem ik eigenlijk alleen maar mee uit geval van nood. Mocht er iets gebeuren waardoor ik zou moeten verdwijnselen, dan heb ik die drank in ieder geval bij me.

'Wat ben je aan het doen?'

Geschrokken laat ik de buidel met geld, die ik net heb gevonden, uit mijn hand vallen, en kijk naar de deuropening. 

Narcissa staat me met een opgetrokken wenkbrauw aan te kijken. 'Ga je ergens heen?'

'Zeg alsjeblieft niets tegen papa?' smeek ik zacht, terwijl ik de buidel opraap, en in mijn zak steek.

'Je steelt van hem, Emma, als je nu weggaat, neem je zijn gastvrijheid niet bepaald ter harte.'

'Ik kan hier niet blijven! Ik moet overmorgen weer naar school!' zeg ik, 'ik moet er gewoon even uit. Een paar boodschappen doen voor vanavond, bij het eten. Laat het me hem alsjeblieft zelf vertellen als ik weer thuiskom?' Ik kijk haar vragend aan. 

Even zie ik haar op de binnenkant van haar lip bijten, maar dan doet ze een stap opzij, 'dan zou ik snel gaan, voor ik me bedenk,' zegt ze.

Snel loop ik langs haar heen, naar de voordeur. Ik kijk nog even achterom, ze staat me na te kijken. 

En haar gezicht spreekt boekdelen. 

Ze neemt het me echt kwalijk dat ik weg ga, zonder het tegen papa te zeggen. Voor ik me echt nog schuldiger ga voelen, glip ik de voordeur uit, de straat op.

Ik moet eerlijk bekennen dat ik me vrij "bloot" voel, zo zonder onzichtbaarheidsmantel. Maar het voelt ook wel lekker, om gewoon over straat te lopen, net als andere mensen. 

Ik ben niet de enige die besloten heeft zo vroeg mogelijk de deur uit te gaan. 

Aangezien ik de weg hier niet ken, loop ik al een tijdje rond, als ik eindelijk een klein winkelcentrump tegenkom. Ik loop een steegje in, en stop mijn toverstok onder mijn trui. Het verbaasd me dat er al zoveel mensen rondlopen. Gezellig kletsend, lachend. Zonder zorgen.

Ik benijd ze. 

Waren de dingen nog maar zo zorgeloos in de Toverwereld. 

Voor een etalage blijf ik staan. Zakmessen. Als ik dan niet een pistool kan kopen, waar Dreuzels elkaar mee uitmoorden, kan ik misschien wel een zakmes bij me dragen. Mocht ik Voldemort dan tegenkomen. 

Ongewild schiet ik in de lach, ja hoor, die ziet me aankomen met mijn mesje. 

Eén zwaai van zijn toverstok, en ik ben er geweest. 

Met een zucht duw ik toch de deur open, en ik hoor iets zoemen achterin, als ik de drempel over loop. 

Een jongen komt achter de balie staan, en hij lacht me toe, 'zo, jij bent er vroeg bij,' zegt hij opgewekt. 'Kan ik je ergens mee helpen?'

Ik kijk in de buidel met geld, en zie tot mijn opluchting ook Ponden zitten. Die pak ik eruit, 'heb je misschien een zakmes? Voor- om en nabij 20 Pond?' ik kijk hem vragend aan, terwijl ik hem het geld aanbied.

'Heb ik!' zegt hij, hij komt achter de balie vandaan, zonder ook maar op mijn uitgestoken hand te letten, en loopt naar een glazen kast, waarin zakmessen uitgestald liggen en hangen. 

Ik leg het geld op de balie, en loop achter hem aan. 

Hij pakt een sleutel, en maakt de kast open. 

'Kijk eens, deze hebben we net deze week binnen gekregen,' hij laat me een zakmes zien met een mooi houten lemmet. 'Met dit knopje klap je het mes uit,' gaat de jongen verder, terwijl hij het even demonstreert. 

Ik knik, 'de rest hoef ik niet te horen, ik neem hem,' glimlach ik hem toe. 

Even zie ik hem blozen, voor hij haastig naar de toonbank loopt, en mijn geld dit keer wel pakt. 

'Wil je er misschien een tasje bij?' 

Ik schud mijn hoofd, en steek het mes in mijn achterzak, 'bedankt voor je hulp,' zeg ik, draai me om, en loop de winkel uit. 

Ik bijt even op mijn lip, en kijk om me heen, zal ik verdwijnselen buiten?

Ik loop het winkelcentrum uit, en zie meteen dat het risico dat ik gezien wordt veel te groot is. 

Bovendien, ben ik officieel nog geen zeventien, dus ik kan niet constant blijven verdwijnselen, alsof ik een vrijbrief heb van Romeo. 

Dus loop ik terug zoals ik gekomen ben. Hoewel ik me wel tegenover Narcissa zal moeten verklaren, die verwacht dat ik met eten terug zal komen. 

Niet met lege handen.

'Hebbes,' hoor ik ineens een stem vlak bij mijn oor zeggen. 

Ik wil reageren, maar iemand slaat zijn of haar hand om mijn mond, zodat dat niet kan. 

Door een stel sterke armen word ik achteruit een steeg ingetrokken. 

'Het duurde even, maar ons geduld wordt beloond.' 

Er verschijnt iemand in mijn blikveld, en ik schreeuw in de hand die me de mond snoert, als ik 

Bellatrix voor me zie staan. 

Ze heeft een glimlach om haar lippen, 'ja, dat is schrikken hè schatje,' zegt ze, in een poging liefkozend te klinken. 

Even voel ik haar koude vinger over mijn wang glijden, dan pakt ze me alles af. 

Mijn tas, mijn toverstok, en het net gekochte mes. 

Ze kijkt op naar degene die me vast heeft, 'we nemen haar mee!' 

En met een luide beng verdwijnen we in het niets.

Het laatste waar ik aan denk, is papa.

Lost in Harry Potter - VengeanceWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu