Lost in Harry Potter - Vengeance

Trouble

Ze heft haar toverstok. 

En op het moment dat haar lippen de letters: 'Cruc-' vormen, horen we een andere stem. 

'Wat is hier aan de hand?' tegelijk kijkt iedereen, inclusief ik en Teddy, naar waar de stem vandaan kwam. 

Er staan twee mensen bovenaan de trap naar ons te kijken. Het was overduidelijk de vrouw die het had gezegd. 

'We willen net deze twee gaan ondervragen, Cissy,' zegt Bellatrix, 'ze waagden het de naam van onze Meester uit te spreken!'

We worden door de twee minachtend aangekeken. 

'En waarom wil je ze martelen dan?' vraagt de man, die zijn vrouw achterna loopt naar ons toe. 

'Volgens Vaalhaar, ruikt zij naar Montange!' Bellatrix wijst met haar toverstok op mij, 'maar het kind heeft besloten haar mond te houden.' 

De vrouw kijkt me aan, en vergis ik me? Of zie ik enige compassie in haar ogen? 

'Er zijn andere manieren om haar aan het praten te krijgen naast martelen, Bella,' zegt ze na een korte stilte. 

'Dat meen je toch niet hè? Je weet dat ik van martelen houd!' zegt Bellatrix, die alweer opgefokt raakt. 

'Je zou Severus kunnen laten komen met Veritaserum,' zegt de vrouw. Dat gaan ze niet echt menen toch? 

'Em?' hoor ik Teddy zacht fluisteren. 

Ik kijk hem aan, 'waarheidsdrank Ted,' fluister ik net zo zacht terug, aangezien de groep met elkaar staat te discussiëren wat ze gaan doen. 'Heb je mijn aantekeningen niet gelezen?'

'Tot dat punt ben ik nog niet gekomen nee...'

'Ted, als je die drank toegediend krijgt, vertel je hoe dan ook de waarheid,' we kijken elkaar aan, en ik zie de spijt in zijn ogen. 

'Wat doen we nu?'

'Hopen dat ze een methode gebruiken die ons de mogelijkheid geeft te liegen,' zeg ik, en bijt op mijn lip, 'ik bijt nog liever mijn tong af dan ze hun zin te geven Teddy,' voeg ik er grimmig aan toe. 

Langzaam zie ik hem knikken, 'jij niet alleen dan, Em.'

'Haal Severus! En laat Draco komen! Hij moet deze twee kennen! Aangezien we ze op school te grazen namen!' beveelt Bellatrix. 

'Wat doen we zo lang met deze twee?' Vaalhaar kijkt me met zijn gele wolvenogen hongerig aan. 

'Zij blijven waar ze zijn,' Bellatrix kijkt ons minachtend aan, 'ze zullen praten.'

Draco wordt erbij gehaald, en ik besef me nu pas, dat de man en vrouw die naar beneden kwamen Lucius en Narcissa Malfidus moeten zijn. Ik heb hun namen wel eens horen vallen tijdens familie-etentjes enzo. 

Een bleke jongen met witblond haar komt naar beneden lopen. 

'Draco, lieverd, ken je hen?' vraagt zijn moeder, en kijkt haar zoon verwachtingsvol aan. 

Maar hij schudt zijn hoofd, 'nee, nooit,' zegt hij meteen. 

'Hij zou opgevallen zijn, vanwege zijn haar, en zij-' hij kijkt mij aan, 'zou waarschijnlijk in mijn afdeling gezeten hebben als ze op Zweinstein zou zitten.' 

Ik moet een glimlach onderdrukken. 

Dat is nou jammer. 

Ik zie hoe achter hem zijn moeder en Bellatrix elkaar een verwarde blik toewerpen.