Hoofdstuk 41

786 43 2
                                    

Als eerste liep ik de verhoorkamer binnen gevolgd door Barry.
'Waar is Stella' sprong meneer de Ponti meteen overeind.
'Uw dochter word opgevangen. Gaat u zitten' schoven wij tegenover hem aan tafel terwijl ik me in probeerde te houden. Ik voelde zoveel woede tegenover deze man, ook al kende ik hem niet. Maar hij had een vrouw pijn gedaan en dat was al één ding, maar het was ook nog eens een vrouw die ik kende. Dat maakte dat het mij extra aantrok.
'Dit is een vergissing' schudde hij zijn hoofd.
'Gaat u zitten meneer de Ponti' dirigeerde Barry hem naar de stoel waar hij net ook gewoon opgezeten had tot wij binnen gekomen waren.
'Waar slaat dit op' was hij alleen totaal niet voor reden vatbaar.
'Als u nou even gaat zitten, dan kunnen we met u praten' sloeg ik met mijn hand op de tafel. Ik had lang genoeg gewacht en het werd nu weleens tijd dat hij ging doen wat wij wilde.
'Maar ik heb niks gedaan echt niet' schudde hij wild met zijn hoofd terwijl hij toch maar weer ging zitten.
'Dat zullen we zien' lachte ik minachtig. Dacht hij nou echt ermee weg te komen?
'Mijn vrouw is in de war. Dat snap ik. Als je zo in elkaar bent geslagen. Maar ik heb er niks mee te maken' begon hij zichzelf te verweren.
'Zullen wij u eerst even vertellen waarvan u precies beschuldigd word' sloeg Barry het dossier open.
'Schiet u dan een beetje op. Dan kan ik naar mijn dochter weet u. Mijn vrouw ligt al in het ziekenhuis. Ze heeft alleen mij nog' was hij van mening dat hij de boel wel even zou regelen.
'U heeft ze ook niet meer hoor. En zoals ik al zei, uw dochter word opgevangen' schudde ik mijn hoofd.
'Ja in zo'n pleeggezin zeker dan is ze straks getraumatiseerd voor het leven' ontstak hij bijna in woede.
'In samenspraak met uw vrouw hebben wij opvang geregeld' was ik niet van plan hem meer informatie te verschaffen. Hij was hier tenslotte de verdachte.
'Zullen we maar eens beginnen' tikte Barry ongeduldig met zijn vingers op de tafel.
'Jullie doen maar' haalde meneer de Ponti zijn schouders op.
'U word verdacht van betrokkenheid bij de zware mishandeling van uw vrouw. Mevrouw van Dongen' deelde ik hem mee wat ik hem eerder ook al gezegd had.
'Mijn vrouw. Mevrouw de Ponti dus' moest hij toch nog even commentaar geven.
'Waarom heeft u, u vrouw mishandelt' keek ik hem strak aan.
'Dat heb ik niet gedaan' schudde hij wederom zijn hoofd.
'Maar u was er wel bij' knikte ik vragend naar hem. 'U had ook terug kunnen gaan terwijl uw vrouw zwaar gewond op straat lag en haar mee naar huis kunnen nemen. Maar in plaats daarvan heeft u haar laten creperen. En toen u eindelijk bij haar op bezoek ging in het ziekenhuis. Heeft u haar nogmaals een aantal klappen gegeven. Was het nog niet genoeg' week ik mijn blik geen seconde van hem af.
'Wat een onzin' brieste hij alleen maar.
'U bent anders de enige die bij haar is geweest die middag. Dat staat op camera' zette ik hem onder druk. 'Waaraan had ze dat verdiend. Was u bang dat ze zou gaan praten. Nou' kon ik er niet tegen dat hij niks nuttigs zei en alleen maar de onschuld zelf uithing. Ik zou er alles aan doen om te zorgen dat hij zou gaan praten. Praten en bekennen. Daar was het me om te doen. Omdat hij het verdiende om gestraft te worden. En voor Eva. Voor Eva deed ik het.

Vraagtekens (flikken maastricht)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu